Koningskind (deel 1)

Fuaran
9 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

De slanke, bleke vingers van de magistraat tikten zenuwachtig op de houten balustrade. De oude man staarde voor zich uit, zijn blik ging over het grijzige landschap, maar zijn gedachten waren elders. Hij was zeer ontevreden over een reeks recente gebeurtenissen.  Snelle passen weerklonken in de rustieke gang, een man uitgerust in harnas spoedde zich naar de magistraat toe. De magistraat keurde de man geen blik waardig.

“Een zoon”, hijgde hij. “De koning heeft een zoon!”
Pas nu keek de magistraat op. De koning heeft een zoon, natuurlijk. De informatie die een week geleden nog zo belangrijk geweest zou zijn, drong langzaam tot hem door.
“De koning…”, mompelde hij voor zich uit, waarna hij zuchtte. Het enige pluspunt in zijn ogen in het hele gebeuren was dat die oude dwaas van een koning er het leven had bij gelaten.
“Het wordt tijd dat we het kind van de rebellenleider teruggeven aan de rebellen.” De man, die inmiddels weer op adem was gekomen, keek verbaasd op.
“U wilt haar teruggeven?” Het was enkel door zijn verbazing dat de man de vraag luidop had uitgesproken, enkel hoge lieden waagden het de magistraat directe vragen te stellen.

De magistraat draaide zich weer naar het landschap toe en glimlachte voor zich uit. Als hij de dingen wat goed plande, hoefde het nog niet eens zo slecht af te lopen, misschien kon hij er wel wat voordeel uit halen.
“Nee, niet haar. De rebellen mogen de jongen hebben. Morgen delen we het land mee dat de koning een dochter heeft gekregen.”
“Maar…de koningin…Ze weet al dat ze een zoon heeft gebaard! We kunnen haar niet…”
“De koning heeft gefaald, de koningin is nutteloos voor ons. Ga!”, beval de magistraat.

Ietwat aarzelend verliet de man de gang. De magistraat neuriede  een liedje voor zich uit. Het was lang geleden dat hij zo hoopvol was geweest. Hoopvol voor het land welteverstaan, de magistraat was niet overdreven ambitieus en wellicht te oud om het land zelf te besturen. Toen hij jonger was, had hij met het idee gespeeld, maar nu de ouderdom langzaam bezit van zijn lichaam begon te nemen, had hij andere plannen.

 

Het meisje aan de macht brengen was perfect. In één klap had hij zich ontdaan van de hele koninklijke familie. Een familie die naar zijn mening bestond uit arrogante dwazen. De gedachte dat het de koning zelf was geweest die het meisje binnen de muren van het paleis had gehaald, bracht een nieuwe glimlach op zijn lippen. De koning had geweten dat de vrouw van de rebellenleider aan het bevallen was en had van dat zwakke moment gebruik gemaakt om aan te vallen. Zijn plan was niet geweest de rebellen in hun eigen kamp te verslaan, maar de vrouw en het kind gevangen te nemen.  De vrouw overleed tijdens de bevalling, maar het leger van de koning had wel de dochter kunnen bemachtigen. Hoewel de koning alle touwtjes in handen had gehad, was zijn hoogmoed hem fataal geworden. Hij eiste een glorieuze overwinning, hij zou de rebellen verslaan op zo’n manier dat er nog duizenden jaren over zijn moed gesproken werd. Hij wou geschiedenis schrijven. In plaats daarvan was hij gesneuveld in zijn eigen paleis. En nog voordat één druppel bloed van de koning de stenen tegels had bedropen, had de wacht de rebellenleider gedood.


Hoe meer de magistraat erover nadacht, hoe beter het plan klonk. In deze periode van verwarring zou niemand de dood van de koningin als verdacht beschouwen. Niemand zou de verwisseling van de kinderen opmerken.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Fuaran
9 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket