't schareke

Gebruikersnaam 't schareke

Teksten

De Bruiloft

  De eindeloze kasseienweg die naar de trouwerij van het jaar zou leiden, gaf me de rustige doch licht dramatische intocht die ik dacht te verdienen. Een grootse witte hoeve met lapjes vochtige weide er rond neer gepuzzeld, vredig in de valavond gebaden, soppend in de moor. De onstuimigheid van aankomend onweer werd versterkt door de drukke treden van vele arriverende sleehakken en de hoge tonen van gesmaakte kreetjes bij het zien van een vers in gelukszweet gemarineerde bruid. Zelfs ik werd er heel even kirrend van.   Schuin geparkeerd in het hoge natte gras, gaf ik mezelf een honderdste aanblik in de spiegel en vond dat ik er 30 uit zag. De luide kapsels en oog tergende patronen lagen ondertussen mijlenver achter mij en ik vond een toegeeflijke gemoedsrust in mijn sobere make-up en blinkende haren. Ik vond dat ik simpel en eerlijk oogde. Het was zo stilaan genoeg voor mij. Ik had niets meer te bewijzen. Ik dacht dit klinkklaar feit op zijn beurt te demonstreren aan de hand van een pastelkleurig kleed op knielengte. Dana Winner op visite.   Met haar knokige beentjes en zwarte kanten Halloweenjurk volgde ze hem op de voet en gaf me een ingetogen zoen. Hij lachte breed, nog steeds op dezelfde manier, zijn je-m’en-foutisme trots gedragen door een bescheiden postuur. De ongemakkelijkheid ging allemaal best vlotjes aan hem voorbij, terwijl hij ons de armpjes liet kruisen. De nieuwe en de oude. Eentje met veel eyeliner en eentje zonder.   Schuifelende voetjes, blikken in alle richtingen van het rustieke feestsalon. Tijdens de huwelijksceremonie zeiden man en vrouw mooie woorden. Verhalen gemeten op het lijf van hij en ik. Vroeger. Het drong tot me door dat we zo stilaan geen verhalen meer hadden samen. Hij las niet eens meer mijn blog.   Naarmate de drank vloeide en stiletto’s ingeruild werden voor teenslippers, moest ik steeds vaker rook- en plaspauzes inlassen, telkens even vluchtend van vrienden die naar alle waarschijnlijkheid toch niet meer de mijne waren. Ondergedoken in het kleinste kamertje, in de geur van vers gespuid braaksel, dacht ik na over mijn volgende move. Misschien eventjes nonchalant langs het dessertbuffet, daarna is het vast wel weer tijd om een luchtje te scheppen. Mensen die eerder enthousiast naar me toe zouden komen lopen, leken me nu niet te herkennen.   Terwijl de avond onhebbelijk traag in nacht veranderde, werden de ogen van het meisje kleiner en scherper. Mijn arm richting dansvloer sjorrend, trok ze steeds dichter en dichter naar me toe, tot op 5 centimeter van mijn aangezicht en blies haar verwarring mijn neusgaten in. Ik weet niet of het haar onervarenheid was waardoor ze het rebelleren van mijn hele lichaam niet kon signaleren, mijn grenzen niet kon detecteren, zelfs met de gigantische zaklamp die ik haar probeerde aan te reiken. Waarschijnlijk is het de tijd, de dagen en jaren die ons fijn besnaren. Het werd een avond van achteruit deinzen. Op zuurstofrijke afstand van dat vinnig bedwelmde kleintje die duidelijk haar edelmoedige volwassenheid te bewijzen had aan de man waar ze naar op keek. Bekken trekken. Er kwam nooit een spatie voor connectie, al was het maar een petieterig verbond, iets om mee te werken. Ik wist niet hoe ik het hem moest zeggen dus deed ik dat gewoon niet. En zoals het me betaamde, keerde ik huiswaarts.   Wanneer je je eenzaam als de pest voelt naast iemand die twaalf jaar lang iedere dag je onderbroek heeft gezien, is het tijd om naar bed te gaan. Terug door het koele natte gras met de sandalen. Voiture in, faren aan. Een perfect verlichtte tunnel in rechte lijn naar huis. Door de velden en langs de konijnen. Stilte in het landschap. ’t Was goed zo.

't schareke
0 0