aan een ketting van slagaders ...
aan een ketting van slagaders liggen we, hangende harten zij aan zij aan een zijden draadje, aan het lijntje gehouden schuren we met onze buren en alles voelt rauw, rouw over iets, waar we het woord nog voor zoeken, worden we schichtig, schimmig, blijven met stomheid geslagen, stomp in de maag, greep aan de keel, veel weten we niet te vermogen, wat mag dan nog wel, ons vel knelt, te strak gespannen over alles wat vanbinnen aan flarden tot we vloeibaar worden, een plas in harnas, met de eerste scheur barst het los uit alle voegen, we vervoegen wat ooit is geweest met een grammatica van weleer, wel nee, die geldt niet meer, we moeten iets anders verzinnen, het beter doen, nog beter dan we dachten dat we al deden, liefde spreaden als hagelslag op boterham, opdat ze haar weg vindt in de voegen waar het licht binnendringt:
wesistance