opdracht 5 (Adinda)

Adinda
20 mrt 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Opdracht 5

De oorspronkelijke scène:

Het kleine meisje maakt ook vrienden in de tuin, ze verzint ze en geeft ze namen, ze heten Ilda en Olda, samen krijgen ze een kind Odrata, later zal ook nog Ekstra geboren worden. Ik moet lachen als ik haar vol overtuiging de naam van de verzonnen boorling hoor uitspreken, jij schudt je hoofd, een meisje dat bezoekjes brengt aan haar zelf verzonnen vrienden in de tuin, wat moet daarvan worden? Maar ik ben het niet met je eens, die verzonnen vrienden helpen haar evenveel, ja zelfs meer dan wij kunnen doen. Wij kijken maar toe, zij delen met haar hun leven, leiden haar de tuin in. Zoals het dreumesje in een van de gedichten die haar moeke zo vaak las. ‘Dreumesje dribbelt door het tuintje, tot ver aan het hek in de heg. Daar staat hij te reiken te reiken, om over de spijltjes te kijken’. Het meisje kijkt met grote ogen naar de wereld, op de foto’s van die tijd zie je haar vaak met de blik in de verte, of naar de wolken. ‘Want achter het hek ligt een weitje en achter het weitje een rij van bloeiende bloeiende bomen’. In de tuin bij het baksteenrode huurhuis aan de steenweg is een bloemperkje met bloeiende stuikheide en daarachter een sparrenbos. ‘En wat daarachter nog zal komen? De hemel denkt dreumesje blij’. Ook zij is er dan nog gerust in.

Meer en meer woorden sijpelen haar wereld binnen, ze drinkt ze op. Woorden kan je proeven, ontdekt ze, er zijn van die zinnen die je een lekkere smaak in je mond bezorgen terwijl je ze leest. Haar moeke werkt in de bibliotheek, ze houdt van boeken zonder ze te lezen. Het meisje leert lezen als vanzelf, daar in de bibliotheek staan zoveel boeken te popelen. Ze plukt bosbessen met de kinderen van Bolderburen tot haar vingers er paars van zijn, bakt pannenkoeken in Villa Kakelbont, laat haar lentekreet door de bossen klinken samen met Ronja de Roversdochter. Ze wordt stapelverliefd op Ridder Tiuri en nog meer op zijn maatje Piak. Ze ontpopt zich tot Gods Vlindertje en trekt met een huifkar door Frankrijk om muziek en troost te brengen in dorpen en kastelen. Met een papieren kleedje wordt ze door een boze stiefmoeder de sneeuw in gestuurd met een stuk oud brood en een mandje, want ze moet aardbeien gaan plukken. Maar ze deelt haar brood met een dwerg en die weet aardbeien voor haar te vinden. Ze past een nieuwe groene jurk net als Laura uit het kleine huis op de prairie, maar heeft jammer genoeg niet het koperkleurig haar dat daar zo mooi bij is.

Jij zou ongeduldig van haar worden, ‘wat een dromertje’ zou je zeggen, ‘daar heeft de wereld niet veel aan’, maar ik kan het niet laten haar van nabij te volgen. Toegegeven, je moet er je tijd voor nemen, op het eerste zicht is het gewoon een meisje dat wat tekent en knutselt en in fantasiespel is verwikkeld, als ze tenminste niet met haar neus in de boeken zit.  Op school zegt ze niet veel, ze draagt de ribfluwelen broeken uit de fabriek waar haar grootvader werkt, of een schots rokje dat nog van haar nichtje was. Mooi zijn is iets voor in de boeken, of voor andere kinderen.

De banken in de klas van het meisje staan in een U, vooraan in de bank is een gleuf, daarin ligt haar vulpen, naast die gleuf is een gat, dat is van toen de inkt nog uit een inktpot kwam, toen schreven ze vast met een ganzenveer. Nu moet je je pen niet in de inkt doppen, maar af en toe de vulling vervangen. Sommige andere meisjes van de klas, bewaren in één vulling de ‘bolletjes’ van de gebruikte vullingen, dat zijn de dekseltjes die je naar binnen prikt als je een nieuwe vulling begint, zij doet dat niet, ze schenkt haar bolletjes aan anderen. Ik zie haar zitten in de klas, ze hoort de juf een vraag stellen, de vingers van de kinderen gaan omhoog, ‘juf, juf, juf’ hoort ze hen smeken, zij bijt op haar lip, kijkt naar haar pen in de gleuf en denkt: ik wou dat ik niet hoefde te spreken, dan schreef ik alleen nog maar briefjes. Dan hoefde ik niet de aandacht te trekken. Als je schrijft, heb je tijd om na te denken en als de mensen lezen, nemen ze tenminste de tijd om te luisteren.

 

Herschreven vanuit een ander perspectief:

 

Mijn oudste dochter heeft veel fantasie, ze vertelt me over haar vrienden in de tuin. Ik moet glimlachen om hun namen, ze heten Ilda en Olda en krijgen twee kinderen: eerst komt Odrata, daarna Ekstra. Ik onthoud het allemaal, dan kan ik het haar vertellen als ze wat ouder zal zijn, ze zal er dan zelf om glimlachen. Ik ben in die tijd veel thuis, ze heeft nog een kleine zus en ook het broertje is op komst. Ik lees vaak voor. Ze wil altijd dezelfde gedichtjes horen. Er is het grote boek ‘rijmpjes en versjes uit de nieuwe doos’, maar er is ook een klein boekje dat ik voorlees tot het versleten is. Waar zou dat nu zijn?

Ik volg een opleiding bibliotheekschool, bij ons thuis waren niet veel boeken, maar het lijkt me werk dat ik graag wil doen. Mijn jongste zoon mag nu ook naar school, ik vind werk in een bibliotheek enkele dorpen verder. Bibliotheken zijn open als de mensen vrij zijn, dat is niet handig, op die momenten wil ik liever bij mijn kinderen zijn. Soms komen ze met hun vake langs om me op te halen, onze oudste dochter heeft heel vlot leren lezen. Ze zit dan soms nog even in een hoekje op de grond te lezen terwijl ik afsluit en mijn spullen bij elkaar zoek. Ik blijf niet zo lang in de bibliotheek werken, ik vind werk als maatschappelijk assistent bij de poetsdienst van de ziekenkas, dat is gemakkelijker te combineren met de zorg voor de kinderen. Een keer om de twee weken gaat een van ons met de kinderen naar de bibliotheek. Mijn oudste dochter neemt altijd het maximum aantal boeken mee, sommige boeken leest ze zelfs twee keer. Soms lijkt ze erg afwezig, die dochter van me, dan zit ze met haar gedachten nog in het boek dat ze aan het lezen is.

Mijn kinderen zijn gemakkelijke kinderen, ze zijn erg rustig. Mijn oudste dochter staat vaak bij me in de keuken en dan helpt ze me met koken. In de klas is ze een stil meisje, ze heeft goede punten. Ze heeft buikpijn op zondagavond als het maandag zwemmen is. Ik weet dat ze bang is van de badmeester in het zwembad in Ravels, die is erg streng. Meester Walter van het derde leerjaar is een paar keer uitgevlogen tegen Rakesh, het is dan ook geen gemakkelijke jongen. Ik weet dat ze het lastig heeft met dat conflict in de klas. OP school zegt ze niet veel. Haar zus is minder gesloten, die staat vrolijker in het leven en krijgt grote rollen als er toneel gespeeld wordt op school, ergens moet ook nog een opname zijn van toen ze ‘meneer Wonka’ speelde in de musical van de Muziekschool in de Warande.

 

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Adinda
20 mrt 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket