Het geloof van ons allemaal
Ik zit op een stoel in het eiland waar er verschillende mensen wonen. Er zijn verschillende soorten en verschillende geloven. Ik ben gewoon mij zelf die opzoek is naar mijn eigen geloof. Ik loop gewoon rond op het eiland tussen het volk met verschillende geloven.Elke dag is een gewone dag. Mensen die zaaien en eten op tafel zetten. Vrouwen die de was doen en heel erg veel koken. Kinderen die spelen op het land of helpen werken met hun ouders.Ik loop gewoon rond op het eiland met mijn hutje in het bos Mijn moeder die het huis verzorgt en mijn vader die tien jaar geleden is overleden. Nu ben ik gewoon op het strand kijken naar de mooie blauwe zee. Op het strand met de korrels en schelpen onder mijn voeten.De zon staan aan de hemel heel erg zonnige. Er is geen wolkje aan de lucht en dagen lang geeft niet geregend op het eiland. Ik pak mijn zak weer om naar mijn moeder te gaan in het bos. Zijn schandalen liggen op de grond aan de rand van het zand.Hij pakt zijn schandalen en doet terug aan om naar zijn moeder te gaan. Hij stapt door het bos met zijn zwarte lange haren tot zijn schouders. Zijn naam is Kian een jongen van negentien die nogal gespierd is . Hij stapt verder naar de hut op het eiland bij zijn moeder. Ze hebben kippen bij hun hut waar er veel eitjes worden gelegd. Er is een meer waar Kian heel erg veel gaat gaan vissen. Zijn moeder geeft ook heel een moestuin waar ze veel groenten kweet. Ze kweet vaak aardappelen en andere groenten voor haar lekkere gerechten. Er zijn in de buurt van hun huis een haven. Er zijn heel erg veel schepen en bootjes die kunnen varen naar andere landen. Kian droomt ervan om keer op een schip te zitten om naar andere landen te varen. Liefst op een schip van ontdekking reizigers om de wereld beter te ontdekken. Enkel wordt hij vaak uitgelachen door de buurt bewoners voor zijn droom. Hij stapt verder door het eiland naar zijn hutje met zijn moeder. Zijn moeder noemt Caroline op het eiland en is gewoon huisvrouw. Als hij terug bij het houten hutje is staat zijn moeder buiten. “Dag moeder” begroet haar zoon. “Het eten staat binnen lieve schat” geeft zijn moeder een kusje. Kian gaat naar binnen voor het eten en gaat aan tafel zitten. Hij schuit de stoel naar achter en gaat gaan zitten op de stoel. Het is een groenten pap dat zijn moeder geeft klaar gemaakt. Hij pakt een lepel en stopt in het de pap om te eten. Terwijl zijn moeder bezig is en hij zelf met eten komt er plotseling lawaai uit de verte. Het zijn inwoners van het eiland met de stamhoofd van het eiland. De moeder van Kian stopt even met werken. Ze gaat naar de inwoners om te weten wat er aan de hand is. “Meneer de stamhoofd wat kan ik voor u doen” mompelt Caroline Caroline kijkt serieus naar de stamhoofd en de inwoners om haar zelf te kunnen beschermen. “Lieve Caroline, het is tijd dat je zoon de test gaar doen” kijkt de stamhoofd serieus. “Laat mijn zoon eruit” schreeuwt Caroline !!! “Je weet dat het de regels zijn” zegt de stamhoofd. Kian hoort lawaai buiten en gaat naar buiten om te kijken wat er aan de hand is. Er zijn inwoners die Kian zien en gaan vlug naar hem om hem te pakken. De moeder Kian probeert hem nog te redden maar, het lukt moeilijk. De stamhoofd nemen Kian mee naar een tempel omdat zijn beurt is voor de test. Een test bepaald welke geloof hij krijgt om de rest van zijn leven. Dat hij moet dragen op het eiland in de groepjes. De inwoners houden hemt vast met handboeien. Ze stappen in een tempel van steengebouw op het eiland. De hoofdtempel van het Eiland. In de tempel is er een priester die test gaat afleggen samen met Kian. Kian wordt losgelaten door de inwoners en wordt afgeleverd bij de priesters. De inwoners gaan terug naar buiten behalve de stamhoofd blijft nog binnen. “Waarom moet ik die stomme test doen” vraagt Kian boos.