De ochtend voordien
herschiep ik mijn kamer
en vond (terwijl mijn blaas op springen stond) dat
mijn beddengoed gewassen moest
de vloer geboend, et cetera
Ik liet er zelfs mijn ochtend voor;
was voor twaalven uit bed
nam de tijd voor koffie, een sigaret
en ging fluitend door de straten
Liep naar het stadhuis, vond er de bel,
zei: “de kerk kan een laagje verf wel gebruiken,
de bomen wat water
de zee aquarel”
Ik wilde er gewoon voor zorgen
dat de stad je goed zou staan
morgen