Oorlogsherinneringen besabbelt als zoethout.

8 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Als ik zoethout ruik of zie dan denk ik aan jou. Opa, jij met je stokjes in de lade, 1 stokje en we waren een week zoet.

Jouw gezicht herinner ik me bijna niet meer.

Maar jouw verhalen spoken nog steeds door mijn hoofd: deze van den oorlog met zijn rantsoenering, angsten en het wantrouwen in iedereen rondom jou.

Veel verhalen waren zo mooi om beluisterd te worden, vooral omdat jij zo’n boeiende lichaamstaal had. Je ogen spraken boekdelen zeiden de mensen, ik kon helaas nog niet lezen. Maar ik bewonderde de vlotheid en durf die jouw verhalen uitstraalden.

Visualiseren was bijna een onmogelijkheid. De zwarten die wit waren, hoe moest ik me dat voorstellen? Ik weet nog dat ik je vroeg als dat dan zwarte pieten waren die onder de bloem zaten van in de bakkerij te werken. Nee, het waren geen slaafjes! De glimlach op je mond en die schuddende hoofdbeweging verraden dat het nog niet zo slecht bedacht was van mij.

Jouw uitleg leek me te moeilijk, te theoretisch. En na enkele zinnen haakte ik af maar in mijn hoofd zag ik allerlei gekke situaties. Ik wou het praktisch kunnen voorstellen. Als de zwarten wit waren kunnen de witten dan zwart zijn? Één zin bleef haperen in mijn hoofd : zwarten zijn carburateurs. Ja ik wist bijna wat dat was want papa volgde avondles automechaniek. En ik had dat woord al horen zeggen. Ik vroeg hem wat is da nu juist een caboradinges. en zijn uitleg van : een deel van een verbrandingsmotor met zuigers met iets van een nokkenas.

Ja ik wist genoeg. Opa je had vertelt dat de auto’s nog werden aangezwengeld en ja de zwarten die eigenlijk wit waren dat waren volgens mij de ventjes die in de auto’s van het Duitse leger zaten. Op de nokkenas, ge weet wel die aan elkaar verbonden zeteltjes. Die mannetjes waren de zuigers die benzine dronken en om beurt in de verbrandingsmotor spuwden, een beetje zoals een stoker op een kolentrein. Natuurlijk dat die witten zwart werden door de hitte van de verbrandingsoven en de rook ontwikkeling.

En de witten van het verzet ja die bleven wit want zij moesten ervoor zorgen dat iedereen zich op tijd verzette. Maar nooit verstond ik waarom je niet kon weten als iemand dus een zuiger was of een verzetter en waarom ge elkaar daarvoor moest wantrouwen. Ja de fantasie van een kleinkind neemt soms rare wendingen.

 

Later in het lager ontdekte ik dat er veel moeilijke woorden waren en dat die soms wel dezelfde

klanken hadden maar in de verste verten niets met elkaar te maken hadden.

De oorlog omschreven, door de juf, met haar verzetstrijders en collaborateurs leek wreder, laffer en was niet de moeite om te visualiseren het leek een nachtmerrie. Ik dacht toen juf heeft beslist niet de boekdelen van opa’s ogen geraadpleegd, en nochtans hij heeft de oorlog meegemaakt.

Nu met een grotere woordenschat en dat beetje kennis van de oorlogsgeschiedenis begrijp ik steeds minder van je verhalen. Ik heb ze destijds in fonetisch klanken opgeslagen en nu ik het lezen beheers kan ik er niets zinnigs meer uit ontcijferen.

De nationaliteiten die je verhalen en ook de kerkhoven bevatten kan ik enkel thuis wijzen in een land, als ze tenminste niet op de vlucht zijn en of geëmigreerd of een dubbele nationaliteit hebben door een gemengd huwelijk. De oorlog lijkt nooit meer zo fantastisch en spannend zoals ze klonk uit jou belevingen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

8 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket