Lezen

Gustaaf krijgt het aan de stok met de hoofdredactrice van de Kluger Hans (e-mailverkeer)

Onderwerp: Blur inzendingen   Beste Yasmin,   Kan men ook per post inzenden voor het themanummer Blur? Als ik links moet uitlijnen Enzo. speelt u al een beetje ambtenaar.   Alvast bedankt Warme groet   Gustaaf   Onderwerp: Re: Blur inzendingen   Dag Gustaaf,   Per uitzondering kan ik inzenden per post wel toestaan. Aangezien de hele redactie de inzendingen moet kunnen lezen, zou het hoogst onhandig zijn mochten er veel binnenkommen via de post. Maar één papieren inzending digitaliseren is te bolwerken.   Links uitlijnen doet u trouwens heel simpel met deze knop in uw favoriete tekstverwerker. (of mocht het prentje niet zichtbaar zijn: http://fagict.weebly.com/uitlijnen.html)   Dat mag naar:  Koepoortkaai 13 7000 Genk   Groeten,   Yasmin   Onderwerp: Re: Blur inzendingen   Dag Yasmin,   Ik hoop dat het u goed gaat.   Krijgt het volgend nummer van de Kluger Hans (Confabulaties) al vorm?   Dit keer kom ik graag naar de FeedBackSessieDag van de Kluger Hans. Ik ben benieuwd en kijk er al naar uit.   Om misverstanden te vermijden: dit email adres gebruiken gustaaf.sorgheloze@hotmail.com   Mogelijks hebben jullie ondertussen James Olney gelezen. Ik nog niet. Het ligt al een hele tijd naast mijn bed (ik heb geen nachtkastje).   Hier in Harelbeke is er momenteel geen maan te zien. De temperatuur valt mee. Ik ga zo dadelijk de afwas doen en luistert wat naar de Blues Brothers.   Voor de lol twee gedichtjes in bijlage. Een kort en een lang. Veel leesplezier!   Hou me op de hoogte. Tot binnenkort? Vriendelijke groet   Gustaaf   Onderwerp: Re: Blur inzendingen   Dag Gustaaf,   De voorbereiding voor het nieuwe nummer draait al op volle toeren.   Ik ben niet helemaal mee in verband met de feedbacksessies; jij hebt je ingeschreven? Wij  gebruiken het e-mailadres waarmee je de inzending gedaan hebt.   Zijn de gedichten bedoeld als inzending? Zo ja, dan moet je ze via de inzendinbox (https://www.klugerhans.org/inzenden/) droppen zodat we ze niet kwijtraken en zodat we je in de communicatie omtrent feedbacksessies kunnen houden.   Groeten, Yasmin   Onderwerp: FW: INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag Yasmin,   Zie e-mail hieronder. Ik heb inderdaad een inzending gedaan voor het Confabulatienummer (zie e-mail hieronder) Daar ik niks vernomen heb ga ik er van uit dat jullie feedback en tips ter verbetering en peptalk en kritiek en commentaar en aanmoediging en inzichten en nieuwe ideeën en klaar hebben. Of is er weer iets fout gelopen in de communicatie? Vergis ik me? Zou je het even willen uitzoeken? Alvast bedankt.   Neen, de gedichtjes zijn voor de lol.   