“Dat is een regel van deze eiland” antwoordt de stamhoofd. De stamhoofd gaat ook naar buiten daarna. Kian wordt alleen gelaten samen met de priester voor de test. De priester is aan de altaar waar hij kaarsen aansteekt. Kian gaat recht opstaan van de grond. Hij staat helemaal recht van de koude grond die hij met zijn handen kon voelen. Als de priester klaar is met de kaarsen aan te steken. Draait hij zich om en gaat naar Kian die op de grond zit. “Kian is het vandaag jou beurt” vertelt de priester met vuur in zijn handen. “Ik wil niet meedoen” moppert Kian boos. “Het is jou taak nu omdat het een regel is van deze eiland” De priester neemt Kian hand vast om hem ergens te brengen. Ze stappen samen door het tempel naar een grote zaal bij een open deur. De deur is helemaal van hout en voelt glad aan. De zaal is helemaal leeg met ramen die naar buiten wijzen. Buiten zijn er tuintjes met mooie bomen die helemaal groen zijn. De priester neemt kian mee naar binnen in de zaal. De priester doet zijn hand los van de zachte huid van Kian. Aan de einde van zaal is er een tafel met vijf boekenkasten tegen de muur. Overal zitten er boeken met waardevolle informatie over alle geloven. Kian moet de geloven test doen om te weten welke geloof voor hem is. De priester pakt een rol papier uit zijn zakken. Hij doet met zijn handen open en er staan vijf stappen om de test te doen. De priester stapt met zijn voeten in houten sandalen naar Kian. “Wat moet ik doen” klinkt Kian redelijk boos. “Je eerste test is gewoon je kennis over het gelooft” antwoordt de priester. De priester gaat een stoel halen terwijl Kian wacht in de zaal. Terwijl Kian wacht in de zaal gaat hij keer rondkijken in de boekenkast. Er zitten boeken over het Islam, Jodendom en andere soorten. Hij ziet allemaal boeken met dikke kaften tot hij plotseling een speciaal boek ziet. Het is een boek met een gele kaft en hij pakt met zijn hand de gladde kaft uit boekenkast. Er staat als titel het bron van het geloof op de voorkant van het boek. Hij doet het boek open en bladert er keer door. Er staan verschillende tekeningen en schilderijen in het boek. Hij gaat keer lezen en hij leest dat één specefieke godsdienst niet bestaat. Het ware godsdienst is dat de wereld ontstaan is uit grote oppermacht dat wij niet kunnen zien. Het lichaam dat wij kregen van de natuur is niet zo sterk genoeg voor de echte kracht te zien. Als Kian bezig is met de bladzijden te lezen hoort hij voetstappen van de priester. Hij stopt vlug het boek weer in de boekenkast en gaat vlug naar de tafel. De priester is er met het materiaal voor de testen te laten doen. Een examens voor test één. Daarna proef leggen welke gebeden dat graag doet en nog anderen. De priester geeft een stoel voor aan tafel en Kian krijgt een halfuur om de examens te doen. De priester legt de blaadjes op tafel met een veer en inkt voor de examen. Kian gaat aan tafel zitten met terwijl de priester de zaal uit gaat. Een bewaker blijft in de zaal om Kian in het oog te houden. Kian pakt de veer met inkt en gaat keer kijken naar het examens. Er zijn een stuk of tweehonderd vragen waar hij moet op antwoorden. Zoals vraag één wat was jezus tijdens het laatste avondmaal met zijn leerlingen. In een half uur is Kian bezig met al de vragen in te vullen tot dat ze zandloper stop met lopen. De priester komt terug naar de zaal om te kijken hoe zijn examen was geweest. Kian stopt zijn veer terug in de inkt. Hij geeft de blaadjes aan de priester. “Nu is het tijd voor je tweede proef” zegt de priester. De priester neemt zijn koude handen aan de armen van Kian de helemaal zacht zijn. Hij neemt hem mee naar de andere kant van de zaal waar er spiegels staan en altaar. “Nu moet je een verklaring geven naar god” zegt de