Schrijf een anekdote
Let op het volgende:
- een anekdote is een grappig en kort verhaal over iets dat echt gebeurd is met jou of met iemand die je goed kent of zelfs met een beroemd persoon
- zorg er altijd voor dat je niet teveel beschrijft en dat je verhaal levendig blijft, met – indien mogelijk – een grappig/ onverwacht/ spannend/ ontroerend slot.
Dit is de opdracht, maar die gaan we in stukjes voorbereiden.
Fase 1:
Docent leest een aantal (historische én alledaagse) anekdotes voor. Cursisten trachten kenmerken te distilleren uit deze gelijkaardige verhaaltjes.
James Bond
De man die zich voor kon stellen met "Bond, James Bond" was James Bond, maar hij droeg nooit een vuurwapen en dronk nimmer een Martini. James Bond was een Amerikaan die leefde van 1900 tot 1989. Deze Bond bespioneerde ook, maar dan vogels. Hij was namelijk een vermaard ornitholoog. Ian Fleming, de schrijver van de James Bond boeken ontleende de naam van zijn hoofdpersoon aan deze vogelkenner. Fleming was zelf een groot vogelliefhebber en had één van Bonds boeken in handen gekregen. Hij vond de naam James Bond lekker kort, onromantisch, zeer Angelsaksisch en mannelijk, en daarom bijzonder geschikt voor zijn hoofdfiguur. Fleming schreef aan de vrouw van Bond: "Als wederdienst bied ik u aan, voor welk doel ook, ongelimiteerd gebruik te maken van de naam Ian Fleming. Misschien ontdekt uw man wel eens een weerzinwekkende vogel, die hij dan naar mij kan noemen." Voorzover bekend heeft James Bond nooit bezwaar gemaakt.
Zomertijd
De zomertijd hebben we te danken aan een oorlog. Namelijk de Eerste Wereldoorlog die van 1914 tot 1918 duurde. Duitsland was genoodzaakt om zuinig met energie om te gaan. Daarom verzetten ze de klok 1 uur vooruit. Mensen hoeven dan 's avonds pas een uur later hun lampen aan te doen en als miljoenen mensen dat doen, scheelt dat een heleboel energie. Op 30 april 1916 ging deze regeling in Duitsland in en niet veel later volgden ook de andere landen van Europa.
Columbus
In 1492 ontdekte Columbus Amerika. Later zijn daar heel wat schilderijen en tekeningen van gemaakt. Op de meeste van deze tekeningen zie je Columbus door een verrekijker turen om zo het eerste stukje land te kunnen zien. Maar helaas is dit toch onmogelijk, omdat die verrekijker pas in 1609 is uitgevonden. De schilders en de tekenaars hebben die verrekijker er gewoon bij verzonnen! Maar een verschil van meer dan honderd jaar is wel veel.
Geen dienst
Op een dag moest ik van Brugge naar Antwerpen gaan. Ik had niet voldoende geld bij om met de trein te reizen. Daarom besloot ik om met de bus te gaan.
Eerst nam ik de bus van Brugge naar Gent. Van Gent reed ik naar Dendermonde. Van Dendermonde reisde ik verder naar Sint-Niklaas en ten slotte reed ik van Sint-Niklaas naar Antwerpen.
In elk station zag ik bussen met de tekst ‘Geen Dienst’. Ik dacht dat ‘Geen Dienst’ de naam van een heel grote en belangrijke stad in België was, want alle bussen reden daarnaartoe. Later vertelde mijn man me dat die bussen op dat moment nergens naartoe reden. ‘Geen dienst’ was dus geen stad, maar betekende dat die bus op dat moment niet werkte.
Altantuya Sandag
Waar is de pauze?
Toen ik mijn eerste Nederlands les volgde, sprak de lerares alleen Nederlands. Ik was bang omdat ik geen Nederlands begreep. Ik kende alleen het woord “nachtwinkel” en enkele slechte woorden.
In de les zei onze lerares dat we konden eten, drinken, roken… “in de pauze”. Ik was zenuwachtig, want ik wist niet waar deze plaats was. Ik besliste dat ik de andere cursisten moest volgen om "de pauze" te vinden.
