Ze houdt ervan om tot rust te komen 's middags, om - nu het even kan - te ontsnappen aan de drukte van de refter. Eten, praten, gewoon stil zijn, even spelen en dan weer naar de overkant.
"Ik denk altijd dat het parkin-som is," zegt ze. Tussen twee happen van haar licht verteerbare witte boterham door. "Maar het is son. SON."
Zes is ze en ze laat me verwonderd achter als ze naar school aan de overkant loopt. Met goed gemikte stappen - want alleen op de witte strepen van het zebrapad. Zoals blije kinderen dat doen.
Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.
Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.