Treurwilg

Maarten
4 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

Nacht valt over de kermis. Neonlichten dompelen het terrein onder in een broeierige sfeer. Dit is geen plaats meer voor ouders en hun kinderen. De nachtbrakers hebben nu de macht; het kwetterende gelach heeft plaatsgemaakt voor dronkenmansliederen. De carrousel draait nog dapper door, maar ook zij speelt een ander deuntje. Dat kan de bezoekers slechts weinig schelen. Ze slenteren verder en negeren de waarzegger die alleen maar onheil predikt. Iedereen is op weg naar het spookhuis. Hier kan men zijn moed tonen, voor de kick of voor een huiverende omhelzing van dames in nood.
De durfallen betalen het ticket, rechten hun schouders en leggen dapper het afgelijnde traject af. Niemand waagt het om voet te zetten voorbij de barrières, daar ligt de verboden zone. Sommigen klimmen op de hekken, nieuwsgierig naar wat daar achter te zien is. Niets dan duisternis, het doet hen huiveren. Ze lachen nerveus en vinden altijd wel een uitvlucht om niet van het traject af te wijken.

Voorbij die hekken, verbolgen door de duisternis, schuilt Livia, onttrokken aan nieuwsgierige blikken. Al deze stoere jongens passeren haar zonder het te beseffen, ze moet er haast van lachen. Niemand van hen is geneigd om een stap in haar wereld te zetten. Wat een stelletje helden…

De uren waaien voorbij en alcohol schenkt nieuwe moed. Mensen maken zich sterk en dagen elkaar uit om over de hekken te kruipen, om de verboden zone te betreden.
Één van hen, een jongen gesterkt door de drank, bijt de spits af. Aarzelend waadt hij door de duisternis, steeds dichterbij, totdat Livia hem haast kan aanraken.

“Wat kom jij hier doen?!” ze vervormt haar stem, diep en zwaar. De jongen schrikt op en ziet er uit alsof hij het in zijn broek heeft gedaan. Wanneer hij Livia opmerkt, recht hij zijn houding. “Je hebt me laten schrikken, teef!”

Ze haalt haar schouders op. “Dat is dan ook de bedoeling in een spookhuis. En nu opkrassen voordat ik jouw mammie roep.”

De jongen komt wat dichterbij. “Wacht eens even, ben jij…”

“Wegwezen!”

De jongen houdt zich sterk maar Livia duwt hem zonder moeite terug tot voorbij de afsluiting. De jongen krabbelt recht en kiest het hazenpad. En Livia? Zij verdwijnt ze terug in de duisternis.

“Wat een mislukkeling.” Die stem kwam van achter haar. Livia draait zich om en kijkt recht in twee brutale ogen, nog een jongen… Ze doet enkele passen naar voren om hem beter te zien. “En jij bent dat niet?”

De jongen maakt een buiging. “Ik ben slechts een wezen van de nacht, en jij mijn… treurwilg.”

HAH! Nog eentje. Livia kan haar lach niet onderdrukken.
“Luister, ventje, je zult beter moeten doen dan die goedkope praat.”

“Wat dacht je hiervan?” Hij neemt Livia beet en trekt haar naar zich toe. Hun lippen raken terwijl hun tongen dansen als adders. Zijn handen graaien gretig naar meer. Livia wendt het hoofd en duwt de jongen van zich af.
“Is de nachtraaf soms bang van het licht? Kom mee, ik weet wel een betere plaats.”
Ze grijpt hem bij de pols en sleurt hem mee, voorbij de kartonnen grafzerken, plastic monsters, schedels en knekels. In de verte knippert er een zwak groen licht. Wanneer ze dichterbij komen, wordt het woord dienstingang zichtbaar.

“Daar?” vraagt de jongen.

“Mijn spel, mijn regels. Kom op man, open die deur.”

“… Hij is gesloten.”

“Oh krijg toch de,” de rest van haar vloek gaat verloren in het kraken van de deur. Ze voelt amper de splinters die zich aan haar voet hechten. “Kom mee!”

TL-buizen verlichten één enkele grafzerk.

“Hier?” vraagt hij.

“Ja hier! Ben je soms ba...” Maar de jongen duwt haar ruw tegen de muur en grijpt haar langs achteren. “Wat, ben jij soms een mietje?” grinnikt ze, “wees een man en kijk me in de ogen.”

De jongen slingert haar op de grafzerk en drukt zijn gewicht op haar. Jaah… dat is het… Kleren scheuren en Livia graaft haar nagels in zijn rug, dieper en dieper. De jongen schreeuwt het uit maar zij laat niet los. De voorstelling is nog maar pas begonnen. Livia voelt haar huid tintelen; net onder het oppervlak kronkelt er wat. Zij worden rusteloos, zij willen naar buiten. Livia geniet van het moment en neemt ieder detail van de jongen in zich op. Zijn gelaatsuitdrukking verraad één enkele emotie: doodsangst. Dat gevoel brengt haar terug naar de eerste keer dat zij met ‘hen’ in contact kwam. Ook al herrinert ze de details niet meer, de angts en de walging zijn haar altijd bij gebleven. Nu... is zij één van hen. Het geschreeuw reikt tot buiten het spookhuis. Passanten gniffelen en schudden het hoofd: “Weer eentje die niet kan wachten tot hij buiten is.”
Livia lacht hartig mee; zij weet dat dit exemplaar het huis nooit zal verlaten.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Maarten
4 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket