Vervlogen zomerzon

Fiona
5 apr. 2015 · 2 keer gelezen · 0 keer geliket

De zonsondergang gloeit na in de eindeloze zeespiegel. Het is een romantische plaatje, een droom waar elke toerist naar snakt, maar Nico merkt de natuurvoorstelling niet op. Hij heeft enkel oog voor zijn kampvuurtje. De vlammen hebben een hypnotische werking op hem. Ze brengen zijn hart, dat enkele uren geleden nog leek te barsten, tot rust. De muziek helpt ook. Zijn vingers vinden als vanzelf de juiste gitaarakkoorden. Ze doen pijn die vingers. Hij heeft al te lang gespeeld.

 

“Leg die kutgitaar eens voor een keertje weg. We zitten hier al een week en je hebt dat stomme ding al meer aangeraakt dan mij. Ik dacht dat we op vakantie waren!”

 

Els had een hekel aan zijn gitaar gehad. Els begreep hem niet. Els was niet aardig geweest.

 

“Nee! Als jij die gitaar de tent binnenbrengt, dan ga ik buiten slapen! Wat?! Hoezo dat kan je niets schelen? Wat denk jij eigenlijk wel?”

 

Het was aan het regenen geweest. Hij kon zijn gitaar toch niet buiten laten liggen? Zijn gitaar. Zijn lieveling. Hij had hem in een ver verleden gekregen van zijn ouders voor Sinterklaas. Meer dan een maand had hij gezeurd. Tientallen brieven had hij geschreven en overal had hij notaatjes laten slingeren.

“Sinterklaas, mag ik alsjeblieeeeeeeeeft een gitaar? Alsjeblieft?”

Ze was te duur geweest, maar uiteindelijk had hij ze toch gekregen. Zijn moeder was zo vertederd door die hele toestand met de briefjes. Na het verkeersongeluk, waarin zijn beide ouders omkwamen, had hij alle brieven die hij toen gestuurd had, teruggevonden in een oude schoendoos onder moeders bed. Hij had gehuild.

 

“Ben je nu helemaal getikt? Het lijkt wel alsof we met z’n drieën op vakantie zijn! Het is toch belachelijk, Nico. Zie die gitaar nu liggen op zijn handdoek. Bruiner zal hij niet worden hoor.”

 

Nico speelt verder. Een briesje neemt hem in een omhelzing en omspoelt hem met de zilte geur van de zee. Het zand kriebelt onder hem, maar hij beweegt geen centimeter. Ingespannen kijkt hij naar de vlammen, terwijl zijn gevoelloze vingers telkens opnieuw van akkoord wisselen.

 

“Godverdomme, Nico. Dit is de laatste keer dat ik ooit met jou op vakantie geweest ben. Als jij meent dat gitaarspelen en kampvuurtjes aanleggen ook mijn idee is van lekker weg zijn, wel, dan zitten we op een héél andere golflengte.”

 

Els was een goeie vriendin. Hij hield van haar. Ze was een vrolijke meid met het hart op de tong. Ze wist altijd wel ergens een positieve wending te geven aan de tegenslagen die hun leven leken te beheersen. Ze rook ook zo lekker. Alsof je pure zomerzon inademde. En nu was ze weg.

 

“Geef hier dat ding! Geef hier! Ik breek het in stukken! Ik zweer het je!”

 

Steeds opnieuw slaat Nico de bebloede snaar aan. Hij likt de zoute tranen van zijn lippen. Zijn bloemenlief. Hij had van haar gehouden. Nico laat de muziek de nacht inspelen. Het avondrood verdwijnt en zijn hart klopt weer rustig. De vlammen knetteren en vullen de zomerlucht met de geur van brandend hout en geroosterd vlees.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

Fiona
5 apr. 2015 · 2 keer gelezen · 0 keer geliket