Hou me op de hoogte. Vriendelijke groet   Gustaaf     Onderwerp: INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Beste Gustaaf Sorgheloze, Bedankt voor je inzending! We zullen je vrije bijdrage met veel interesse lezen en beoordelen. Nadat de huidige deadline voorbij is, begint de redactie aan het selectieproces. Daarom contacteren we in mei iedereen die een tekst inzond voor ons lentenummer. Auteurs die een tekst inzenden voor ons herfstnummer, kunnen ten laatste in oktober een bericht verwachten. Je krijgt dus zowiezo reactie van ons, maar hou er rekening mee dat het even kan duren, afhankelijk van wanneer precies je je tekst hebt ingestuurd. Als je tekst niet gepubliceerd zal worden, krijg je een uitnodiging om op feedback te komen. Je hebt dan de gelegenheid om in gesprek te gaan met een redacteur en het over je ingezonden werk te hebben. De workshops vinden telkens plaats in mei en oktober. Ken je iemand die blij zou zijn met een abonnement op Kluger Hans? Stel ons tijdschrift gerust aan hen voor. Als abonnee krijgen ze tweemaal per jaar een mooi vormgegeven Kluger Hans vol opkomend en onbekend talent in de brievenbus. Een abonnement afsluiten kan gemakkelijk op onze website. Heb je zelf enkele nummers gemist? Je kan online ook steeds oude(re) nummers nabestellen Groeten, de redactie van Kluger Hans     onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag Gustaaf,   Dan ga je enkele weken geleden mail hebben gekregen in verband met de feedbacksessies. Kijk je even in je spam of het niet daar is blijven plakken?   Groeten   Yasmin   onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag Yasmin,   Neen, ik heb niets zien passeren. Godverdomme. Meestal als er iets ‘blijft plakken’ ben ik het int café. Godverdomme.   Groet G.   onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag Gustaaf,   Heel jammer. Maar zowiezo waren de inschrijvingen al afgerond; intussen. Ik vraag even aan het team poëzie of iemand feedback er voor jou er nog kan bijkrijgen.   Groeten,   Yasmin       onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dat zou fijn zijn. Dit is de tweede maal dat er gezever is over e-mails en feedback! Echt, wat een geleuter. Zit Mathijs Deraedt daar nog bij jullie in het welkomstcomité? Dat zou fijn zijn.   Groet G.     onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag Gustaaf,   Met alle respect, maar wij zijn allemaal vrijwilligers (ik ook) die ons best doen om alles zo goed mogelijk draaiende te houden. We krijgen 1600 inzendingen per jaar. De feedbacksessies zijn geen geleuter, maar vergen heel wat organisatie om vlot te doen verlopen. Dat jij je spam niet goed in de gaten houdt, daar kunnen wij weinig aan doen. We zijn ook helemaal niet verplicht om na te gaan of we je alsnog feedback kunnen aanbieden, en toch was dat mijn voorstel.   Groeten,   Yasmin     onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag Yasmin opt veldt,   Ik geloof zelfs niet dat jij mij een mail hebt gestuurd. Er is geen sprake van vrijwilligers. Jullie zijn amateurs.   Vriendelijke groet,   Gustaaf onderwerp: Re/ INZENDING KLUGER HANS: Herinneringsprotocollen   Dag juffrouw opt veld,   VISWIJF!   Groet Gustaaf  

Hubert Grimmelt
4 0

De Zwaardvis

   Ik besluit een schilderij te gaan maken van een zwaardvis. Verschrikkelijke beesten zijn dat! Die hakken - zjoef, zjoef, zjoef - in het rond. En alles en iedereen is aan stukken, het water verandert dan in één grote plas bloed... en daarna is het smullen van het gehakt. Het wordt een heel bloederig schilderij! Ik schilder zoals de zwaardvissen hakken, dus is het snel klaar. De volgende dag komt er een man de Hoedensalon binnen, hij zoekt een rode hoed met witte stippen. Maakt niet uit wat ie kost,’ murmelt hij een beetje binnensmonds. ‘Dat is geen enkel probleem, zegt Caroline, hebben wij hem niet, dan maak ik hem wel voor u.’ Plotseling valt zijn oog op mijn bloederige schilderij van de zwaardvis. ‘Ik ben dol op zwaardvis,’ zegt de man. (Ik had het schilderij tijdelijk beneden in de Hoedensalon gezet, samen met nog een stapel andere schilderijen. Ze zouden namelijk worden opgehaald voor een expositie van agressieve zeevissen.) ‘Is dat schilderij te koop?’ vraagt de man. De man is erg onsmakelijk dik en hij heeft een merkwaardig opgezwollen voorhoofd. Een adderachtige tong, die tussen zijn dikke lippen tevoorschijn komt, lijkt smachtend naar het schilderij te likken. ‘Ik ben dol op zwaardvis,’ murmelt hij wederom.            Toevallig kom ik juist binnenlopen en hoor wat de man vraagt.        ‘Nou, voor twintigduizend euro mag u het kopen,’ antwoord ik.        'Tienduizend, murmelt hij en het schilderij is verkocht.’        'Vijftienduizend en de deal is rond,' zeg ik.        De man betaalt mij met klinkende munt en met Caroline spreekt hij af wanneer hij zijn hoed kan komen ophalen. Vrolijk fluitend gaat hij, met het schilderij onder zijn arm, de deur uit.    Veertien dagen later komt de man, zoals blijkbaar afgesproken, de rode hoed met witte stippen ophalen. Hij is in gezelschap van een vrouw die nog dikker is dan hij, ze heet Bolala. Zij wil ook een hoed, maar dan een blauwe met witte stippen. ‘Dat is geen enkel probleem, zegt Caroline, hebben wij hem niet dan maak ik hem wel voor u.’     En... zij wil ook een schilderij. Ze wil een schilderij van een felblauwe zwaardvis.         ‘Felblauwe zwaardvissen bestaan niet,’ zeg ik resoluut.        ‘Oh... dat is erg jammer,' zegt Bolala zuchtend.        'Maar u kunt toch wel een blauwe zwaardvis voor mij schilderen?’ vraagt ze vervolgens met een mierzoet stemmetje.        ‘Nou, vooruit dan maar, antwoord ik, maar ik heb wel een inspiratiebron nodig.’         ‘Geen probleem, zegt de dikke man, wij hebben een leuke dochter die in de auto op ons zit te wachten en...’            Even later huppelt er een meisje met een heel kort rokje naar binnen. Ze heeft flinke borsten, een smalle taille en... ze draagt een klepperend gebitje. Snel zet ik mijn recorder aan. ‘Heerlijk geluid voor ik mijn boek - Jozef Bloks in beeld en geluid,’ mompel ik in mijzelf. (Een mens mompelt soms heel wat af in zijn leven.) Het meisje kan goed klepperen, ze is blijkbaar heel muzikaal.    ‘Wat vind je van haar?’ vraagt Bolala.        ‘Geweldig,’ roep ik uit en vervolgens sleep ik het meisje (ik noem haar "Klapstuk"- want ze ziet er best aardig uit) mee naar mijn atelier en zet haar boven op mijn namaakzwaardvis. Plof! Die zit!          ‘En... stil zitten, zeg ik, doe maar net alsof je bovenop je vriendje zit.’ Klapstuk kleppert met een brede glimlach van oor tot oor. Vervolgens neem ik de zaagmachine van de vrouwelijke postbode ter hand (zie mijn verhaal: Ramba de postbode) en bestorm hiermee de zwaardvis en... de arme Klapstuk. Het meisje gilt prachtig Hitchcockiaans. Geweldig! Ik neem het allemaal op. Dat geschreeuw kan ik wellicht nog wel eens aan een amateur horrorcineast verkopen, denk ik bij mijzelf.     Klapstuk plast van schrik in haar broekje. Het goddelijke vocht sijpelt langzaam over de rug van mijn nepzwaardvis. Het arme meisje ziet helemaal bleek. Met mijn super rustgevende stembanden spreek ik haar toe: 'Het is allemaal maar show, lieve meid en... bovendien is het de schuld van je moeder. Zij wil zo nodig een schilderij van een felblauwe zwaardvis! Ik niet!'     Snel schilder ik een doek vol met... felblauwe zwaardvis en als ik bijna klaar ben, gooi ik er een handjevol plas van Klapstuk overheen. Het druipt allemaal heel lekker. ‘Jackson Pollock zou het niet beter hebben gedaan,’ mompel ik in mijzelf. Het meisje is al weer snel van de schrik bekomen en ze vindt het eigenlijk wel een mooi schilderij geworden. Ik doe nog een finishing touch en... klaar!     ‘Dat heeft u snel gedaan,’ zegt Klapstuk.        ‘Ja..., ik ben een snelle schilder,’ antwoord ik.       Hand in hand gaan we weer naar de Hoedensalon en ik overhandig Bolala het nog natte schilderij. ‘Prachtig, prachtig,’ roept ze uit! De dikke man overhandigt mij wederom met een royaal gebaar vijftienduizend euro (‘ik vraag veel te weinig voor mijn schilderijen,’ mompel ik in mijzelf) en weg zijn ze.      Ik kijk Caroline aan en zeg: 'Wat wij tegenwoordig toch allemaal voor onze klanten over moeten hebben.'                                       --------------------------------------------------- Het verhaal speelt zich af in Antwerpen waar mijn vrouw - van 2000 tot 2011 - eigenaresse van een Hoedensalon was. Jozef Bloks - projectkunstenaarSpanje 2024Altea, Alicante https://jozefbloks.blogspot.com/

