ElsVdV

Gebruikersnaam ElsVdV

Teksten

Wat met Sint ?

Sinterklaas was moe. Hij zat op een stoel onder de grootste sinaasappelboom in z’n boomgaard, gelegen in het Spaanse bergdorp Pego. Het was midden augustus. Het was bloedheet. Het zweet druppelde in z’n baard. Hij dronk een glas water, uit z’n drankfles die hij meegebracht had van z’n groot landhuis, wat lager gelegen. Sinterklaas wat niet enkel moe. Hij keek bezorgd, grote rimpels trokken door z’n gezicht. Naast hem zat z’n grootste vriend en klankbord, OpperPiet. OpperPiet was er van het begin bijgeweest. Toen Sinterklaas het project “kinderen helpen en psychisch bijstaan” nog maar enkel in z’n hoofd had, was OpperPiet er.  Samen met Sinterklaas werkten ze het plan uit in concrete stappen. Zo was “Sinterklaas” eeuwen geleden ontstaan en bestaat het nog steeds. Maar voor hoelang nog ? Sint zuchtte : “Wat nu?” Ook OpperPiet keek zorgelijk. Dit hadden ze nog nooit meegemaakt. Volwassenen, vroeger ook kind geweest, die vanuit Nederland en België, steeds luider de stopzetting van “Sint en Piet” eisten. Nederland en België waren de plaatsen waar de verjaardag van Sint, elk jaar opnieuw gevierd werd, met veel plezier, gekke fratsen en cadeautjes.  In andere landen was Sints verjaardag al jaren geleden vergeten geworden. Neef Santa Claus had meer macht en geld. Hij had gelobbyd onder de speelgoedfabrikanten en zo was Sint aan de kant geschoven. Nu ja, daar was niets meer aan te doen. Maar dat volwassenen vroegen, nee eisten, om te stoppen, dat deed hen wel verdriet.  Waren zij dan vergeten hoe leuk die periode, voor kinderen was ? OpperPiet zei : “ wat met de Pietenschool ? Gaan we de lessen herstarten ?” “Och ja, best wel, het is zo kort op , en wie weet, verandert er nog iets… Laten we onze Pietjes maar verder leren lezen en rekenen, evenwichtsoefeningen doen en toneel.  Deze vaardigheden komen overal wel van pas, en ze komen hier zo graag.” Sint zuchtte. Sinterklaas zat echt in zak en as. OpperPiet had hem nog nooit zo gezien. “Kom Sint, laten we naar huis gaan en iets lekkers eten.” Ze daalden samen af, naar het koele huis.  Daar was het een bedrijvigheid van jewelste. Kleine Pieten reden er met fietsjes over balken, jongleerden en trokken gekke bekken. Er was gelach en gegil en geruzie.  Het was er allemaal.   BakPiet kwam met een lijst naar Sint :”Ah Sint, gelukkig, je bent er. Ik zou willen starten met de aankoop van materiaal voor chocolade, speculoos en marsepein. Kan je nog even kijken voor ik alles bestel ?” Sint knikte : “ Ja hoor, leg het maar op mijn bureau.” SchoorsteenPiet riep : “Hoe zit het met de schoorstenen, Sint ? Gaan we er dit jaar nog door of nemen we de loper ?” “Nee, geen loper, als we die gebruiken, hebben we teveel kans betrapt te worden door wakkere kinderen.” En zo werd er van alles gevraagd en geroepen. Sint kreeg er alleen maar meer zorgen en hoofdpijn van.  OpperPiet zag het en bracht hem snel naar z’n kamer. Daar was MuziekPiet net z’n nieuw Pietenlied aan het oefenen. OpperPiet deed teken dat hij weg moest, gelukkig verstond hij het direct. Met een ernstig gezicht, sloot hij zacht de deur achter zich. Sint liet zich in z’n kussens zakken. We gaan het hen allen moeten vertellen. Leg je een vergadering vast, morgenvroeg om 9u in de centrale zaal. Laten we nog even samen nadenken, vooraleer ik ga slapen.  Dank je, OpperPiet.   De volgende dag was iedereen aanwezig. Sint verscheen en het gebabbel verstomde. “Ja, mijn lieve Pieten, ik heb jullie samen geroepen, met pijn in mijn hart. Er zijn drastische veranderingen op komst. We gaan ons moeten herorganiseren. Onze bezoek- en schoorsteenPieten kunnen niet meer mee op ronde met mij.” Er klonk gemompel en opstandig gefluister. Iemand riep: “Waarom Sint? Wat is er gebeurd ?”   “Mensen willen niet enkel meer Pieten met zwarte huidskleur of Pieten met roetvegen, dat geeft hen een slecht geweten. Ze denken dat ik misbruik maak van jullie. Daarom dat we, samen, niet meer welkom zijn om mijn verjaardag te vieren.” “Gaan we dan digitaal bezoeken afleggen ?” riep ITPiet. “nee, Piet, het is juist belangrijk dat we langsgaan om de kinderen positief toe te spreken, of zachtjes te berispen. Het is belangrijk dat we ze over hun bolletje kunnen strelen, dat we hen persoonlijke aandacht kunnen geven, zodat hun zelfvertrouwen kan groeien. De ouders hebben het niet gemakkelijk en hebben hier niet altijd tijd voor.” “Moeten we dan allemaal weg ?” “Moeten wij ons wit of groen of blauw shmincken “En als we niet meer via de schoorsteen gaan?” Vragen en opmerkingen kaatsten heen en weer. “Stop”, riep Sint, “ we gaan eerst even duidelijk stellen wat we al weten : Iedereen in ons huis in Spanje blijft welkom. We gaan hier blijven leven en werken. Hier verandert er niets. Pego blijft onze veilige haven. Voor de Pieten die meegaan op toer ? Daar moeten we over nadenken …. OpperPiet en ik  denken aan een aantal mogelijkheden : Ofwel ga ik op pensioen. Ik ben al oud en vier al eeuwen mijn verjaardag. Het is misschien tijd om mijn staf door te geven aan OpperPiet.  OpperPiet weet allang wat ik doe, hij kan zeker en vast mijn plaats innemen. Ofwel gaan we uitkijken naar nieuwe hulpen die mee op toer gaan. We dachten aan elfen of trollen of clowns of … Ofwel de beide oplossingen toepassen. Wat denken jullie hierover ?” Na een grondige discussie, waarbij de argumenten overvlogen van de ene kant naar de andere, werd er beslist om beide mogelijkheden uit te werken en dan voor te leggen aan de volwassenen.   Over wie de nieuwe helpers zouden worden, was er wel onenigheid.  De Elfen zagen heel wat Pieten zitten, omdat deze wezens zachtaardig én grappig zijn.  Maar natuurlijk helpen zij Santa Claus al, dus zouden ze nog genoeg tijd hebben voor Sint ? Trollen zijn nogal nors en eerder kwaadaardig.  De kindjes zouden teveel schrik hebben van hen, Dan hadden ze nog de clowns. Clowns zijn lenig, kunnen grappen uithalen en kinderen zijn gek van hen. Clowns waren een heel goede optie. Voor de OpperPiet werd er gekeken om hem helemaal in het nieuw te steken. Voor de mijter moest er wel naar een ander hoofddeksel gekeken worden, die toch ook waardigheid uitstraalt, want OpperPiet is immers geen bisschop. Een aantal Pieten dachten aan het organiseren van een groot feest. Dit voor de pensionering van Sint te vieren.  Ze konden hem zo bedanken voor alles wat hij gedaan had en ondertussen wist iedereen dat hij z’n staf doorgegeven had. Ja, zo gingen ze het doen. De Pieten schoten enthousiast in actie. NaaiPiet was al bezig met een patroon. EvenementenPiet en KokPiet zaten al ideeën te delen. Sint en OpperPiet gingen naar de directeur van de clownsschool om hulp te vragen.   De directeur wilde wel helpen, maar was toch niet zo geestdriftig als gehoopt. Hij beloofde om het een jaar uit te proberen. Hij selecteerde een aantal clowns die zowel konden luisteren, als creatief waren, toch ook een beetje rebels en die voornamelijk goed met kinderen konden omgaan. Dat is al een hele boterham aan talenten! Negen clowns kwamen in aanmerking. Ze werden onmiddellijk opgenomen in de Pietenklas. Leerkracht Piet startte met een spoedcursus dansen, zingen.  Maken van grapjes konden ze heel goed, want clowns zijn hier natuurlijk op getraind. De clowns waren gek op “Slecht-weer-vandaag”. Het paard van Sint had het echt wel zwaar te verduren door hun fratsen en geplaag. Stond hij te rusten ? Zeker en vast had een clown een roos in z’n staart geknoopt of een mandarijn op z’n hoofd gepint. Er was altijd wel iets. Ze vochten bijna om op hem te rijden en ondertussen onder zijn buik te kruipen en hem te kietelen. Het was een gekke bende. Ideaal om mee op toer te gaan.   