Gedichten om te koesteren.
Omschrijving
"Verzacht met je woorden de pijn van ouders die een kind verloren," dat was de oproep die Koester, een onderdeel van het Kinderkankerfonds, samen met Creatief Schrijven vzw voor de vierde keer lanceerde. We ontvingen 126 inzendingen.
Winnaar vakjury Jacqueline Booij
Vakjuryleden Maud Vanhauwaert, Els Moors, de postbode van Postkantoor 00/00/00, Christophe Vekeman, Daniel Billiet, Jonas Bruyneel, Thomas Jacques (Reveil) en een medewerker van het Poëziecentrum Gent lazen alle inzendingen en kozen na lang wikken en wegen als winnaar de tekst 'Vandaag' van Jacqueline Booij.
De vakjury geeft ook een eervolle vermelding aan 'Springbron' van Frederik De Cock en 'Kriebel' van Leni Borde.
Vandaag
Je roept me, als ik omkijk ben je weg.
Soms zie ik ons in een winkelruit
je spiegelbeeld verdwijnt.
We zitten samen in de zetel,
je haar is handdoekdroog dichtbij.
Zo kom je vaak voorbij.
Blijf je vandaag wat langer?
We nodigen verder niemand uit,
de kinderen in de klas zijn al te groot.
Kom langs, dan spelen we ons klein.
We verstoppen ons onder de tafel tot niemand ons ooit vindt.
Blijf je vandaag wat langer kind?
Jacqueline Booij
Zij ontvangt een boekenbon t.w.v. 100 euro en haar tekst verschijnt op een kaart.
Juryverslag
Natuurlijk vind je in de verswereld flink wat gedichten terug waarin een dichter met verzen poogt de hand te reiken naar de overledene, in casu een kind. En elke lezer weet al van bij de eerste woorden dat dit hoe dan ook onmogelijk is, waardoor het gedicht een schrijnende kleur krijgt.
In 'Vandaag' grijpt de dichter niet naar de moeilijkste woorden of de meest gekunstelde taalacrobatieën. Uiteraard niet, de dichter schrijft zich naar een verdwenen kind toe en past dus haar taal aan. In de alledaagse zinnetjes laat ze echter, telkens door iets kleins te wijzigen, toch de taal glanzen. 'dan spelen we ons klein'. Alledaagse spreektaal met een vingerknip omtoveren tot iets origineel moois, daarvoor moet je meer dan een beetje kaas gegeten hebben van het dichterlijke ambt.
'We nodigen verder niemand uit, / de kinderen in de klas zijn al te groot.' In beide door mij hier geciteerde voorbeelden wordt impliciet ook suggestief rijk aangeraakt dat de afwezige al vele jaren overleden is. Een sterk voorbeeld van het literair principe 'show, don't tell'.
De dichter is sterk in het kiezen van enkele veelzeggende, gedeelde alledaagse ervaringen. Zonder op zoek te gaan naar opvallende rariteiten, nee, 'We zitten samen in de zetel,' gewoner kan het in een gedicht niet worden, maar dan volgt de versregel met een prachtig neologisme 'je haar is handdoekdroog dichtbij.' En dat 'handdoekdroog' verleent opeens het voorgaande doodgewone zinnetje alsnog een heerlijke glinstering.
Tot tweemaal toe staat er de aandringende, bijna smekende vraag 'Blijf je vandaag wat langer?' Terwijl ook de meest meelevende lezer weet: het is onmogelijk dat het afwezige kind kan blijven. Gisteren niet, morgen niet en ook vandaag alweer niet. Dit schijnbaar doodgewone zinnetje in alledaagse spreektaal krijgt als slotregel nog een knappe, poëtische injectie doordat het toegevoegde 'kind' vol rijmt met het laatste woordje van de voorgaande zin, 'vindt'. Daardoor naar het einde nog eens de essentie van het gedicht synthetiserend benadrukkend. Uiterst sober, maar o zo effectief!
Door dit gedicht gebeurt wat in concreto in de realiteit niet kan: het afwezige kind is voor even voor de duur van het gedicht aanwezig. Niet voor even. Iedere keer je het gedicht leest is het kind aanwezig. En tegelijk afwezig. Houdini zou bewonderend knikken.
Eervolle vermeldingen vakjury
Springbron
Er zit een kind in mijn borst
dat oplicht wanneer het donker wordt.
Soms drukt het warm als een steen
op mijn hart.
Soms welt het op: een fontein
die zich ruimschoots door mijn aderen lacht.
Soms staat het hele huis onder.
