Koningsblauw

10 dec. 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Ik kijk hem strak aan. Ik omhels hem. Mijn ogen spijkeren zijn blik vast. Zodat hij gefixeerd is op mijn gezicht dat een reflectie biedt van zijn macht. Niet achter mij, waar de vogels zingen. Waar de anderen zijn.

 

Mijn kamer is koningsblauw. Slechts enkele meters lang en breed. Ontdaan van enig franje buiten de oranje gordijntjes van batist. Mijn lichaam vult de ruimte. Versiert de muren en zijn kieren. Mijn dijen zijn meubels.

 

Hij raakt me aan als de regen. Met zachte tikjes op mijn huid. Prikkeltjes die mijn voeten doen vergroeien met het warme hout. Zijn aanwezigheid neemt alle zuurstof weg. Zoals altijd in zijn blauw fluwelen pak. Alsof hij en de kamer een Siamese tweeling zijn. Mijn lichaam zuigt zich naar hem toe. De planken kraken onder mijn voeten als ik me op mijn tippen richt. Zijn geur zet de haren in mijn neus recht. Ik koester deze momenten net zo hevig als ik ernaar verlang. Het wachten op hem is eindeloos. Elke nieuwe dag duurt langer.

 

In eenzame dagen streel ik met mijn vingertoppen langs het koningsblauwe behang. Voel het verstrijken van de tijd door het papier. De putjes en bultjes van mijn bestaan. Er zijn geluiden in alle hoeken. Het oude huis kreunt in zijn voegen. Stofdeeltjes dansen viriel in de lucht. De symbiose van mijn bestaan is blauw.

Soms glip ik door het raam, waar een briesje aangeeft dat ik buiten ben. Ik slik het in. Mijn handen aaien langs het hoge gras. Ik zie de anderen. Schimmen net zoals ik. We vloeien langs elkaar heen en kennen geen woorden. Mijn korte wandeling eindigt steeds bij de sloot. Blauw dat ik niet vertrouw. Slierten gifgroen trekken een tralies door het water.

 

Ik vlucht niet. Nu niet, nooit.

 

Hij glipt niet door het raam. Er is in de linkerhoek een deur in de kamer waaruit hij opduikt, het is wit met een sierlijk gouden handvat. Het heeft dezelfde zwierige krul als mijn roze strik. Het enige object dat ik bezit. Het ruikt naar mij en hem en bevat een knoop. Zijn verschijnen is steeds onaangekondigd. Hij opent en sluit de deur snel. Alsof achter de deur een gevaar schuilt. Ik zie alleen een vage schemering.

Nu en dan komt hij ’s nachts, als ik uitgestrekt in het midden van de kamer lig op het donkerbruin generfde hout. Met mijn ogen toe en een wereld vol dromen. Hij verwijdert als een streling op de huid mijn strik en eigent de kamer naar zich toe. Als ik wakker word is het vergeelde en gescheurde plafond mijn gebroken eierschaal. Eenzaam in de wereld. Tot de deur op een moment weer opengaat.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

10 dec. 2015 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket