Ophelia, het berkenblad
Ik drijf onder de kale kruinenvan stormdoorvlaagde eiken,langs zij die op de kades struinenen nog even naar mij kijken;Mijn amber is verbleektMijn scharlakenrood verdropenMijn okergeel verweektMijn groenen uitgelopenIk ben het bruine berkenblad;dwarrel neer op de rivier,op het zilverwater datmij wegvoert, ver van hierZo zal ik stil verdwijnenom nooit nog af te meren,in het water weg te deinenen nimmer weer te keren…