de uitdaging
Wat doe ik hier. Waarom doe ik dit. De bomen zijn groter, donkerder, taaier dan ik ooit gezien heb. De wind ruist scherper, ruikt duisterder, doet me denken aan – wat is dat? Ah de taxi rijdt weg.
Waarom heb ik niet iemand meegenomen hier naartoe? Omdat niemand met me mee wou, niemand had er het geld voor over, alleen ik, stapelgek als ik ben, betaal me groen en geel, steek me in de schulden om .. nou ja, het is ook wel een leuk avontuur. Moet je dat hier nou toch zien. Wat een lollig huis. Ik zal eens aanbellen.
Zowaar, er wordt opengedaan.
Ach meneer, ik snap u niet. Parlez vous francais? Sprechen sie Deutsch? Do you speak English? De man is niet goed. Hablas Espagnol? Oeps, maar dat doe ik zelf niet. Ik zal hem de brief laten zien. Aha, dit werkt.
Wat een aardige man, hij geeft me schouderklopjes, trekt me meer naar binnen, ik mag gaan zitten aan een soort keukentafel, krijg een soort koffie. De koffie is koffie en smaakt goed. Nee, dank u, geen suiker, geen melk, prima zo.
Er kijken twee ogen naar me vanuit een openstaand keukenkastje, dat is raar. Ik maak een gebaar naar de man, wijs naar het keukenkastje en trek mijn wenkbrauwen op. Hij ziet wat ik bedoel, staat op en sluit het deurtje.
Jee, was dat een rat?
De man zegt wat en pakt ondertussen een brood, een groot plat langwerpig brood, het ziet er interessant uit, een soort steenbrood denk ik. Wat ze in steenovens bakken, ik heb er wel over gelezen. Zo’n brood dat lijkt op een menhir. Ik lust wel wat. Kijk nou toch, de man houdt het brood vast en zwaait ermee, oei, he, pas op, wat…
De deur van het keukenkastje piept open, en er komt een dier uit. Niet zomaar een dier, een zwart wit geblokt eekhoornachtig beestje. Het beestje springt op de gast af en begint diens hoofd schoon te likken. De gast vindt het goed, vindt kennelijk alles goed.
Dat komt omdat voor deze gast er niets meer toe doet.