WETEN
Elke lezer in mijn doelgroep is zich bewust dat de bedrijfsactiviteiten gepaard gaan met energieverbruik. Ik schat dat het bij de helft daarbij blijft en dat de andere helft in meer of mindere mate weet hoe het energieverbruik kan verminderd worden.
In de groep zijn er lezers met heel veel invloed en andere met een stuk minder. De lezer is op hoofdlijnen vertrouwd met de context. De lezer weet niet veel over mijn vakgebied (hierop zijn er uitzonderingen). De lezer is enerzijds een medestander omdat het verlagen van de energiekost positief is, maar anderzijds een tegenstander omdat dit inspanningen en investeringen vergt.
WILLEN
Bij een eerste contact denk ik dat de lezer enkel de hoofdzaken wil weten. Hij wil voorbeelden (getuigenissen) van andere bedrijven lezen. Ik weet niet of hij mijn opinie wil weten. Aanspreken met “u” lijkt het veiligst voor mijn doelgroep. De lezer wil niet veel tijd besteden aan de lectuur (wervingsbrief). Ik ben niet zeker of hij wil overtuigd worden (in ieder geval is het mijn bedoeling om hem te overtuigen en tot handelen aan te zetten).
VINDEN
De lezer staat onverschillig en neutraal tegenover het onderwerp. Misschien zelfs negatief omdat hij overstelpt wordt door vragen om de bedrijfsvoering aan te passen. De lezer heeft vooroordelen over het onderwerp en over stad Gent als organisatie (administratie, belasting, toezicht, naleven voorwaarden,...)
KUNNEN Grootste groep is ervaren lezer maar gezien de grote diversiteit in de groep best ingewikkelde structuur vermijden. De lezer kan abstractie aan maar om hem tot actie aan te zetten is het beter om concreet mee te delen wat we van hem verwachten. Ik denk dat de helft van mijn lezersgroep mijn vakjargon niet begrijpt.