dagelijks overvalt mij nog
een zinderen als een lege speeltuin
waar je niet meteen kunt zien
of een schommel van plezier
nog napiept of een beetje zielig
wenkt naar kinderen die nog komen
hele nachten hoor ik dat
gepiep en krijg ze niet meer uit
mijn hoofd, de kinderen, en de schommel,
en nog meest: dat geefse wenken