Ik werd geboren uit iemands hoofd en groei op in dat van anderen.
In de bib kwam ik terecht tussen mijn gelijken. Sommige slank en gevat, anderen robuust en eindeloos in woorden. Stuk voor stuk vol passie om onze lezers te beroeren, te vervoeren en, wie weet, zelfs te ontroeren.
Ik hoef geen bestseller te zijn, maar ben wel een basisbehoefte. Een medicijn tegen eenzaamheid.
Ik toon mijn naakte letters zonder blikken of blozen, aan iedereen die erom vraagt. Aan iedereen die mijn bladzijden durft openspreiden, niet bang om ezelsoren te maken.
Stop gerust je bladwijzer tussen mijn bladzijden, zodat je snel weer weet waar je gebleven was. Zodat je ultieme fantasie morgen weer verder kan gaan.
Laat me je tijdmachine zijn naar wat verloren ging en je ruimteschip naar wat nog komen moet. Het antwoord op de vragen die je niet stelde.
Zoek je weg naar het Eden dat ik in mij herberg, ver voorbij het fatsoen van een ordinair paradijs.
Stel me voor aan je vrienden als je nieuwste aanwinst, die zij ook eens zouden moeten lezen.
Neem me mee naar huis, naar je thuis en je gezin. Vertel je kinderen over mij, zodat ook zij mijn broze rijkdom misschien ooit eens willen ontmoeten. Ik wil hen alvast erg graag leren kennen, dat staat vast.
Wandel door mijn pagina’s langs herinneringen als herenhuizen. Een oude gewoonte die toch elke keer weer verrast. Ontdek de diepgang van mijn verhaal dat voor iedereen anders leest.
Lees me opnieuw en opnieuw. Laat je vingers van genot over mijn kaft glijden tot je de ondeugende smaak van de kleine hoekjes van je brein kan proeven. Snuif de bedwelmende geur op van net dat stapje verder te gaan. Het ontkennen van taboe, het spotten met censuur.
Ontvoer me ter inspiratie van je dromen naar de intimiteit en de warmte van je bed. Jouw veilig nest voor eigen verhalen. Druk me daar tegen je aan en val met me in slaap. Als je goed luistert hoor je mijn letters een sensueel slaaplied voor je zingen, een kanten streling voor het oor.
Eens gelezen laat ik me door jou gracieus door de gleuf van de inleverbus glijden.
Ik geef me gewillig over aan de vriendelijke handen van de bibliothecaris die me terugbrengt naar mijn plek in het rek. Mijn vertrouwde uitvalsbasis waar ik keer op keer weer kan thuiskomen tussen mijn compagnons. Als de omhelzing van lang verloren vrienden, allemaal strijders voor hetzelfde literaire doel.
Nu rust ik hier: waar ik hoor, in mijn prachtige bib. Tempel van volgeschreven vellen. Bondgenoot van de volgende lezer bij hun zoektocht naar troost en escapisme. De enige plek in deze gonzende stad waar de rust en het voluit leven hand in hand gaan.
Kom me halen en blijf dit doen. Het doen doet verder doen.
Verslind me keer op keer en ik beloof je je elke keer weer te bekoren.
Maak me gruwelijk relevant en onweerstaanbaar essentieel.
Alleen dan zal ik nooit écht sterven, tenzij niemand me ooit nog leest.