Frederik De Cock
Juryverslag Springbron
Dit gedicht staat als een huis. Kort en heel krachtig. Rijke beelden opwellend uit de bron van een dichter die mij nieuwsgierig maakt naar meer. Het gedicht geeft heel goed aan in welke veranderlijke en onverwachte vormen verdriet zich kan aandienen. De afwezigheid wordt als een warme aanwezigheid beschreven, alsof de afwezigheid de liefde juist dieper maakt, zonder het te idealiseren: het is prachtig hoe die tegenstrijdige emoties samenkomen: het verdriet dat enerzijds pijn doet (steen die drukt) maar ook warm is, een kind dat op een borst zit (en je dus belet om te ademen) maar tegelijkertijd een bron van licht is in het donker, bovendien maakt de schrijver ook gebruik van een heel precieze en verrassende woordkeuze: een fontein die zich ruimschoots door de aderen lacht. Met ook een mooi overvloedig en toch treurig einde: het hele huis loopt onder. Het gedicht verbeeldt op erg persoonlijke en pregnante manier de rauwe machteloosheid van de rouwende zonder clichématig te worden.
Kriebel
Dag mama en dag papa
Ik was zo vaak zo bang
Van dokters en van pijntjes
Van slapen urenlang
Dat slapen gaat hier best wel goed
De nachten zijn vol licht
En voelen jullie ver van mij
Dan denk ik jullie dicht
Soms kom ik even snuffelen
Een kriebel in je haar
Dus als je even twijfelt
Dan weet je, ik ben daar.
Leni Borde
Juryverslag Kriebel
Een technisch zeer verzorgd gedicht, niet enkel omdat rijm en metrum kloppen, maar ook omdat de taal en toon ervan die van een – weliswaar literair getalenteerd – kind lijken te zijn. Je gelóóft de ik-figuur dus, je bent écht bereid om aan te nemen dat hier een kind aan het woord is. Deze tekst is bijgevolg een gedicht geworden – en dus feit geworden – wensgedachte, wat een en ander erg aangrijpend maakt.
Ook de dubbele betekenis van het twijfelen is sterk. Als moeder en vader niet zeker weten of het hun kind is dat zorgt voor een bepaalde gewaarwording, dan mogen ze zeker zijn dat hun hoop terecht is. Maar ook: als zij vrezen dat de kriebel in kwestie hoegenaamd geen teken uit het hiernamaals is, en dat kindlief voor altijd weg is, mogen zij erop vertrouwen dat het er wel degelijk is. Met andere woorden: wat de ouders ook mogen denken, aan de aanwezigheid van het kind verandert dit niets. Sterk.
Winnaars team Koester
De medewerkers van het team van Koester selecteerden daarnaast ook nog vijf teksten die op kaarten worden gedrukt. Het gaat om gedichten van: Sabine Matthijs, Lisa Podevijn, Geert Herregodts, Lucy Neetens en Carl Andries. Hun teksten worden gepubliceerd op kaarten die Koester verspreidt om de ouders van een overleden kind een hart onder de riem te steken.
Koester
Terwijl de wereld draait
slaap jij
zoete dromen
van dansende schaapjes
met witte voetjes.
De tijd rolt, kruipt, stapt,
blaast kaarsjes1,2,3...
Terwijl de stilte valt
klop jij
In de diepte van mijn hart
Sabine Matthijs
___________________________________________________________________
Ode aan jou
Vandaag
Is een explosie van emoties
Net glimlachte ik nog
Nu stromen er tranen
Vandaag
Is een oerwoud van herinneringen
Net nog zag ik het overzicht
Nu ben ik erin verdwaald
Vandaag
Is een oceaan van stilte
Net was je nog hier
Nu in hoofd en in hart
Vandaag
Is een ode aan jou
Niet net
Niet nu
Maar altijd
Lisa Podevijn
________________________________________________________________
Hier liggen we
Hier liggen we
aan je stille oevers
je hoort en ziet ze niet
te gauw
meren we aan
in hun riet
we draaien als een kolk
we waaien in een wolk
we gluren naar je ster
we turen naar je maan
Ja, we gaan
ver in onze hoofden
dicht in onze harten
varen we jouw lied
een mantra voor ons
jouw aria van dons
Geert Herregodts
_______________________________________________________________
For ever
Ik zie je
in het blad aan de boom
in de bloemen in de tuin
in de rimpeling van het water in de vijver
Ik zie je
in een vlinder
in de zon en de maan
in de sterren aan het donkere firmament
Ik zie je
in ieder ander kind
in je vader en mij, in je opa’s en oma’s
in ons dierbare fotoboek
Ik zie je
in mijn herinnering
met mijn hart
in alles
Lucy Neetens
___________________________________________________________________
Immer
we houden je niet meer vast
we laten je nooit los
tastbaar ontastbaar
we voelen je toch
doorgeknipte draden
blijvend verbonden
we troosten onszelf
nooit heelt de wonde
duizenden sterretjes
één daarvan ben jij
jouw licht jouw warmte
immer nabij
immer
nabij
Carl Andries
Prijsuitreiking en ontmoeting
De officiële prijsuitreiking wordt o.w.v. Covid-19 verplaats van 29 mei naar september 2021.
De juiste datum wordt nog bevestigd.
We nodigen alle deelnemers dan uit voor een bijzonder middag over het thema rouw/verlies.