Dialogica
Dialogica
Niemand leest nog en wij, geachte lezer, weten waarom: niemand heeft er de tijd voor want iedereen schrijft.
Welaan, voor de woordworstelaars onder ons die beter willen, is er in Antwerpen de SchrijversAcademie en daar krijg je bijvoorbeeld deze opdracht:
[Twee broers, 32 en 23 jaar, komen elkaar tegen op de speelgoedafdeling. De vrouw van de oudste kan elk moment bevallen. De oudste broer verdenkt de jongste dat die het met zijn bevallige vrouw heeft gedaan. Die verdenking blijft onuitgesproken. Hoe gaat hun dialoog?]
Branded content
De schrijver richt een camera aan het plafond van de speelgoedafdeling ener Walmart op het personage David. David is 23 jaar en heeft een typische Justin Bieberkop. Vanuit het vogelvlucht-perspectief kan de lezer goed zien dat David een pop uit het schap pakt, een levensechte baby-pop met opengetuit mondje waar precies de speen inpast van het melkflesje dat naast de pop zit geklemd in de geheel transparante plastic verpakking.[1]
‘Je kunt hem er zo instoppen,’ klinkt van opzij een lijzige stem, de stem van Davids broer Max. Deze Max is een soort van ouwelijke, diepdoorgroefde Bieberbroer, ongeschoren bovendien, en de schrijver heeft hem weggeplukt vanbij het kraambed zijner vrouw Liza. Daartoe zijn de weeën enige uren uitgesteld, eerst moet pa-in-spe een appeltje schillen met oom-in-spe, of omgekeerd, opdat de lezer zich niet vervele.
David houdt geschrokken de pop tegen zich aangeklemd. Dan vraagt hij: ‘Hem?’
Max klemt zijn ongeschoren kaken op elkaar.
David vraagt opnieuw: ‘Hem? En waarin gestopt?’
Max ontklemt zijn kaken. ‘Je pink bijvoorbeeld,’ zegt hij terwijl hij een non-verbale, maar door de lezer niet mis te verstane, Elvis-the-pelvis beweging maakt.
‘Ooh, lekker,’ steunt gladgekaakte David. ‘Net als toen…’
Nu maakt Max een Lucky Luke-achtige beweging, sneller dan zijn schaduw, waarbij hij onder meer een sinds Trump vrij verkrijgbare knaldemper gebruikt.
Er verschijnen enkele ketchup[2]-achtige vlekken op Davids shirt. Hij kreunt en zakt traag en theatraal in elkaar.
Max probeert de beketchupte babypop+fles-verpakking onder zijn stervende broer vandaan te trekken. Dat lukt niet. Dan zegt hij, opkijkend naar de camera: ‘Het kind heeft hoe dan ook de genen van onze ouders. God bless her. Ik zal van haar houden.’
Maar helaas, David is al dood[3], zodat hij zijn laatste woorden niet meer kan uitspreken: ‘Nee joh, het was een pakketje van de DHL-man[4].’
Onuitgesproken – tja, dat is het nadeel van dit vogelvluchtperspectief.
Paul Braamberg
[1] Made in China, door kinderhandjes. Tezamen met een kortingsbon voor roze babypopkleertjes.
[2] Momenteel in de aanbieding bij Walmart, de enige echte, van Heinz.
[3] Die Trump is ook zo’n verdomd effectieve president.
[4] DHL is immers een global market player en bezorgt ook bij jou thuis, lezer, waar je ook woont.
[Hum, dat was nogal wraakgericht, dat was vooral veel te rechttoe-rechtaan. Maar drama ontstaat niet door eenduidige emoties. Herschrijf de tekst vanuit een andere onderliggende emotie. Laat je personages denken, laat een omwenteling plaatsvinden, een inzicht…]
Zo dan
‘Gaap,’ zegt de lezer.
‘Bedoel je?’ vraagt de schrijver.
De schrijver denkt even na, dan zegt hij: ‘Geef me een paar minuten voor ik een trialoogje met vieze Lieze[5] klaarheb.’
De schrijver zegt tegen zijn personages Max en David: ‘Kom jongens, ruim die kliederketchup op, dan haal ik Liza.’
Max en David gaan in de weer met Vanish Oxi Action vlekverwijderaar en de schrijver licht Liza van het kraambed[6].
De schrijver appt: ‘We zijn zover.’
De lezer neemt de roltrap naar de literatuur-afdeling van de Walmart.
Het is er stil. Smakelijk liggen de kookboeken uitgestald[7] en daarnaast schittert de literaire-non-fictie-top-20.
De lezer bladert in deze, de lezer bladert in gene, de lezer legt het boek telkens hoofdschuddend terug.