Jozef Bloks
19 0

Scharlakenrood

De opgedroogde druppels die uit de omgevallen fles wodka gesijpeld waren, lagen als tranen op het parket. Het glas van een fotolijst die aan de muur hing, vertoonde spinnenwebbarsten. Daaronder zat een foto van vader die je daardoor amper kon herkennen. Moeder lag verdoofd in de zetel tot grote ergernis van haar zestienjarige dochter. Met een zucht draaide het meisje zich om en liep naar de keuken. Deze keer zou ze niet wachten tot haar moeder nuchter genoeg zou zijn om naar grootmoeder te rijden. Telkens was het bezoek uitgesteld, door moeders drankdriften. En dit al twee jaar lang. Het meisje vulde gauw een rieten mand met speculaaskoekjes, die ze gisteren gebakken had.  Vastberaden dook ze in haar wijnrode jas en ze bedekte haar hoofd met een rode schouderdoek. Zonder moeder nog een blik te gunnen, beende ze naar buiten. De weg naar grootmoeder was lang en het meisje vervloekte het feit dat ze nog te jong was voor een rijbewijs.  In de loop van de dag had ze al een eind afgelegd. Omdat haar voeten pijn deden, zette ze zich neer op een bankje in het stadspark. Ze liet de mand op haar schoot rusten. Op de achtergrond loeiden sirenes van politie- en ziekenwagens. De beelden doemden terug in haar op. Nog geen jaar geleden had ze haar vader gevonden in de garage met een koord rond zijn nek. Ze huiverde toen ze aan de blauwpaarse kleur van zijn gezicht dacht. En hoelang zou het duren met moeder, die zich continu liet verleiden door de drankduivel. Er liepen zilverkleurige lijntjes over haar wangen.  “Waarom zit je daar zo treurig te snikken?” Hoorde ze plots. Ze veegde abrupt haar tranen weg. Voor haar stond een man, gehuld in een lange, zwarte jas. Op galante wijze zwaaide hij zijn arm en boog zich voorover. “Ik ben Wolfgang…, Amadeus.” “Kom seg. Die is al lang dood.” Hij speelde met zijn borstelige wenkbrauwen terwijl hij glimlachte. Zijn oog viel op de mand. “Wat zit daar onder die theedoek? Het ruikt naar speculaas.” “Het zijn koekjes voor mijn grootmoeder,” stammelde ze. Ze keek verwonderd naar zijn gotische klederdracht, terwijl hij de geur van haar onschuld in zich opnam. "Waar woont je groetmoeder?" "Een eind hiervan vandaan." Ze verdronk in zijn gletsjerblauwe ogen terwijl hij glimlachtte. "Ver? Dat klinkt buiten de stad. Woont ze toevallig in dat afgelegen huisje aan het begin van het bos?” Ze zweeg. "Het kan geen toeval zijn. Je lentegroene ogen lijken sprekend op die van haar.” “Ken je mijn groetmoeder?” “En of ik haar ken. Ik verhuur het huisje aan haar.” Ze fronste haar wenkbrauwen. “Wat is nu je echte naam?” Hij plofte zich naast haar neer. “Die vertel ik je later wel, mijn speculaasprinsesje,” fluisterde hij in haar oor. “Maar eerst wil ik je iets tonen.” Hij diepte in de zakken van zijn jas en haalde enkele pilletjes tevoorschijn. In verschillende kleuren rusten ze in zijn handpalm. Zijn woorden klonken als parelmoer toen hij over de opwekkende kracht sprak.  "Je moet eens zien wat ik daardoor allemaal kan.” Hij stond recht en maakte een onverwachte salto. En toen liet hij zijn benen om beurten opzij zwaaien. Op dat moment leek hij wel een prinselijke hofnar. Er verschenen plooitjes rond haar mondhoeken.   “Zie je niet dat het jouw treurige blik in een zonnige glimlach kan doen veranderen?” Sierlijk draaide hij om het bankje heen en streek vervolgens over haar ontsnapte haren uit haar schouderdoek. Hij liet zijn vingers, waarop een hartvormig pilletje rustte, tegen haar mond tikken. “Wil je niet net als mij door het leven walsen, de geluiden van de lawaaierige stad als een klankconcert ervaren en jezelf de hoofdrolspeelster van het leven voelen?” Er verscheen een zwart gaatje tussen haar lippen. Ze liet het pilletje in haar mond glippen.   “Als jij als eerste aankomt bij je grootmoeder, dan schenk ik je al die pilletjes.” “En wat als…” “Dan krijg ik van jou een kus… op de mond.” “Wat?” Ze keek hem verfoeilijk aan. “Zie dan maar dat je wint.” “Dat zal ik zeker doen!” Zijn hand maakte een draaibeweging. Vervolgens blies hij haar een onzichtbaar kusje toe. Toen verdween hij tussen de bomen. Ze versnelde haar tred op de weg die naar het huis van haar grootmoeder leidde.     De zon wierp haar licht tussen de sparrenbomen die als reuzen achter grootmoeders huisje stonden. Het meisje was intussen toegekomen. Haar pupillen stonden wijd open terwijl ze op de deur klopte. De scharnieren piepten.  Er ontwaakte een groene nijd toen de grootmoeder haar volgroeide kleindochter in de deuropening zag staan. De Goth zat in een schommelstoel met zijn armen over elkaar gekruist, grijnzend naar het meisje te kijken, van wie de doodlopende jeugd nog ver achter zich lag. Het meisje wist niet dat grootmoeder hem soms in natura betaalde om de achterstallige huur in te lossen. De grootmoeder, waarvan haar huid nog de nodige strakheid bezat die aan een eeuwige jeugd deed denken, spendeerde haar pensioen aan botoxkuren. De Goth schoot recht en liep haar kleindochter tegenmoet. Hij zwaaide zijn arm om haar heen. “Belofte maakt schuld.” Aarzelend bewoog het meisje haar hoofd naar zijn mond, terwijl hij haar zachtjes naar zijn lippen duwde. Ze proefden voor haar als rode vruchten. Er ontstond een dansfeest in haar buik, terwijl ze als een verdoofde toeschouwer lag weg te dromen.   “Smeerlap, blijf van mijn kleindochter af. Je zou je moeten schamen!” schreeuwde grootmoeder. Zijn schuifelende vingers maakten een geldbeweging. Grootmoeder perste de lippen op elkaar. “Ik denk dat ze een beetje jaloers is,” fluisterde hij in het meisjes oor. Haar kleindochters gegiechel deed pijn aan haar puntige oren,zijn bedrieglijke reuk irriteerde haar platte neus, enzijn brutale woorden snoerden haar brede mond. De nukkige grootmoeder verliet stilzwijgend het huis. Diep in het bos kleedde ze zich uit, terwijl haar botten kraakten. Uit haar huid groeiden pelsgrijze haren. De reeën en edelherten maakten zich uit de voeten, terwijl de Goth een spel speelde met het gedrogeerde meisje in grootmoeders bed. Zijn tedere aanrakingen ervaarde de kleindochter als een omzwachteling van warmte. Ze hallucineerde over een jonge markies. De Goth ruilde zijn welbespraakte woorden en zijn zachte aanrakingen in voor het opdringerig losknopen van haar blouse. Toen de rok al raspend openscheurde, verloor ze haar spraak. Verdwaald en niet begrijpend wat er in de rimpeling van het beeld gebeurde, hoorde ze vaag hijgende echo’s. De schouderdoek lag als een rode vlek op de grond. Het gehuil van de getransformeerde grootmoeder in een wolvin zorgde voor de geboorte van een instinct waarvan het meisje niet wist dat ze het bezat. Ze ontnuchterde. Het hoofdbord van het bed bonkte tegen de muur en de poten schuurden over de houten vloer. De Goth verdoofd in zijn onbeheersbaar ritme, hoorde het gehuil niet eens.  Het meisje beantwoordde de roep met een schelle, lange schreeuw. Haar beenderen maakten knakkende geluiden. Het dons op haar armen en benen verdikte en wierp een bruine vacht over haar naakte lichaam. Ze kronkelde onnatuurlijk. De Goth verkrampte, terwijl haar ledematen hem krachtig omstrengelden. Plots boorde ze haar langer wordende hoektanden in zijn hals. Hij krijste. Haar groeiende vingernagels scheurden in zijn gulzige vlees. Het bloed stroomde als riviertjes langs zijn dijen naar beneden. De grootmoeder huilde in symfonie met de wakker geworden kleindochter. De linnen lakens waarop de opengereten Goth zijn prooi had gepenetreerd, kleurden scharlakenrood.  

