Veilig onder dons
Wanneer de woorden mij als sinaasappels uit een gescheurd net ontglippen, leggen opspringende gedachten, almaar dwingender het dwaalspoor van mijn redenering bloot. Blikken bevestigen de wanorde van de woordenstroom waarin ik mezelf verlies. Hun wenkbrauwen wijken van verbijstering steeds verder en laten oogwit nadrukkelijk tevoorschijn komen. Ik beleef afgelopen middag, haarscherp, telkens opnieuw.
Hier krijg ik mijn gedachten verzameld en vinden mijn woorden hun volgorde en betekenis terug. Hier, oefen ik mijn redevoering met steeds meer overtuigingskracht voor het publiek dat allang verdwenen is. Veilig onder dons, voer ik de gesprekken die morgen niet meer zullen plaatsvinden.