priester. Kian staat in het midden van de spiegels en geeft geen idee hoe hij moet doen. Kian gelooft niet in god of in een andere godsdienst. Hij gaat net alsof doen om gewoon om van die stomme test af te komen. “Lieve god, ik bid dat jij mijn lichaam kan genezen” zegt hij. Hij blijft maar, door praten om van de stomme test af te komen. “Je bent klaar” zegt de priester. Kian moet nog drie andere testen afleggen op die dag. Hij doet de testen om er gewoon te kunnen van afkomen. Wanneer de avond komt en Kian na zijn testen iets te eten krijgt. Stapt hij in een koets om terug naar huis te gaan bij zijn moeder Caroline. Wanneer ze terug staan bij zijn huis. Kruipt hij uit de koets om naar zijn huis te gaan bij zijn moeder. De koetser rijder en de bewakers gaan terug naar de tempel. Kian klopt aan de deur dat zijn moeder kan open doen. Caroline doet de deur open en gaat naar buiten in de donkere avond. Waar er veel frisse en koude wind is buiten . Haar ogen worden helemaal groot als ze Kian weer ziet buiten. Ze doet haar armen open en gaat naar Kian om hem te knuffelen met veel vreugde. Caroline begint te huilen van vreugde omdat ze haar zoon weer ziet. Ze neemt hem naar binnen waar lekker warm is met de kachel. Ze legt warme kussens op de banken dat Kain er kan op gaan zitten op de banken. “Hoe was de test ?” vraagt de moeder bezorgt. “Gewoon goed” antwoordt Kian. De moeder brengt wat warme dranken naar Kian. Een paar uurtjes later gaat Kian naar zijn bed om te gaan slapen. De maan staat heel erg hoog aan de hemel bij het eiland. Caroline en Kian gaan gaan slapen op hun riet bed in het hutje. Het is heel erg rustig en donker aan de hemel met mooie sterren. Terwijl ze slapen is de priester bezig in zijn bureau met de uitslag van Kian. “Dit kan niet waar zijn dit is echt onmogelijk” zegt de priester verbaast. De priester doet zijn bril van zijn ogen en daarna zet hij zijn koude handen op zijn warme voorhoofd. De priester voelt zich onrustig omdat Kian gescoord geeft voor gouden krijger. Een gouden krijger is iemand die een knecht is voor god van aarde. De priester zit te zweten van onrustigheid want hij geeft geen idee hoe hij moet uitleggen. De priester gaat van zijn bureau om te gaan slapen maar, plotseling staat de stamhoofd bij hem. “Wat is de uitslag van het jongen” vraagt de priester. De priester zit weer te zweten en weet niet hoe hij moet antwoorden. “Ga je nog antwoorden?” vraagt de stamhoofd. “Kian is een gouden krijger” antwoord de priester nerveus. De stamhoofd trekt zijn ogen heel erg groot open en vertrekt uit het tempel naar zijn kasteel. “Stamhoofd wat ga je doen?” vraagt een soldaat. “Zo snel mogelijk onkruid verwijderen” antwoord het stamhoofd. Ze gaan naar het kasteel om morgen naar Kian te gaan om hem op te ruimen. Wanneer de maan en de nacht door de uren langzaam voorbij gaan. Komt de zon langzaam naar boven. Kain wordt langzaam wakker en gaat naar buiten om de dieren te voederen. Zijn moeder is bezig met eten klaar te maken terwijl ze bezig zijn. Komt de stamhoofd met een leger om Kian te vermoorden. De moeder ziet door het raam het leger en gaat naar buiten om ze tegen te houden. “Wat is er aan de hand” vraagt Kain. “Wij gaan je weg ruimen” antwoord het stamhoofd. Als de soldaten hem willen aanvallen komt er een andere gouden krijger. Hij komt Kian halen voor naar de hemel te gaan om krijger te worden. De gouden krijger ziet wat het stamhoofd deed en pakt zijn zwaard om de stamhoofd te vermoorden. De gouden krijger legt alles uit aan Kian wat er aan de hand is. Kian gaat akkoord om een gouden krijger te worden en gaat met hem mee naar de hemel. Kian mag elke maand twee keer op bezoek komen om zijn moeder te zien. Alles is vrede verlopen Kian wordt een gouden krijger en het eiland leeft meer in vrede dan ooit.