meeëters

30 okt. 2013 · 482 keer gelezen · 0 keer geliket

Mee-eters.

 

Ik ben een puistenfreak indien dit woord bestaat. Daarmee wil ik zeggen dat ik geen mee-eter kan zien staan of een onstuitbare drang neemt bezit van mij. Hij zal en moet eruit. Het ergst is de beheersing die ik aan de dag moet leggen wanneer ik me op een rijtuig van het openbaar vervoer bevind. Het noodlot plaats me altijd naast de een of andere persoon in het bezit van een prachtexemplaar. Verleden week nog staat een man, onbewust van zijn parasiet, naast me. Hij ruikt uitdagend naar douchecreme en aftershave. Hij ziet eruit alsof hij maanden heeft liggen te weken in een vat bleekwater, maar juist op dàt plaatsje dat hij door de blinde hoek in zijn spiegel niet kan zien, staat er een overjaarse vetgemeste pukkel zo zwart als de nacht en zo vet als een slachtvarken. Ik had de keuze, me op hem werpen, met alle gevolgen van dien of afstappen.

 

In het verleden moesten mijn man en kinderen er natuurlijk als bloedeigen huisgenoten er zonder morren of tegenspreken aan geloven. Mijn man had tot mijn onuitsprekelijke vreugde, op zijn rug telkens de steeds weerkerende diepzittende vette palingen met een zwart puntje. Lekker, wanneer ze achteraf nog even ontstaken, dan had ik zowel als hij, twee keer prijs.

De kinderen!!! Ach, wat een nostalgie overvalt me wanneer ik terug denk aan hun pubertijd die een onuitputtelijke puistenovervloed meebracht. Voor andere ouders een hel, voor mij de meest gelukzalige tijd van mijn leven.

 

Mijn oudste zoon had op een keer iets aan zijn oor. Een dikte juist naast de ooringang. Ik veronderstelde dat de een of andere kinderziekte verlaat ging toeslaan, dikoor, dacht ik. Maar op een keer zette ik mijn vingers er tegenaan en het werd een vuurwerk van spetterend vet en bloed, mijn God, een huivering van genot doortrilde me. Het deerde me niet om daarna het hoogpolig tapijt te reinigen.

 

De andere zoon had niet van die vette dikke die er als een verkleind stompje kaars uitkwamen maar venijnige die zich weigerden te laten behandelen. Ik had er een speciale truc voor. Eerst even het velletje met de nagel open krabben, rond het puistje harde druk uitoefenen en diep met beide duimen in het vel duwen, dan kwam het met een hoeraatje te voorschijn. Ook had hij vele die er met lange dunne krulletjes uitkwamen, hoe langer hoe meer exaltatie. Heerlijk!

 

Mijn dochter, had niets liever. Een beetje masochisme? Elke week ging ze op haar buik liggen en ik mócht dan alle oneffenheden glad strijken. Mijn God, wat zag de rug van het kind er achteraf uit, vol rode bulten. Ik ontsmette snel het lichaamsdeel met een straf middel waardoor ze het uitgilde.

 

Mijn man had mee-eters op de meest onmogelijke plaatsen. Tussen de neuswortel en het oog bijvoorbeeld, wat daar allemaal uitspoot. Niet te beschrijven!! Woorden zijn daar te zwak voor. Soms dacht ik dat ik zijn oogbol per ongeluk mee had.

En op zijn penis. Maar dat was het zwaardere werk. Ik was verplicht het vel aan te spannen om de gewenste vetpeukel te kunnen behandelen. Om ze uit te knijpen moest de man een erectie hebben. Dat was niet zo moeilijk met al dat geprang en ander gedoe maar om me dan nog even de tijd te geven om die dingen te verwijderen alvoor we... ja.

 

Na jàààren nog herinner ik me levendig een tweeërlei orgasme, enig in zijn soort. Nooit meer geëvenaard. Mijn man en ik bedreven intens en hartstochtelijk de liefde, de vlammen laaiden langs alle kanten op. Ik omklemde hem steviger met armen en benen. Op het ogenblik dat we beiden klaar gingen komen, voelde ik...de bobbel. Belust op meer en zonder nadenken liet ik me gaan en op het ultieme moment neep ik het ding triomfantelijk en vakkundig met een onuitsprekelijk genot uit. Met een langgerekt “haaaa-aai” loste hij zijn zaad.

 

Wanneer ik iemand zie die dringend dient behandeld, kan ik me, weliswaar met moeite, in toom houden. Ik sus me door te denken aan welke ziekten zo’n vreemde wel kan lijden. Te riskant om bij hem al die mee-eters te verwijderen (en dat terwijl mijn handen jeuken). Ik maak me wijs dat ik er vies van ben en vraag me af waarom de partner hem of haar zo door het leven laat gaan. Dat is toch geen waarachtige bezorgdheid, een begaan zijn met... of liefde?

 

Ik leef nu op een eiland ergens aan de Golf van Siam. Mijn huidige partner is weers van pukkels. Hij laat enkel een behandeling toe wanneer hij iets goed te maken heeft en daarom doet hij zijn best niets verkeerds te doen. Ik ben totaal gefrustreerd, niet enkel omdat ik niet aan mijn trekken kom maar ook omdat er op mijn rug joekels van mee-eters woekeren. Door me in allerlei bochten te wringen kan ik sommige ‘eraan doen geloven’ maar de onbereikbare? Misschien een advertentie zetten!

 

 

 

 

 

 

 

Rhea van der Vloet  

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

30 okt. 2013 · 482 keer gelezen · 0 keer geliket