Twee scènes (opdracht 1)
Scène (opdracht Riet)
Snel… de hoek om… Te laat… ik kom te laat…. Vlug! Jas uit, schoenen aan de kant! Ik zie zwarte vlekken voor mijn ogen van het lopen. Waar is die afwasschort? En mijn werkschoenen? Misschien ziet hij me niet, als hij achteraan de koelkast aan het vullen is, dan glip ik zo binnen. Ik adem te luid, van het lopen…. shshsh…. stiller, rustig, rustig…
“Hey, gast, te laat??? Hoe zit dat, vind jij je eigen werkuren uit? En wij maar travakken, en meneer ligt in zijn bed… Begin maar met de bloedworst, ontvellen en aan Jani geven, die gaat alles bakken. Waar wacht je op? Of wil jij de gastvrouw spelen misschien? Die komt later, ja, zij wel, bloemekes water geven en tafels indekken… Awel? Tong verloren?” De chef snauwt en draait zich om naar het drankkot. Als een gek begin ik de stapels glazen en borden in de machine te stouwen, en duw op de rode knop. Onmiddellijk schiet het ding in gang. Ik heradem, dat was het voor vandaag wel weer?
Gisteren was zalig, ze was zo blij met die ring, ze heeft hem zeker nog aan. Het was maar een kleintje en de diamant was ook al geen echte, maar het ging om het gebaar, toch? Alleen stom dat ik weer door die wekker sliep. En die stond nog wel op maximum, maar ik hoor het echt niet! Het komt zo sullig over, ik heb me verslapen. De waarheid maakt geen indruk. Pff….. rotjob…. Ik wil iets anders….. ‘Money, money, money…. It’s so funny…. !’, zingt de chef mee met de radio vanachter de stoof. Luid en vals.
Scène (opdracht Karen)
De herfstzon voelt warm op mijn handen en de gloed verspreidt zich langzaam onder mijn huid. Ik zit stil op mijn plekje aan het keukenraam om de twee meesjes niet te storen. Ze vliegen vanop een uitsparing in de bakstenen muur hoekig tussen de hortensia’s door. De kop thee verwarmt mijn handen nu ook aan de binnenkant. ‘Ik heb te lang staan schilderen in die onverwarmde kamer, maar ik weet hoe lastig het is om opnieuw te beginnen als ik stop. De herfst is begonnen, die kleuren, die ga ik straks gebruiken voor de achtergrond.’
‘Wat zal ik klaarmaken als avondmaal? Ik heb asperges waar Diego zo verlekkerd op is, maar komt hij wel? Wie weet met wie hij nu weer op stap is! Niet aan denken, gewoon doordoen, alsof er niets aan de hand is. Dus asperges misschien? Met wat eieren? Het voelt als wiskunde vroeger, wanhopig verderdoen zonder te weten waar je gaat uitkomen. ‘
‘Ik ga nu eerst nog wat verder schilderen, nog even, tot het te donker wordt. Het licht is zacht nu en mijn borstels staan te wachten. Die achtergrond wil ik vandaag nog klaar hebben, morgen zie ik maar weer welke kant het opgaat. Die kop thee gaat mee.’