Even maar moet je door de kamer lopen
en alle muren maken plaats
schaduwen sterven als tijd
zonnestralen dansen wijd
en mijn verdriet is als de wind, hopla
zijn bestaansreden kwijt
Al dansend zaai je confetti
zo komt mijn lente tot kieuw
twaalf maanden aan een stuk
en dan nog eens, opnieuw
Daarnet nog toen ik thuiskwam
en je vlinderend in mijn armen vloog
en ik weer eens niet wist, wie tilt nu wie hoog?
dan tastte je in je zakken
en wierp haast terstond
zomaar een nieuw feest in het rond
Je kraaide: Papa!
Het klonk als vuurwerk