De Bezoek- en SchoorsteenPieten waren minder blij. Wat mochten zij nu nog doen ? OpperPiet had voorgesteld om mee de brieven, die kinderen naar Sint stuurden,  te lezen en te beantwoorden. Maar …daarvoor zit je stil, de ganse dag lang. De Pieten waren als kwikzilver, steeds in beweging. Nee, dat was niets voor hen. Ze werden ongelukkig en begonnen te morren. Wat konden en wilden ze nog doen ? Een paar Pieten kozen om mee voor de klas te staan en de clowns mee op te leiden. Andere Pieten gingen mee sinaasappels plukken. De bomen in klauteren, dat was hun ding. Een aantal Pieten gingen weg uit het Sintdorp. Zij wilden andere avonturen beleven. En toen waren er nog 2 Pieten over. Wat met deze twee ? Eén van deze Pieten was oud, had jarenlang meegegaan op toer. Hij deed nog fratsen, maar veel bezadigder. Hij zorgde er altijd voor dat alle verlanglijstjes van de kinderen, gechecked en nog eens gechecked werden.  Zodat de kinderen hun juiste cadeautjes kregen. Je kon op hem rekenen als op een horloge van Zwitserse makelij (zouden ze vroeger zeggen). OpperPiet vond dat deze Piet zeker mee kon blijven gaan. Met hem hadden de nieuwe helpers een steunpilaar en zouden er zeker minder missers gebeuren. Piet was dolgelukkig met deze beslissing. Uit blijdschap maakte hij een dubbele salto (ja, dat kon hij ook nog).   En dan hadden we nog de andere Piet. Piet was nog heel jong, hij kwam net van de Pietenschool. Heel zijn jonge leven had hij gedroomd om met Sint en Pieten mee te gaan, om kindjes blij te maken. Zijn droom smolt als sneeuw onder de zon. Hij was droevig en kwaad. Waarom mocht hij niet mee ? Wat was er verkeerd aan zijn zwarte huidskleur ? Sint en OpperPiet vonden het terechte vragen. Het is moeilijk uit te leggen dat Piet niet mee mocht uit schrik te discrimineren, en juist daardoor gediscrimineerd werd. Sint zei : “Jonge Piet heeft gelijk. Waarom moet hij zijn droom opbergen om het geweten van de volwassenen te sussen ? Wat heeft hij verkeerd gedaan ? Angst is geen goede raadgever, dit is niet ok. We moeten rekening houden met de mening van de volwassenen, maar zij ook met die van ons.  We moeten luisteren naar elkaar, elkaar respecteren en hieruit een oplossing distilleren. Wat als we naast de clowns, nog een aantal Pieten, zowel zwarte- als roetPieten laten meelopen ? We zien dan wel hoe het loopt.  Negen clowns kunnen sowieso alleen het volledige seizoen niet aan. Dit voelt toch ook beter, niet OpperPiet ?” “Tja,” zei OpperPiet, “misschien kunnen we een oproep doen, aan allen en iedereen die helpers willen worden van Sint of mezelf. We gaan dan waarschijnlijk een heel diverse groep samen kunnen stellen. We gaan dan zwarte, witte, rode helpers krijgen.  We gaan dan mythische en niet-mythische helpers krijgen.  We gaan dan éénbenige, tweebenige, driebenige, dunne, dikke, oude, jonge …helpers krijgen.  Sint zuchtte, maar ditmaal was een zucht van bewondering.   OpperPiet en Sint legden hun nieuw voorstel voor aan de Pietengemeeschap. Unaniem werd dit plan aanvaard en zo zal het ook voorgelegd worden aan de volwassenen van Nederland en België. Zodat de kinderen van hun kinderen, nog jarenlang, nee nog eeuwenlang, kunnen genieten van de fratsen en positieve energie, die Sint of OpperPiet met zijn helpers elk jaar opnieuw verspreiden. Een lichtje van hoop en respect en vriendschap en aanmoediging.  Elk kind verdient dit, elk jaar opnieuw. Wat de volwassenen met dit voorstel zullen doen ? Dat zullen we weten op 6 december.       20/8/2020          

ElsVdV
0 0