Rusthuis 'Welverdiend'

River
26 mei 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

In rusthuis ‘Welverdiend’ heeft men van die dagen. Met zijn allen aan tafel, lusteloos in slappe koffie een lepeltje draaien, iets mompelen tegen de muren. ‘Waar is de suiker?’ Windstilte. Men moet besparen. Tijdens vergaderingen in bureelcontainers gebeurt nèt hetzelfde. Alleen schuift daar de dood mee aan.

 

Iemand tikt met een pen op tafel. Men gaat het hier eens gaan zeggen. Er wordt over en weer geschuifeld met stoelen, een slaafje raast rond met een dienblad, posities worden ingenomen en na wat schikken krijg je zoiets als ‘de Kruisdraging’ van Jheronimus Bosch. Er scheelt iets met de vrouw die tegenover mij zit. Haar mond trekt scheef, ze tokkelt zenuwachtig op tafel, zoekend naar een plaats in het schilderij. Het bleke licht aanwezig in de container bevalt haar niet. Het is wringen en wurmen. Men moét en zal de suggestie oproepen midden in de compositie te staan. Ik ken iemand die een volledig gezin heeft uitgemoord, om zo op de voorpagina van een de krant te belanden. Hij kreeg slechts een voetnoot. De krant belandde in de kattenbak.

 

Uiteindelijk neemt iemand het woord en de suiker. Het is die vrouw. Het is me een raadsel met welke gigantisch vermogen iemand kan raaskallen, maar het kan, want daar staat ze, klontjes plettend in de koffie. Ik vertrouw geen mensen die het woord nemen, uit de verpakking rukken en ermee smakken. Dat staat niet. Met het woord dien je voorzichtig om te gaan. Draai het eerbiedig uit het papiertje. Behandel het zoals nederige diensters  de Engelse kroonjuwelen in the Tower opblinken. Kniel. Kruip in het stof.

Zij begint te kraaien. Ze gaat het hier eens gaan zeggen. Ik zet me schrap. Gewikkeld in een toga orakelt ze over het bezitten van gewichtige informatie ‘want ik heb een directe lijn met de onderzoeksrechter en die is àltijd vriendelijk tegen mij’. Ik dacht: ‘Hij zou beter je hoofd afslaan. Zou niet misstaan op een Bosch-schilderij.’

 

Ik verliet murw en plat geslagen de vergadering waar ik als oud-legionair was op uitgenodigd. Màànden eerder had ik, met respect voor het woord, gewichtige informatie op dezelfde tafel gegooid. Ik ben slechts een versleten soldaat. Men had alleen oog voor het slaafje en de koffiekoeken die ze aanbood. Het woord kwam onder tafel terecht en iemand schopte het in een hoek. Nadien is de poetsvrouw langs geweest.

 

Dat woord werd me halsreikend toegestopt door de kleine Sunny. Hij kan als geen ander praten en ik luisterde. Ik luisterde héél aandachtig. ‘Ik ben zo bang voor wat komen gaat, meester.’ Ik hakte zijn woord erin, als een slagzwaard. Het ketste af op de pantsers. Sinds negen april is de kleine Sunny verdwenen. Vanaf die dag heb ik mijn oud uniform van het Negende Legioen weer opgediept. Het knelt, snijdt in mijn adem en drukt op mijn stijve knoken en dat al tweeënveertig dagen lang. Ik ben niet om aan te zien, mijn plaats is in rusthuis ‘Welverdiend’. Maar, het Negende geeft zich nooit over en sterft staande. Ik zal een kaartje sturen van op het slagveld.

 

River 20 mei 2018

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

River
26 mei 2018 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket