ONDERUIT

4 feb. 2014 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket

ONDERUIT

Vanavond was het zover: zijn zoon Mathias kwam met zijn nieuwe vriendin bij hem eten. René hoopte dat het eindelijk wat zou worden. Hij had er al zoveel zien passeren, dat hij zelfs geen moeite meer deed om de naam te onthouden.
Tot laat gisteravond had hij zijn recepten doorzocht om het perfecte diner samen te stellen. Waarschijnlijk had Mathias haar al verteld dat zijn vader een hobbykok was. Hij mocht de jongen niet teleurstellen.
Voor de derde keer die ochtend overliep René het menu. Het leek hem nog steeds een goede keuze. Eerst een glaasje cava met enkele lepelhapjes, daarna Sint-Jacobsvruchten met bloedworst. Een beetje gedurfd, maar daar hielden jonge vrouwen van. De meeste indruk hoopte hij te maken met de hazenrugfilet in rode-wijnsaus en gekarameliseerd witloof, zijn favoriete wildgerecht.

Toen hij naar buiten ging bedacht hij plots dat het vandaag markt was. Best handig, want daar vond hij alles wat hij nodig had. Hij ritste zijn leren vest dicht, klikte de helm vast en startte zijn motor. Nauwelijks twee straten verder gebeurde het. Een fietsster reed nog snel het kruispunt over, net toen hij de bocht nam. Hij remde bruusk maar raakte lichtjes haar wiel. De dame kon haar fiets niet meer rechthouden en viel op de grond.
-‘Verdomme, verdomme!’ gromde René, meer van het schrikken dan uit boosheid. De vrouw krabbelde recht en keek hem aan.
-‘Jij stomme macho! Zit er nog prut in je ogen? Meneer heeft me niet gezien zeker?’

Oké, dacht René, zo te horen is ze niet ernstig gewond.
-‘Ho mevrouwtje, jij keek anders ook niet uit je doppen. Als ik me niet vergis, was het al rood toen je overstak.’
-‘Gaan we die toer op? Dan roep ik er de politie bij.’ Ze grabbelde naar haar handtas, maar die was verdwenen. René zag hem op de straatstenen liggen en raapte hem op. Ze graaide hem uit zijn handen en viste er haar gsm uit.
Ondanks de omstandigheden moest René heimelijk lachen. Normaal zou hij kwaad geweest zijn. Het was hem echter niet ontgaan dat de onfortuinlijke fietsster een knappe vrouw was. Niet zo jong meer - eerder zijn leeftijd - maar verduiveld pittig en stijlvol.
Intussen waren er al mensen blijven kijken naar wat er gebeurd was. Ze moesten maken dat ze hier wegkwamen voordat iemand zich met hen bemoeide, dacht hij.
-‘Wacht even. Laten we vooral rustig blijven,’ suste hij, toen ze daadwerkelijk wilde bellen. Hij stak zijn hand uit om haar tegen te houden, maar ze duwde hem weg. Ze pakte haar fiets en zette hem aan de kant. Nu pas dacht René er ook aan om de weg vrij te maken.
-‘Ben je in orde?’ Toen ze hem venijnig aankeek, verduidelijkte hij: ‘Ik bedoel, heb je ergens pijn? Ben je gewond?’
-‘Ik denk het niet. Hoewel…’ Ze wees op haar knie. ‘Dat zal morgen zeker een ferme blauwe plek worden.’
-‘Het spijt me. Wat denk je ervan om even te bekomen in die taverne daar? Een koffietje drinken en gegevens uitwisselen, voor het geval er morgen toch iets niet in de haak is.’
En om je beter te leren kennen, dacht hij. René moest moeite doen om zijn ogen van haar af te houden. Hij wou niet dat ze hem provocerend vond.
Even later zaten ze aan een tafeltje tegenover elkaar, elk met een koffie en een cognac. Je zal zien, had hij gezegd, het zal je goed doen. Ze had niet lang tegengestribbeld. Nu haar vijandige houding verdwenen was, waagde hij zijn kans.
-‘Ik ben René,’ zei hij, ‘en ik vind het jammer om je op zo’n domme manier te leren kennen.’ Hij zag weer die felle blik in haar ogen en ging snel verder: -‘Nu ja, ik had het liever anders gewild, zonder je omver te rijden. Trouwens, als je morgen toch ergens pijn hebt, moet je zeker naar de dokter gaan en me iets laten weten.’
Ze schoof een beetje onderuit in haar stoel en roerde in haar koffie. Dan keek ze hem aan met haar wondermooie blauwe ogen. René wist niet wat hem overkwam. Vlinders in de buik, daar leek het nog het meest op. Om zich een houding te geven nam hij een slokje van zijn cognac.
-‘Valerie,’ zei ze en stak haar hand uit. Ze glimlachten beiden toen ze elkaar de hand schudden. -‘Eerlijk gezegd ben ik wel erg geschrokken. Sorry dat ik zo geroepen heb.’
Hoewel ze het zachtjes gezegd had, klonk het kordaat, helemaal niet als een excuus. Maar dat had hij ook niet verwacht van haar. Dat vrouwtje had pit. Misschien moest hij haar later eens bellen voor een echt afspraakje. Ze zou hem toch geen ‘stomme macho’ meer vinden? Pas toen hij haar vragende ogen zag, besefte hij dat ze iets gezegd had.
-‘Wat zou jij geven als je ergens uitgenodigd bent voor een etentje? Bloemen vind ik zo gewoon en trouwens, niet echt iets voor een man.’
De vraag kwam zo onverwachts dat René niet wist of hij het wel goed gehoord had. Zei ze nu dat ze een afspraak had met een man? Een vriend? Familie? Verdorie, hij had zich weer eens laten gaan. Zo’n knappe vrouw zat natuurlijk niet op hem te wachten.
Hij haalde zijn schouders op. -‘Een goeie fles wijn of zo is altijd oké, denk ik. Daar zou ik toch blij mee zijn.’
Valerie knikte. -‘Ja, dat lijkt me wel wat. Ik moest nu maar eens gaan.’
Nadat ze buiten afscheid hadden genomen, bleef René haar nakijken tot ze om de hoek verdwenen was.

Terwijl hij aan het fornuis stond, dwaalden zijn gedachten weer naar die ochtend. Hij had zich de ganse dag lopen afvragen of hij haar moest vergeten of niet. Daar zat hij nu met het telefoonnummer van een aantrekkelijke vrouw, die hij niet durfde bellen uit vrees een blauwtje te lopen.
De deurbel haalde hem uit zijn gemijmer. Hij zwaaide de deur open. Mathias glunderde. Valerie schrok even, net als René. Toen schoten ze beiden in de lach, terwijl Mathias hen verbaasd aankeek.
-‘Alsjeblief,’ zei Valerie, ‘voor jou.’ Ze gaf hem een fles cognac en een kus op de wang. ‘Ik ben er zeker van dat je die wel zal lusten,’ voegde ze er ondeugend aan toe.

 

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

4 feb. 2014 · 0 keer gelezen · 1 keer geliket