Mainscript
19 0

Het gevierde viertal

Zij kwamen uit de vier windstreken voor het festijn aan het begin van de herfst. Over stad en land weerklonken klaroenen en bazuinen en veelkleurige vaandels kronkelden boven de wallen als duivels in wijwater. Ridder Ferguut gaf zijn zwarte hengst de sporen om als eerste bij de valbrug af te stijgen. Met zijn uit duizenden herkenbare bariton liet hij zich bij de vorst aankondigen. Kort na hem verscheen vrouwe Agete, gehuld in een karmijnrode kaproen. Zonder haar stem te verheffen betrad zij de stad, de wachters aarzelden niet om deze vermaarde speelvrouw met haar onafscheidelijke schalmei door te laten.  Als derde meldde zich de nar Esmoreit met zijn stoet van dobbelaars, messenwerpers en vaganten. Esmoreit, gevreesd voor zijn spot die scherper was dan het kromzwaard van de Turk, zat achterstevoren op een ezel en riep met schelle stem: Waar is toch die stad? Ik hoor trompetten maar dit spookachtige oord blijft onzichtbaar! Bij zoveel gein kletste zijn gevolg zich op de billen, hinnikend als drachtige merries. Later, toen de schemer zich als fluweel over de puntige daken van de stad voegde en de poortwachters hun laatste ronde deden, verrees in het westen, als silhouet voor de ondergaande zon, de vierde genodigde: de waarzegster Clementia. Gezeten op de bok van haar huifwagen, voortgetrokken door twee gemarmerde schimmels, richtte zij haar vorsende blik op de stad die reeds in de klauwen van de nacht lag. Zij wist wat haar te wachten stond, en dat er geen ontkomen aan was. De stad vrat, de stad zoop, de stad zwelgde – de ganse nacht tot aan het ochtendgloren. Zwijnen gevuld met zwanen, zwanen gevuld met forellen, forellen gevuld met kwartels, het kon niet op, neemt bij, er is genoeg voor eenieder, verordende de heer. Ferguuts stem werd zwakker door het gagelbier; Agete kon haar schalmei niet langer bespelen door het spijsvet in haar keel; Esmoreits gelach was overgegaan in geboer dat de bellen op zijn kap deed rinkelen; slechts Clementia nam niet deel aan de schranspartij, zij dronk een kruidenbrouwsel van foelie en kardemom en wachtte op het onvermijdelijke. De dageraad diende zich aan door kieren in luiken en deuren, en de vorst overzag het gelag. Nu kon het echte feest beginnen! Met één gebaar – zijn linkerhand flikkerde kort in de gloed van de fakkels – zette hij zijn getrouwen in beweging. Drie vadsige onwetenden en één heldere alwetende werden de banketzaal uitgesleept. Op het voorplein gleed de eerste zonnestraal over het versgeslepen blad van de bijl. De beul stond paraat op het schavot, uit de gaten in zijn kap glommen gele ogen en gele tanden. Zoals vorig jaar? vroeg de wreedaard. Nee, zei de heer, vierendelen!

