MoneG

Gebruikersnaam MoneG

Teksten

Kleur

Kleur De slaapkamerwand van onze sympathieke bejaarde buurvrouw die twee huizen verder woont is rood. Dat is een verrassende waarneming die ik doe op het moment waarop ik in het gewone leven in mijn auto zit en de afstand overbrug tussen mijn werkplek en ons huis. Deze verplaatsing gebeurt naar mijn gevoel heel vaak in het halfduister of toch in iets wat op donkerte lijkt. Ergens heb ik nog een vage herinnering aan diezelfde autorit bij monter daglicht of bij ondergaande zon maar die gedachte situeert zich halverwege een lang vervlogen tijdperk en is dus veel moeilijker levendig op te roepen. Misschien heeft mijn voorkeur voor de schemering  ook wel te maken met een onderhuids gevoel van schaamte. Ik besef immers ten volle op welke manier ik doorgaans in mijn wagen zit : luidkeels meezingend met een liedje op de radio of verwoed het ritme aangevend met mijn handen op het stuur als was ik de dirigent van het Wiener Philharmoniker. Het geheel biedt vermoedelijk een zeer vermakelijke indruk. En is dus veiliger zonder daglicht. Voor iedereen. Minder uitzinnige fans die plots hun wegcode negeren. Minder heimelijke aanbidders (waardoor ik mijn wegcode negeer). Oké, ik geef toe : ook minder amusement voor de medemens en meer verdoken genot voor mij ( ik hoop dat jullie een geheim kunnen bewaren ). Maar goed, omdat de afstand tussen mijn tijdelijk kantoor en ons huis op dit moment niet veel groter is dan de neus van Pinocchio hoef ik niet langer gebruik te maken van een gemotoriseerd rijtuig (hiep hiep hoera voor het milieu ) . En kan ik dus ook niet langer ongestoord zingen ( ik deed nog geen familiale opiniepeiling maar ben ervan overtuigd dat er bij mijn huisgenoten geen prangende nood is aan een huiskamerconcert van “la mama” ). Het is een groot gemis voor mijn uitzinnige fans en heimelijke aanbidders. En een nog aanzienlijker gemis voor mij. Bij wijze van alternatief marcheer of kuier ik  (al naargelang mijn gemoedsgesteldheid) in onze achtertuin. Het is tijdens zo’n slentermoment bij valavond dat ik mijn kleurrijke ontdekking doe. Rood. De muur van haar slaapkamer. Zou dat het geheim zijn ? Zou rood ervoor zorgen dat je zo gratieus ouder wordt zoals zij dat doet? Is rood misschien de oorzaak van haar blijmoedig geschuifel door onze straat ? Zorgt rood voor die fonkelende ogen in dat rimpelige gelaat?  Als dat zo is, dan heb ik een probleem. Een omvangrijk probleem. Rood is namelijk mijn kleur niet. Rood is te fel, te opdringerig, te bruusk. Rood betekent fout of gevaar, of stoppen waar je mee bezig bent (en dat wil ik heus niet altijd ). Rood is volgens Wikipedia ( sorry Mr Van Dale , voorlopig vraag ik het even aan iemand anders ) de kleur met de krachtigste symboliek. Het is vermoedelijk daardoor dat rood verkozen werd tot kleur van de liefde. Kleur van de passie en het vuur. Helaas, zelfs die wetenschap kan mijn mening niet wijzigen. Geen rood voor mij. Liefde en passie en vuur uiteraard wel . Mits enig flexibel denken is dit perfect haalbaar. Ware liefde mag een eigen kleur kiezen. Ze hoeft niet te beantwoorden aan de norm. Als ze maar oprecht is en warm. Misschien kan ze dan wel geel zijn (ook al denk ik dan spontaan aan vanillepudding … mmm lekker) of bruin ( die kleur behoort ook niet tot mijn uitverkoren palet maar zonder speculoosje voelt vanillepudding zich zo eenzaam) . Of misschien is de liefde wel groen (van jaloezie) of blauw ( die wijsheid had Willy Derby reeds in 1935 – Twee ogen zo …). Wat mij betreft zijn alle kleuren van de regenboog toegestaan. En maakt iedereen zijn eigen keuze. Onze buurvrouw koos dus rood. En die keuze verwonderde mij. Alsof rood niet past bij haar frêle verschijning op het zebrapad. Niet past bij haar beeld dat ik onbewust al jaren boetseerde. Het leert mij in ieder geval dat niets is wat het lijkt. Dat is geen nieuwe kennis. Waarachtig , ik wist dit reeds ( met een gesloten autoraampje lijk ik  immers ook te zingen als Tina Turner). Alleen lijk ik het af en toe wel eens te vergeten. Tot nu. Ik herschik mijn ideeën en open een nieuw vizier. Omwille van haar. Omdat ze vorige week jarig was en als een volleerde koningin haar zingende familieleden toewuifde vanuit haar raam op de eerste verdieping . Ik had kunnen meezingen maar ik deed het niet. Dat was te gevaarlijk ( teveel uitzinnige fans en het negeren van de wegcode). Bovendien was ik wat overdonderd. Het tafereel ontroerde mij. Ik stond erbij en keek ernaar. En ik zag plots heel helder dat ene moment , ergens in de zomer van 2019 ,waarop ik een korte babbel had met haar. Ze was met haar rollator op weg naar de frituur. Niet omdat ze honger had. Ze had goesting. In frietjes. Op het einde van ons gesprek noemde ze mij “jongedame” . Dat woord liet mijn hart zingen (voor één keer zonder fans). Een hele week. En daarom geef ik rood voortaan een eerlijke kans. Want rood is hoop. En hoop doet leven   MoneG.  

MoneG
9 0