Hans Roofthooft

Gebruikersnaam Hans Roofthooft

Teksten

De hoed

Ik draag een hoed.  Soms een echte Stetson maar meestal een volledig uit leder gemaakte Australian bush hat. Ik draag ze om twee redenen, ik vind het mooi en het beschermt me tegen drie zaken: de zon,  de regen en mensen aan de schoolpoort met een paraplu. En over deze egocentrische soort zou ik het even willen hebben. De regen valt als een waterval naar beneden als ik op een woensdagmiddag de schoolpoort nader. Er staan al heel wat ouders en grootouders te wachten tot de bel gaat, het overgrote deel van hen schuilend onder zo’n gekleurde halve bol. Vele kleuren en motieven zijn aanwezig, bolletjes motief, blauwe met kikkers, koetjesmotief maar de meeste met reclame erop voor één of ander bedrijf. Er zijn er zelfs van gekende, dure, kledingsmerken. Zelfs met dit snertweer kunnen ze het pochen niet laten, de steeds opgedirkte vrouwen, naarstig ronddraaiend en speurend opdat iedereen hun teveel betaalde regenbescherming zou opmerken. Als ze bij die egoïstische bewegingen mensen doen wegduiken, pijn doen of regenjasjes beschadigen kan hen niet deren. Neen hoor, het komt niet in hun verwaterde en niet communicerende hersencellen op dat door het niets ontziend wapen in hun handen ze vijf maal meer plaats innemen op onze aardbol, en de ander dragers naast hen idem dito ! Als de bel gaat en de schoolpoort openzwaait breekt de hel pas goed los. Een nietsontziende paraplu dragende massa probeert zich door de 4 meter brede opening te wurmen met alle au’s en godverdomme’s van dien. Boze en pijnlijke gezichten, geluid van scheurend textiel en verhitte discussies voor de ogen van de kinderen die netjes staan te wachten in de gietende regen met hun regenjasjes aan. Een mens vraagt zich af wie hier het goede voorbeeld geeft! Als de meesten de schoolplaats verlaten hebben begeef ik me met mijn kinderen richting zebrapad waar ik zie hoe zelfs de gemachtigd opzichter niet ontsnapt aan de staatsgreep der baleinen en dit onder het toeziend oog van een agent. Nu moet die laatste van mij niemand arresteren voor onopzettelijke slagen en verwondingen of voor verboden wapenbezit maar een opmerking zou misschien toch wel op zijn plaats zijn. Terug thuis en ontdaan van alle natte kledij ben ik opgelucht dat ik geen deel uit maak van die kudde imbecielen. Ik heb respect voor de ogen en kledij van mijn medemensen. Ik draag een hoed.

Hans Roofthooft
39 0

Een knikje en een glimlach.

Een knikje en een glimlach. Dat kreeg ik van haar op een ochtend enkele maanden geleden toen we elkaar kruisten op de weg naar school. Ze duwde een kinderwagen voort met erin een kind van enkele maanden oud. Ik pijnigde mijn hersens maar kon haar niet plaatsen in mijn brede kennissenkring. Moest ik deze jongedame kennen ? Ik zette mijn twee spruiten van negen en zes jaar af aan de schoolpoort en wandelde in gedachten verzonken terug huiswaarts. Weer kruisten we elkaar maar ditmaal was haar kinderwagen leeg. Een knikje en een glimlach en ik beantwoordde haar gebaar. En zo gaat het elke keer als ik haar tegenkom.  Als ik na de grote schoolvakantie van de schoolpoort terug naar huis wandel fietst ze me voorbij met het kleine kind achterop in een kinderstoeltje. Ze stopt bij het huis van de onthaalmoeder en zet het kindje op de stoep. Het verwondert me dat op twee maanden tijd het ukje rechtop kan zitten en aan de hand van de moeder zelfs kan stappen maar zo gaat dat met jong leven. En weer is daar die vriendelijke knik met glimlach. Ik ben ondertussen tot de conclusie gekomen dat ik haar van haar noch pluim ken en vraag me af waarom ze steeds vriendelijk is tegen me. Voor mijn uiterlijk zal het zeker niet zijn, ik was in mijn jonge jaren al geen adonis en de tijd heeft niet voor verbetering gezorgd, integendeel. Trouwens met mijn één en vijftig jaar ben ik oud genoeg om haar vader te kunnen zijn. Misschien is het dat wel, valt ze op oudere mannen, op zoek naar een vaderfiguur die ze zelf nooit heeft gehad. Deze  gedachte geeft me een oncomfortabel gevoel en telkens ik haar tegenkom ben ik alerter dan anders , speurend naar iets dat mijn vermoeden bevestigd. Maar met de beste wil van de wereld kan ik nooit iets bemerken dat in die richting wijst. Elke keer weer dat knikje en die glimlach, meer niet. Op een helder moment schiet er plots iets in mijn hoofd, iets dat het schaamrood tot achter mijn oren doet lopen. Hoe heb ik zulke lelijke dingen kunnen denken over haar! Ze is gewoon zo, welopgevoed, vriendelijk en positief van nature. Niet zoals vele van haar leeftijdgenoten die zich meer zorgen maken over wat er op hun smartphone gebeurd dan wie die mens is die ze juist zijn gepasseerd. Of die zich liever afvragen of hun handtas wel bij hun schoenen past dan iemand vriendelijk te begroeten. Maar zij niet, zij loopt rechtop en in het rond kijkend is ze vriendelijk tegen iedereen op straat. Mijn besluit staat vast, volgende keer ik ze tegenkom beperk ik me niet tot een lichte beweging van mijn hoofd en een grimas rond mijn lippen maar zeg ik goeie morgen, of beter nog, een goeie dag. Want dat wens ik haar, een goeie dag, met een knikje en een glimlach.

Hans Roofthooft
34 0

Opleiding

Momenteel een cursus korte verhalen schrijven, die lekker loopt.

Publicaties

Prijzen