R.F.G. Vandenhoeck
10 0

De zwartrijder

Er bewoog iets in de zijspiegel van de taxi waarin Tanaka san met zijn klant naar het vliegveld van Sendai reed. Een monster! Het spiegelbeeld van het monster at de spiegel op. Het wierp zich als een schaduw op de auto van Tanaka san. Tanaka san zag een poot. Zo dik als die van een dino. Hij remde bruusk. Toen keek hij op. Het was geen Dino. Het was een boom. Een enorme cederboom. Zijn takken reikten tot de hemel. Hij stond daar zielsalleen aan de kant van de weg. Hij zwaaide als een wanhopige lifter die niemand wil meenemen. ‘Natuurlijk wil hij weg,’ dacht Tanaka san. ‘Iedereen wil hier weg. Alles aan deze vreselijke plek herinnert aan de tsunami,’ dacht hij. Die had een paar maanden geleden de bomen als bloembollen uit de grond gerukt. De akkers waren ondergelopen  en alle gewassen waren vernietigd. Heel veel inwoners waren verdronken. De zee had de huizen als lampionnetjes mee genomen. De bomen, die als wachters langs de kust hadden gestaan om de wond van de zee tegen te houden waren knock-out geslagen. Ze waren machteloos geweest tegen de hoge golven van de tsunami. Als door een wonder had deze boom de tsunami als enige overleefd.  ‘Arme boom,’ zei Tanaka san. De klant die achter hem zat, bromde. Het was een ongure type die in dit verlaten gebied zomaar op straat liep. Toen Tanaka san langsreed, had de man zijn hand opgestoken. Tanaka san had even getwijfeld. Het zal toch geen tsunami geest zijn, was heel even door zijn hoofd geschoten. Hij had enge verhalen gehoord over geesten die terug naar huis wilden en als ze de kans kregen een taxi namen omdat er geen openbaar vervoer meer reed in dit gebied.  Als ze moesten betalen, verdwenen ze ineens. Toch was hij gestopt. De man was ingestapt. ‘Naar het vliegveld, alsjeblieft.’ De hele rit had de klant geen woord gezegd, maar nu herhaalde de klant Tanaka sans woorden: Ja. Arme boom. Maar het klonk eerder alsof hij hem dood wenste. ‘Excuseert u mij,' onderbrak Tanaka san hem, 'maar ik moet even iets doen. Sorry. Sorry. Sorry!’ Tanaka san boog als een knipmes. Zelfs toen hij al buiten de taxi was, bleef hij beleefd buigen naar de klant en sorry zeggen. Toen draaide hij zich om naar de boom die er slecht uitzag. Hij boog diep voor hem. Dan gaf hij de de boom een klopje met zijn witte handschoen.  Vervolgens deed hij wat hij als klein kind deed als hij een oude, zieke boom zag. Hij spreidde zijn armen om de boom. Aan de plek  van de verkleuring was te zien tot waar het water was gekomen. Het zeewater was even diep in de bodem gesijpeld en had de natuurlijke balans van de boom verwoest. Vroeger had de boom een goed leven gehad. Maar nu stond hij met zijn wortels in het zeewater. Met zijn oor tegen de bast gedrukt, hoorde Tanaka san de boom zachtjes praten. ‘Ik wil dood,’ zei hij. ‘Misschien kunnen ze je genezen?’ fluisterde Tanaka san terug.‘Ik ben niet meer te genezen. Ik sta te diep met mijn voeten in het zeewater.’ ‘Ben je zeker? Er zijn tegenwoordig hele knappe boomchirurgen.’  De boom schudde met zijn takken.‘Ik ga dood. Het beste is als ze me omhakken. Dan hoef ik niet meer weg te kwijnen.’‘Maar je bent een held. Je hebt als enige de tsunami overleeft. Je bent het bewijs dat er altijd hoop is.’ Ook al was boom nog in leven, het zag er niet goed uit voor hem.  Dat begreep Tanaka san ook wel. Hij zag er terminaal uit.  Het zeezout had zijn wortels aangetast. Het hout van de boom had een ongezonde kleur en was op veel plekken aan het schilferen. Veel takken zagen zwart. Het leek wel alsof de boom brandwonden had. Aan zijn enorme stompen zouden nooit meer takken groeien. Zijn misvormingen waren een gruwel om te zien. Er vloog een vliegtuig over. Die maakte een oorverdovend geluid. Tanaka san schrok op door een hard kloppen op de achterruit. Het was de klant. Hij wees naar de hemel waar een vliegstreep te zien was. ‘Die moet zijn vliegtuig halen, dacht Tanaka san. Tanaka san nam snel afscheid van de boom. ‘Ik kom je later nog een keer bezoeken! Hou vol!’ ‘Laat me niet alleen achter,’ kreunde de boom. Maar Tanaka san stapte al in de taxi en reed verder.  Hij had een slecht voorgevoel. De ontmoeting met de boom had hem uit zijn doen gebracht. Maar hij liet dat niet merken. Met een strak gezicht reed hij door het doodse landschap, waar nog alleen maar de wegen waren hersteld.  Na een tijdje kwam het vliegveld in het zicht. Het begon zachtjes te regenen. Tanaka san deed zijn ruitenwissers aan. Hij gaf zich over aan het mechanisch geluid. Het ging steeds harder regenen. Tot de druppels als tennisballen op de ruit klaterden. Tanaka san had zin om te huilen. Die boom gaat dood. En ik heb hem alleen achtergelaten. Waarom luisterde ik niet naar hem. Al die flauwekul die ik uitkraamde over boomchirurgen, enzo. Hij schaamde zich vreselijk. Nu voelt de boom zich nog eenzamer, dacht hij. Dat stemde hem verdrietig. Hij keek in zijn achteruitkijkspiegeltje. Hij was verbluft door wat hij zag. De klant hield een mes in zijn hand en richtte het op Tanaka san. Iets scherps boorde zich in zijn nek. Toen werd alles zwart voor zijn ogen. ‘Ik ga ook dood,’ was zijn laatste gedachte. ‘Net als die boom… Er is niemand die mij kan helpen.'  

