Het Ongeval

26 feb. 2015 · 1 keer gelezen · 0 keer geliket

Mijn moeder had mij gewaarschuwd. Vanessa is niets voor mij. Dat wicht betekent enkel maar problemen. Zoals altijd negeerde ik haar.

 

Nu sta ik hier, kletsnat. Het bloed gutst in regelmatige straaltjes uit mijn voorhoofd. Ik probeer een sigaret aan te steken, maar dit lukt niet in dit kutweer. Vanessa haar Fiat Punto ligt op zijn zij op de middenberm.

Ik hoor haar niet meer krijsen, maar goed ook.

 

Het was haar idee geweest om dit handeltje op te zetten. Elke maand één ritje van Breda naar Rijsel. Geen vragen stellen. Inladen en lossen. Een dikke bruine enveloppe als beloning.

Ik was het zat. Dit was onze laatste rit. Dat had ik haar net verteld toen we de blauwe zwaailichten achter ons opmerkten. Vanessa sloeg onmiddellijk in paniek. Ik smeekte om te stoppen, maar ze vlamde met doodsverachting de Antwerpse ring op. Ze was gek, waanzinnig. We gingen er allebei aan.

Bij de afrit trok ik wanhopig aan het stuur. De wagen vloog door de vangrail en kwam dertig meter verder met een harde klap tot stilstand.  Vanessa knalde met een doodsmak tegen het stuur.

 

Ik veeg het bloed uit mijn ogen en zie haar door de striemende regen langzaam uit de wagen klauteren. Ik verstar en begin te beven.

Ze strompelt in mijn richting. Haar linkerarm bengelt in een onnatuurlijke hoek aan haar schouder. Net voor mijn voeten valt ze neer in de modder. Ik probeer mij sigaret nog eens aan te steken. Tevergeefs. Ik ben opnieuw moederziel alleen.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

26 feb. 2015 · 1 keer gelezen · 0 keer geliket