Het oosten aan de einder, raakt bedolven,
onder twee oorverdovende krijsende meeuwen,
die als kemphanen, over de einder vliegen,
om één stukje vis.
Ze zijn zo gefixeerd, op hun doel,
de andere meeuwen vergetend,
sierlijk, zonder krijsen,
gaan ze af, op hetzelfde doel.
Hap, ze kapen de sierlijke, grote vis,
van hen weg.
Zo zie je maar:
diegenen, die krijsen
om de anderen de loef af te steken,
verliezen, het Oosten aan de einder.
Aan diegenen, die het mooie, fraaie
van het Oosten aan de einder
blijven zien!