‘Je bent eigenlijk van mij.’
‘Van jou?’
‘Nee, van mij.’
‘Maar..als ik van jou ben, betekend dat dan, dat ik niet meer van mezelf kan zijn?’
‘Dat klopt, want je bent alleen nog maar van mij.’
‘En nu?’
‘Nu moet je een koprol maken.’
‘En als ik dat niet doe?’
‘Dan doe ik het wel, maar je weet dat ik het niet kan.’
‘Nou goed dan, ik maak een koprol.’
‘En nu?’
‘Nu ben ik van jou.’