Toen iedereen aan het drinken, eten en roken was, besefte ik dat "de pauze" geen plaats was!
Magdelane
Ik zie je graag!
Ik had een probleem op het werk en ik wist niet hoe ik het moest oplossen. Op dat moment kwam mijn baas binnen. Ik was zo blij om hem te zien dat ik riep “Oh, ik zie je graag”. Mijn baas werd helemaal rood en mijn collega’s begonnen te giechelen. Toen ze me achteraf vroegen of ik verliefd was op de baas, begreep ik dat ik iets fout had gezegd. Ze legden me uit dat “ik zie je graag” hetzelfde is als “ik hou van jou”. Ik had moeten zeggen: “ik ben blij om je te zien!” Ik zal die fout nooit meer maken.
Svetlana
Heb je een wapen?
Ik was pas aangekomen in Brussel en het was al laat. Samen met Omar, een vluchteling uit Benin, ging ik op zoek naar een slaapplaats. We vroegen aan een politieagent waar we konden slapen. De agent vroeg ons in het Nederlands: “Zijn jullie rijk of arm?” Omar antwoordde verontwaardigd: “Ik heb geen wapen, ik ben geen terrorist!” De politieagent herhaalde in het Frans: “Vous êtes riches ou pauvres?” We moesten lachen. We begrepen toen nog geen Nederlands en we dachten dat de agent met “arm”, het Franse woord “arme” had bedoeld. Dat betekent “wapen”.
Yao Kossi Perezi
Fase 2:
Fantasie stimuleren.
In een grote kring gaan zitten en vrij associëren op woorden: eerste kus, eerste schooldag, oma, appelcake, ... (10 minuten)
Voorwerp doorgeven, bv. balpen en zeggen: dit is geen koelkast met ijsjes. Dit is ook geen nachtwinkel met Cara pils. Dit is geen olifant met complexen. Dit is geen kip in limoensaus met citroengras en gember.
In kleine kringen gaan zitten en iedere cursist vertelt 5 minuten over
- een herinnering aan een mooie plek of
- je eerste kus, de eerste sneeuw, de eerste schooldag, de eerste dag in België…,
- een emotioneel verhaal met een dier/ familielid/ vriend
- een vreemde maaltijd of
- droom of nachtmerrie,
-iets dat je verloren/ gewonnen hebt,
- iets dat je gedaan hebt wat niet mocht,
- een vervulde wens,
- een gekoesterd voorwerp,
- iets waar je beschaamd over bent of waar je al lang bang voor bent,
- een verhaal dat je als kind hebt horen vertellen over je grootvader/ grootmoeder en dat steeds opnieuw verteld wordt in de familie,
- een heldhaftig moment waarop je iets of iemand hebt gered, …
Trek de cursisten hun aandacht op de vijf W's: bv bij de beschrijving van een mooie plek
- Waar is die plek? Natuur of stad? Zee of bergen? Druk of rustig?
- Wat kan je er zien: 5 zintuigen: Hoe voelen de dinger er? Hoe ruiken ze? ..
- Wie zie je op de plek? Was je er alleen?
- Wanneer was je er? In welk seizoen? Was jer 's morgens, 's middagd, 's nachts?
- Waarom was je er? Wat bracht je op die plek?
Na 20 minuten wordt er een plek, wens, voorwerp, .. én een verteller gekozen die het verhaal in een ander groepje gaat vertellen.
Fase 3:
Huiswerk: bedenk thuis een verhaal over lekker eten of een vreemde maaltijd waar een andere cursist de volgende les een storyboard bij kan maken, zoals bv. promo Ringland https://www.youtube.com/watch?v=CTZgf8qjK0I
Laat het promofilmpje in de klas zien zodat de cursisten weten wat er bedoeld wordt met een storyboard. De tekening wordt op het bord gemaakt en zal uiteraard veel eenvoudiger zijn dan in het promofilmpje voor Ringland.
Fase 4:
Laat 1 cursist het storyboard tekenen en de overigen de vijf W's opschrijven: wie, wat (=plot), waar, wanneer, waarom (=drijfveer).
Fase 5:
Laat de cursisten een anekdote schrijven over een onderwerp: vrije keuze (zie hierboven fase 2).