Margaretha Juta
22 1

thuis

HOME VERF ED #artoftheday #art #artist #artcollector #artcollective #artjournal #arte #artlife #artcontemporain #artoftheday #artgallery #artwork #artstudio #verfed ****************************************************************************************** foto GALLERY  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ ************************************************************************************* foto VERF ED: HOME  https://www.2dehands.be/seller/view/m2160146167 ***********************************************************************************   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e

verf ed: Contemporary ArtTIST
0 0

HOME VERF ED

  HOME VERF ED #artoftheday #art #artist #artcollector #artcollective #artjournal #arte #artlife #artcontemporain #artoftheday #artgallery #artwork #artstudio #verfed ****************************************************************************************** foto GALLERY  https://www.2dehands.be/q/verf+ed+/ ************************************************************************************* foto VERF ED: HOME  https://www.2dehands.be/seller/view/m2160146167 ***********************************************************************************   Rond 1995 heb ik dat werk gemaakt. Ik noem het "altaar der culturen."Links ziet men een tv, onze gemeenschappelijke identiteit valt van het - silicium - glas - zand.De gemeenschappelijke informatiebronnen zijn verdwenen.De wijzen van vroeger opgevolgd door radio en uiteindelijk als laatste de tv die een ongeveer gemeenschappelijke boodschap uitdragen is niet meer.De informatie is versplinterd.Rechts ziet men een gietijzeren kandelaar daar in een mensenhoofd in papier. Stukken teksten. Krantenpapier "De encyclopedische mens".Gietijzer = nationalistenKandelaar = religieIn het midden staat de hedendaagse mens. Opgesloten. "de encyclopedische mens".Dit deel is gemaakt van een reclame voor lippenstift.Regeneratie KosmetikIn de dubbele wand gaan luchtbellen in het water de hoogte in.In die dubbel - transparantie - plexiglas zit diezelfde "encyclopedische mens".Het geheel staat op dunne platen, glas = chips = zand = silicium.Het geheel steunt op een gietijzeren pilaar = industriële cultuur.De gietijzeren plaat staat op de grond = landbouwcultuur.HET ALTAAR DER CULTUREN. Ik woonde toen in de Aalmoezenierstraat in Antwerpen. De jaren 90 tig. http://www.anamorfose.be/verf/misc-images/verf-t-i-r-e    

verf ed: Contemporary ArtTIST
5 0