Het mobieltje van de lezer twinkeliert.
Dus snel terug naar de kinderafdeling. Daar houden rood-witte linten de toegestroomde belangstellenden op afstand.
‘Lieve lezer,’ zegt de schrijver. ‘Je bent de mooiste/stoerste[8] lezer die ik ooit gehad heb. Voor jou doe ik alles.’
De lezer schudt het hoofd en denkt: dat las ik net in elke flaptekst.
‘Maar ik méén het,’ zegt de schrijver wanhopig. ‘Kijk maar.’
Op een waterbed[9] ligt het stapeltje personages, naakt. Onderop Max, de mogelijke vader, daarop Liza, als het ware om haar hoogzwangere buik gedrapeerd, die van voren genomen wordt door Max en van achter door David, de mogelijke oom dus.
De lezer schudt het hoofd.
‘De weeën!’ krijt Liza. Haar rug en billen beginnen ritmisch te contracteren.
‘Ik kom,’ gilt David in de maat.
‘Ik voel het komen,’ gromt Max eveneens in de maat.
De lezer schudt het hoofd. ‘Gaap.’
‘Hoepel dan maar op,’ zegt de schrijver en smijt zijn pen door de rood-witte linten.
Maar de lezer en het overige publiek blijft staan kijken. ‘Iets fris graag. Iets taboeërigs.’
De schrijver denkt even na en kolft dan met enige moeite een plastic glaasje melk uit een der wippende borsten van Liza. ‘Hier, ’t is nog warm.’
De lezer schudt het moeie hoofd.
De schrijver wordt boos. ‘Zo dan,’ brult hij en rukt zich de kleren van het lijf. Hij heeft zo’n enorme erectie dat die bijna zijn kinnebaardhaartjes raakt.
‘#WeToo[10],’ kraait de lezer[11] en stroopt de broek af, resp. rok op[12] en trekt de billen van elkaar zodat de anus frank en vrij en hongerig vol in beeld komt.
==== Einde 1, over-de-top:
’s Schrijvers eikel nadert ’s lezers sterretje en ’s schrijvers stem schort:
‘Je bent een kind.’
‘Jaah.’
‘Je bent míjn kind.’
‘Jááh.’
‘Je bent dood want ik heb je net laten stikken.’
‘Jááh, en hé, noem me Pauw[13].’
Veren in de kont, denkt de schrijver opgewekt.
Buiten beeld, in de tuin-afdeling op het dakterras van de Walmart, plukt een jongen een madeliefje voor een meisje.
[14]Paul Braamberg.
[5] Dat is haar bijnaam in de stad.
[6] De weeën wederom even uitstellend.
[7] Alleen deze week 2-voor-1.
[8] Doorhalen en/of omcirkelen wat van toepassing is.
[9] Topstuk van de Walmart-collectie, ook op afbetaling verkrijgbaar.
[10] Dit is geen enkele kritiek op het aan de (al of niet ongeschoren) kaak stellen van seksueel misbruik. Wel op het publicitair misbruik daar weer van.
[11] Goddank, eindelijk!
[12] Doorhalen en/of omcirkelen.
[13] Is ook als podcast te downloaden.
[14] Dit is niet geschreven door:
==== Einde 2, overder-de-toppest:
’s Schrijvers eikel nadert ’s lezers sterretje en ’s schrijvers stem schort:
‘Full consent?’
‘Vol erin,’ smeek en gebied je, vooroverbuigend en achteromkijkend.
Welaan, vol gaat ie erin tot ie welhaast in je keel kriebelt en je niet meer achterom kunt kijken.
‘Vooruit,’ hoor ik je steunen. ‘Meer diepgang.’
‘Je bent een kind,’ zeg ik ritmisch.
‘Jaah, pedofilie!’ stoot je uit.
‘Je bent míjn kind,’ zeg ik ritmisch.
‘Jááh, incest!’ stoot je uit.
‘Je bent dood want ik heb je net laten stikken op de literatuurafdeling.’
‘Jáhá, necrofilie!’ hoest je. ‘Re-te-span-nend. En hé, noem me Pauw[15].’
Veren in je kont, denkt ik, steeds meer en steeds dieper.
Buiten beeld, in de tuin-afdeling op het dakterras van de Walmart, roffelt regen op parasols en palm- en vingerplantgebladerte. Een jongen, druppeltje aan z’n neus, plukt een madeliefje voor een roodkonig meisje.
[16]Paul Braamberg[17].
[15] Is ook als podcast te downloaden, wel eerst 18+ aanvinken.
[16] Dit is niet geschreven door:
[17] , dan zou deze tekst minstens twee pagina’s langer zijn.