Tip van de week

'Winterkoning' van Joris Doerack

Alain Delmotte publiceerde o.a. de dichtbundels Sociaal realisme, Warhoofd en Uit de lucht gegrepen. Zijn poëzie is sterk gericht op de taal en analytisch van aard. Hij werkte ook mee aan de website Poëzierapport, leverde kritische bijdrages voor de Poëziekrant en was redactielid van het tijdschrift ‘Digther’, tegenwoordig een weblog. In januari 2017 verschijnt Warhoofds gekkenwerk bij uitgeverij Stanza. 

Hij kiest deze week Winterkoning van Joris Doerack als tip van de week.

"Moet een gedicht feitelijk kloppen? Zo ja, dan loopt dit gedicht mis: de winterkoning houdt met name geen winterslaap. Maar dit gedicht loopt niet mis als het over de verwoording van een ervaring gaat: een gedicht mag zich wel eens vergissen - als het maar met een ervaring strookt. Zo houden dichter en lezer het menselijk. Wat wel feitelijk klopt is dat de winterkoning inderdaad zijn nest probeert te maken in allerlei, zelfs onverwachte hoekjes, kantjes en spleetjes. In een gedicht als dit, trekt de winterkoning dan de woorden als een deken over zich heen: je ziet het vogeltje niet, je hoort het wel. Want dit gedicht is een prosopopoeia: er wordt gesproken bij monde van de winterkoning die zich richt tot een ‘meneer’ die, zoals duidelijk wordt in de tweede strofe, niemand minder dan Koning Winter zelf blijkt te zijn. In zekere zin probeert de winterkoning in dit gedicht de genadeloze winter te bezweren: het schermt zich af, het zoekt de geborgenheid op, terwijl de winter er ondertussen hard tegenaan gaat. Wat sprak me nu aan in dit gedicht? Het is zonder meer een tekst zonder kapsones, simpel, positief  en subtiel: de dichter etaleert zich niet. Hoezo subtiel? Ja, want ik kon het niet laten om het gedicht te lezen als de uitdrukking van een metafoor voor kwetsbaarheid.

Ik las het ook metapoëtisch. Niet dat het een metapoëtisch gedicht is, wel dat je als lezer over de vrijheid beschikt om het zo te interpreteren. Op die manier wordt dit gedicht niet meer of niet minder dan een allegorie, met een licht ironische touch. Zo zou de winterkoning het gedicht kunnen zijn en de winter de alom heersende, vernielzuchtige onverschilligheid. Maar, ik herhaal het, het hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Andere lezers beslissen daar anders over."

Gepubliceerd op

21 dec 2016