Vloeiend

6 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket

 Minutenlang vroeg ik me af waarom we het zover hadden laten komen. De kus leek het onafwendbare einde van een tragedie. De katalysator die het verval in gang zette. De doodsteek voor onze uitzonderlijke band. Tot gisteren was alles zo eenvoudig mooi geweest. Niets hoefde en niets was uitgesproken. We waren de beste vrienden voor altijd. We konden over alles praten. Over alles behalve over de liefde.

 

De liefde was taboe voor ons. Niet omdat we er niet wilden over praten, maar net omdat er niets meer over te zeggen viel. We wisten het; van onszelf en van elkaar. Ik had haar al meermaals zien wegzinken in mijn ogen, terwijl ik me verloor in haar lach. Op zulke momenten was ze niet meer in staat te horen wat ik zei en bewoog ik mijn mond op automatische piloot. De hersenloze klanken waren voor ons minstens even belangrijk als onze complexe gesprekken. Het waren de klanken die ons de mogelijkheid boden onszelf te verliezen en op te gaan in een wereld die van ons was. Een wereld die niemand begreep en niemand kon betreden.

 

Dag na dag verlangde ik ernaar haar te zien. Elk uur wilde ik haar goddelijke stem horen. Haar hersenloze klanken waren veel mooier dan de mijne en haar gedachten kon ze op zulke verfijnde manier weergeven dat ik me schaamde over mijn eigen gebazel. We zagen elkaar en we praatten. Elke keer weer. Zonder meer, want dat was voldoende. Meer hoefde het voor mij niet te zijn en ook niet voor haar. We hadden het goed zonder gebonden te moeten zijn, zonder de inherente onzekerheden. Zonder verbond waren er immers geen zekerheden die zichzelf tot onzekerheden konden bombarderen. Alles zweefde en vloeide. De klanken en het leven. De woorden en de daden.

 

Ik hoefde haar niet aan te raken om gelukkig te zijn. Zij hoefde mij niet te kussen om te voelen wat ze voor mij betekende. We hadden die bevestiging niet nodig. Samen zijn en praten was het allerbelangrijkste. Zolang er woorden kwamen die betoverden, inspireerden we elkaar. We waren elkaars bron, elkaars begin en einde. De enigen die konden vatten wat er met ons gebeurde. Het kriebelende gevoel in onze buik was niets vergeleken met de lichtheid in onze hoofden.

 

De toverdrank die ons gevoel kon bottelen, zou dodelijk zijn. Te heftig voor onervaren zielen. Te gevaarlijk voor zuivere hedonisten. Het was de oermagie waar wij dag na dag mee flirtten. Haar kracht zat niet vervat in het streven naar het aardse of ondermaanse. Wij gingen verder. We lieten de zon achter ons en verloren onszelf in elkaars duisternis. We waren elkaars wegwijzer. De fonkelende sterren op de eindeloze tocht. We gingen door zonder te weten waar we zouden uitkomen, of er een einde was, of het ooit zou stoppen.  

 

De meesten begrepen onze relatie niet. Die zuiverste vorm van samenzijn was hen vreemd. In onze hoofden waren we echter een geheel. Bijna volmaakter dan de oneindigheid van de lepel gingen we door het leven. Eindeloos herhaalden we dat woord om ons erin te verliezen. Doodgewoon of achterstevoren kwamen we steeds weer bij de essentie uit. Twee delen die samengeklit waren om elkaar nooit meer los te laten.  

 

Het was echter te mooi geweest, te zoet en te lieflijk. De toorn van het Fortuna was harder dan we hadden verwacht. Scheiden kon ze ons niet en daarom bracht ze ons dichter bij elkaar. Op letterlijke wijze werden onze lippen door haar onzichtbare hand op elkaar gedrukt. Onverwacht, ongeplaatst en onzeker. De hand verwijderde zich, maar wij konden niet wijken. Het voelde avontuurlijk aan, maar vertrouwd tegelijk. Haar lippen deden de mijne tintelen. Ik wilde ze nooit meer verlaten en kuste haar opnieuw. Niet omdat het zo hoorde, maar omdat het zo voelde.

 

Als ze vandaag niet meer kwam, was alles voorbij. De kus, de band, het verbond. Nooit zou het nog hetzelfde kunnen zijn. Nooit zouden we nog kunnen terugkeren naar die beëindigde eindeloze tijd. De stilte na de kus had voor onrust gezorgd en had ons verscheurd. De woorden waren verdwenen waardoor we onbeschermd tegenover elkaar stonden, maar nu was het anders. Ze tikte me op de rug. De woorden kwamen en vloeiden over in haar lippen.

Geraakt door deze tekst? Maak het hartje rood of deel de woorden met je vrienden.

Zo geef je mee een stem aan de woorden van deze schrijver.

6 nov. 2013 · 0 keer gelezen · 0 keer geliket