S
Ik ben gemaakt om te maken,
Door zinnen omringd
Ik ben een wonderkind
Helaas, dit is mijn winter niet
Niet van mij alleen
Ik ben de takken in een nest
vervlochten rond de draden,
van wat voorheen
onze lichamen waren
De wind zingt en ik krijs
met de meeuwen mee
Ik leg je lichaam
in mijn holtes
En onder onze witte lakens
Leg ik al mijn dromen bloot
Op mijn ziel geprojecteerd
Is alles wat je met je meenam
En waar je in je schaduwnood
toch geen plekje voor kon
vinden
Ik heb je lief
Ik wil je houden
Maar je vleugels laten zich niet binden
Laat mijn fragiele draden los