Toen Erik vol enthousiasme de nieuwe schrijfopdracht aankondigde dacht ik: “wat een hel!”. Ik weet (dankzij dezelfde Erik) dat uitroeptekens schreeuwerig overkomen, maar ik schreeuwde in mijn hoofd.
Waarom schreeuw ik? Omdat ik even graag winkel als dat ik mijn benen epileer. Maar, omdat ik nog een grotere hekel heb aan falen in een opdracht, raap ik dan toch de nodige moed bijeen. Ik trek mijn schoenen aan, spring op de fiets en fiets onder een stralende zon naar de winkel. Parkeerplaats voor mijn fietsje is er op de stoep. De deuren schuiven voor me open dankzij het waakzaam oog. Vandaag voel ik me hier redelijk goed, hoewel ik hier ook al in een mottige toestand heb staan wachten. Nieuwsgierig als altijd kijk ik onopvallend welke klanten er nog zijn. Hier is het meestal rijtje schuiven. Verwonderlijk, als je bedenkt hoeveel winkels er in een straal van twee kilometer te vinden zijn die dezelfde behoeftes invullen.
Meer dan de helft van de producten op de winkelrekken zijn, als je het mij vraagt tenminste, overbodig. Overconsumptie en verspilling liggen me nauw aan het hart, maar als ik hierover begin uit te weiden, zal ik je aandacht snel verliezen. Ook kom je dan niet te weten over welke winkel ik vertoef. Terug naar de rekken dan maar. De geur, ja de geur: wat vind ik daarvan? Ik bedenk dat ik hier altijd hetzelfde ruik. Komt dit door een evenwichtige mix aan producten die de geur in balans houden? Zou jij hier ook hetzelfde ruiken?
Wat kan ik je nog vertellen over de uitgestalde producten? Man en vrouw vinden hier zeker een bevallig gekleurd doosje en aan merken geen gebrek. Zelf probeer ik niet te veel producten aan te raken. Het is niet hygiënisch maar dat is de reden niet. Het risico op een domino blokjes effect houdt me tegen.
Ik selecteer een tubeke en begeef me naar de kassa want ik ben eindelijk aan de beurt. De winkelier is zoals steeds behulpzaam, maar gelukkig niet opdringerig. Aandachtig luistert hij naar mijn andere wensen. Hij tikt snel iets op zijn klavier, kijkt met een frons naar het scherm en meldt me rustig: “Kom om vijf uur maar eens terug, want dat heb ik niet in huis.”. Pfff, dat probeer ik na mijn werk niet te vergeten. Je moet er iets voor over hebben om ’s avonds je favoriete nachtcrème te smeren. Of koop jij je smeerpotjes en zuigtabletjes liever in de Lidl?