Lezen

Steranijs is donkergrijs

  Neen. Er hebben nooit geen sparren gegroeid in Betlehem en hoe belachelijk klinkt dat liedje ‘Oh dennenboom’ mij in de oren. Desalniettemin worden er miljoenen gekapt. Eendennekken doorgesneden. Levers verorberd en strompel nooit bij storm in de buurt van zo’n boom. Een waaghals bengelde bij orkaanwind nog aan die vlaggenmast te Oudenaarde en gisteren stierf een wijfje onder hun spar. Alles moet kunnen. Alles draait terwijl het lekker waait. Behalve de windmolens. Zij staken. Er wordt gestreefd. Naar behoud, gezocht naar droogte, brandbaar hout. Ik moet. Desalniettemin. Nog iets vangen. Wild. Om me heen graaien in winkels. Zal ik niet doen. Geschenken wil ik zelf bedenken. Doch. Ik heb daar weinig reden toe. Wie zou ik bedanken voor dat dol gedrag en ik ben het nochtans zeker. Jezus is een zoon van Jozef. Laat ons alstublieft. Niet moeilijk doen. Over waarheden, het beleg van toastjes of die langdurige strijd. Het mag. In een loopgracht gebeuren. Ik zit wel vaker in een gracht of dipje en de saus is pittig uit zichzelf. De hemel dreigt en het gewelf lijkt zwaar. Donkergrijs. Grauw en rauwe oesters wachten in hun kistje. Nodeloze nullen. Boomslingers en ik herinner mij dat poesjeshaar met krullen. Wie zou ik bedanken. Koningen. Een stuk of drie gemiste kansen. Ballen hangen ergens in een boom. De zwaartekracht ontgaat de mens die blindweg leeft. Het mag. Tast toe. Het is een tijd van overvloed. Aan spijs, aan peis, warme gedachten, koude nachten. Ballen liggen tam in de friteuse. Steranijs en passievruchten zullen we met ijs verzoenen. Schat, er zit een strik rondom jouw hart. Het is bij duisternis gebeurd. De luister is gescheurd. We zijn. Onszelf verloren.     uit de reeks 'Majnun, het gebrabbel van een gek'

Bernd Vanderbilt
5 0

Waar de stijlen in elkaar overvloeien

Waar de stijlen in elkaar overvloeien roep je: eureka! Van latente naar opvallende zelftherapie, gooide ik mezelf naar iets beters. Tussen de vele muren van de instelling, groeit een belangstelling naar jezelf graag zien.  San Diego Serenade van Tom Waits klinkt mijn oren ondertussen in, terwijl massaal veel personages ontstaan in de bufferzone tussen bedenken en vergeten.Hier in dit andere thuisoord, het kleine kamertje waar Dries via zijn laptop poëzie zingt, kan men spreken van een noodzaak. Een noodzaak om een stijlbreuk in gang te zetten, of een noodzaak om er één te voorkomen. Wat er dan per ongeluk gebeurt: een flits, een error: heruitgevonden passie. En ik weet: niemand hoeft ooit nog even mooi te zijn, als jij dat in mijn herinnering bent. Met de herinnering heb je soms voldoende beschikbaar geluk voor je uitgespreid liggen. Met dat beschikbare geluk gedij ik soms op voldoende wijze. Van nature uit ben ik eerder ongelukkig, maar dat is nooit echt een (echte) last geweest.  Jij bent er nog, in de tekst, in de aanslag op de binnenkant van mijn geweten. Ik hoef niets te vergeten om er beter van te worden! Tracht eens naar je eigen voorbeeld fanatieker te worden. Het helpt om momentum uit te rekken. En jij werd er geheel onbevangen uitgeplukt, zin per zin, woord voor woord.Uit de put van de terugval, door de trechter van de thrill of life, moet ik zien hoe jij vertaald wordt, naar iets onbetaalbaars, en er geheel door wordt ingenomen. Ik vind je wel terug als daar nood aan is. Waar ik poëzie probeer te overstijgen, mijmert de lezer dan maar verder. Het vervolg is even waardevol, daar waar de stijlen in elkaar over mogen vloeien.

Dries Verhaegen
20 1