MaartenV

Gebruikersnaam MaartenV

Teksten

Met respect voor moderniteit en traditie

Er was eens een sprookje dat zichzelf wou heruitvinden. Jarenlang was het begeesterend verteld en in verschillende stemtimbres voorgelezen. Uitgebeeld ook vaak, bij amateurtoneelgezelschappen, en in tekenfilmvorm gegoten. Met figuren in plasticine was er ooit een bekroonde stopmotionfilm vervaardigd en op Aziatische webshops kon je zijn personages als actiehelden kopen, maar hoe je het ook draaide of keerde: inhoudelijk bleef de pointe wat ze was. Zijn zwart-witpersonages bekenden geen kleur en de spanningsboog hing er als een slappe vod bij. En dat verdroeg het sprookje niet langer. Het sprookje dacht na. Als het eens begon met een grondige update voor zijn hoofdpersonage? Dat pseudoheldinnetje, met haar duffe rode kapje en haar rieten mand vol cholesterolrijke versnaperingen. Het onnozele, brave kindsterretje was een noodlottige vlaag van zinsverbijstering van die twee Duitse broers geweest. Het sprookje mijmerde. Toen de dieren nog spraken en geen antropomorfische kunstgreep nodig hadden om in sprookjes te mogen figureren, was zijn hoofdpersonage geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. De herinnering aan haar zinnenprikkelend karakter en dito uiterlijk vertoon was een balsem op zijn gekweld gemoed. Dat was me nogal een ferm wijf, monkelde het sprookje. Hoe ze onbevreesd en zonder schroom gevaren te lijf ging; die verre herinneringen kikkerden het sprookje geregeld op. Maar die twee puriteinse paters hadden plots bedacht dat het commercieel wellicht interessant was het rodeoortjesverhaal, dat tussen kruik bier en karaf wijn werd opgedist in de plaatselijke herberg, om te toveren tot een kleutervertelling, waarbij elke vorm van stoutmoedigheid en gratuit geweld angstvallig werd vermeden. Zo had het sprookje het niet bedoeld: nooit had het een zoethoudertje voor pagadders in pampers willen zijn. Zijn Roodkapje werd in ere hersteld, dat stond vast: kap over de haag en verleidelijk vrouwelijk wezen, blonde del van me! Even verstarde het sprookje: een #metoo-claim was wel het allerlaatste waar het op zat te wachten. Maar gesterkt door het straffe, eigengereide karakter van zijn nieuwbakken retroheldin, klopte het sprookje zich vol vertrouwen op de borst: dit was politiek helemaal correct, met respect voor moderniteit en traditie. Ook dat belerende vingertje moest omlaag, besloot het sprookje. Leve de ongehoorzaamheid! Luister voor een keer niét naar je moeder. Alsof zij het altijd bij het rechte eind kón hebben. Het sprookje had geen moeder, dus het had misschien makkelijk spreken. Maar toch, dit voelde als een juiste beslissing. Het sprookje kreeg een opstoot van energie: waarom had het zolang gewacht om zijn leven om te gooien? Wie vandaag nog een ander de les wil spellen, is een norse boomer, bah. Sprookjes brein knetterde: wat als die boomer de slechterik van de nieuwe lichting werd? Een harige boomer met grote oren, ogen en tanden, belust op een lekker omaatje? Het sprookje kon een triomfantelijke glimlach niet bedwingen. Bestaat er een saaiere locatie dan een huisje in het bos? Het sprookje twijfelde. Het besefte dat qua huizenhoog cliché een kasteel of een land hier ver vandaan nog zwakker scoorden, maar levensvreugde schonk deze setting het sprookje allerminst. Soms werd gewag gemaakt van een betoverd bos, maar het bleef gissen naar de bewijzen voor dit kwaliteitslabel. Een wolf, een jager, de grootmoeder, een kronkelend pad: het sprookje had ze al meermaals van erg dichtbij bestudeerd en van magie was geen sprake. Het sprookje wikte en woog: het kleiveld in de polders en de meanderende rivier in een kloofdal vielen af, om velerlei redenen, dus besloot het finaal te kiezen voor ‘de betoverde stedelijke inbreiding’ als zijn nieuwe fabelachtige setting, met respect voor traditie en moderniteit. Niemand mocht claimen dat het sprookje niet mee was met z’n tijd. Hoe het dat ‘betoverde’ zou concretiseren, daar moest het sprookje nog eens grondig over nadenken. Nog was het sprookje niet tevreden. Het wilde van de jager af. Dit idee was niet zozeer ingegeven door een haast puberale rebellie tegen de gevestigde waarden, maar het sprookje vond de jager gewoonweg een kleffe allemansvriend, een patser zonder ruggengraat. Dat die op het eind de redder in nood kwam spelen? Van zo’n happy end werd het sprookje niet blij. Het voerde een ingrijpende wissel door: de jager werd zonder pardon opzijgeschoven voor de creatieve copywriter op het vliegend tapijt, met respect voor moderniteit en traditie. Het sprookje had nog één wens: het benijdde vele van zijn soortgenoten om de luxueuze trouwpartij op het einde. Het zou experimenteren met een paddenstoel of, via via, een magische appel ritselen: een heerlijke trip van zeven dagen en zeven nachten. Zo’n epiloog ontzegde het sprookje zich toch niet? De lijdende voorwerpen voor dit feest lagen voor het grijpen en met slechts drie personages waren de mogelijke combinaties perfect te overzien. Met respect voor moderniteit en traditie liet het zijn oog vallen op Roodkapje en de creatieve copywriter: ze waren een gedroomd koppel dat hoge ogen zou gooien op de dansvloer. Het sprookje droomde van wereldberoemde deejays, multiculturele eetstandjes en een mobiele EHBO-stand. Misschien kon de creatieve copywriter zijn tapijt als taxidienst openstellen voor de aanwezigen? Mensenlief, wat een brainstorm, zuchtte het sprookje. Het moest even bekomen. Het sprookje overliep zijn boude beslissingen en de verstrekkende gevolgen bij een hoog opgeschoten bonenstaak. Zeker, het was een totale omwenteling van zijn existentie. Maar een revolutie op tijd en stond: dat hield je alert. Rust roest: het kende zijn klassiekers en een gelukzalige gloed maakte zich van het sprookje meester. Tijd voor thee in het peperkoeken huisje om alle emoties door te spoelen. Even later nipte het sprookje van een sprekend kopje en het leefde nog lang en gelukkig.    

MaartenV
115 3