De avondwandeling
Alleen dwaalt ze door de nacht. Geen vis in de stroom, geen mug tussen de nevelslierten. Het enige lichtpuntje dwarrelt tussen haar vingertoppen. In de verte hoort een ruis van drukte, maar hier is het stil. Tezamen met haar viervoeter is het hier waar ze wil zijn.
Hier is het waar ze wel wil zijn.
En ze vergeet. De pijn en het verdriet van de voorbije dagen gaf ze het nakijken toen ze de voordeur net iets te hard achter zich dichtsloeg, haar voornemen niemand wakker te maken als vochtig karton op de stapel pas verbrande principes.
Maar het blijft achtervolgen, zoals ook een rups dat kan. Waar het precies verstopt weet niemand. Is het tussen haar zwarte voetzolen en het grindpad?
De liefde die je vleugels gaf zag nu wel mooi zijn kans om zich te ontpoppen tot giftige vlinder.