Het ging toch zo goed?
Zeg eens eerlijk, meneer de gouverneur
U zag toch ook dat het goed ging
Hoe ik daar heen liep
De stralende zon in mijn rug
Wachtend tot hij zou komen en zou zeggen
Wat gaat het goed!
Maar nee, hij kwam en had vanaf toen het briljante idee om mijn leven tot een hel te maken
Alsof ik een miertje was die gezellig van plan was om te gaan zonnen op zijn vinger.
Want ik had zijn vinger gekozen
Niet die van hem, niet die van haar, maar van die meneer
Wat een eer, zou je toch zeggen
Ik, de persoon die alles op een rijtje heeft, wil op jouw vinger gaan zitten
En HIJ zou broodkruimels op zijn vinger leggen
En HIJ zou zoete limonade-druppels morsen
En MIJ aanbidden
En wat doet hij?
Hij doet wat elke minkukel doet als er een mier op je vinger ziet
Doei mier!
Was leuk.
Het ging goed.
Nu niet meer.
Zou mij een zorg zijn.
Maar goed. Of maar niet zo goed.
Zeg eens eerlijk, meneer de gouverneur
Hoe gaat het met U?