Bardamu

Gebruikersnaam Bardamu

Teksten

Bestaansverdriet

‘Een mens zou een voor een zijn eigen vingers moeten kunnen afbijten, en dan langzaam doodbloeden.’ Ze knikt zonder van haar boek op te kijken. Baudelaire. Het is alsof ze zeggen wil: dat weet ik allang. Heb ik het al eens gezegd? Wij hebben elkaar niets meer te vertellen, niets dan dit soort flauwigheden waarmee we om elkaar heen draaien als in een obscene paringsdans. Te lang volgehouden liefde leidt tot onverschilligheid.   Ik zoek mijn sigaretten, vind ze tussen haar benen en stap zonder jas naar buiten. Het maanlicht is goor en troosteloos. Elke sigaret is in zekere zin een herhaling van de eerste die we ooit rookten: waar de belofte aan genot toen al snel verdween in een onvermijdelijke hoestbui, doet zij dat nu opnieuw dankzij onze te hoge verwachtingen, waardoor wij ons tijdens het roken voelen als een hongerige gast die erachter komt dat dat zijn gastheer vegetariër is. Een tweede sigaret zal straks noodzakelijk zijn. Ik denk aan haar. Wie zegt dat mensen elkaar nooit werkelijk kunnen kennen, overschat zijn eigen diepte en is bovendien nooit getrouwd geweest. Het wezen daarbinnen kent me door en door, en haalt bij die kennis haar innerlijke schouders op. Zij ziet niet alleen dat al mijn handelen een pose is, maar meer nog, zij weet dat er onder die poses niets schuilgaat: ik ben de rol die ik speel.   Het is koud buiten. De avondhemel overspant een wereld die het ontcijferen misschien wel of misschien niet waard is, maar die in ieder geval onontcijferbaar is. In de verte verstomt de schreeuw van een nachtvogel. En plots is mijn ziel vol jammer, vol zwaarte om een mislukt leven dat ooit de moeite waard leek, als een opgroeiend kind dat een diep verdriet voelt omdat het zich op een dag realiseert dat zijn ouders niet van elkaar houden. Op dat soort momenten zou men eigenlijk zijn bestaan moeten bouwen, maar de mensenziel is sluw en optimistisch: een paar keer goed huilen en het levensvertrouwen en de daarbij horende hoop zijn terug. Wie zich de vraag stelt waar het eigenlijk is misgegaan, kan niet anders dan concluderen dat de mislukking in de onderneming besloten lag, zoals de eik noodzakelijkerwijs voortkomt uit de eikel, en de schipbreuk uit het varen bij hevige storm. Is het een troost dat wij lotgenoten zijn?   Ik doof mijn sigaret en denk aan de dingen die voorbijgaan. Waar gaan zij heen? Waar zijn haar jurken, haar plotselinge liefkozingen gebleven? En ik zie haar voor me zoals ze nu is, vermoeider en strenger, maar met dezelfde knoop in haar haren, dezelfde blik als zij zich concentreert, het hoofd scheef als ze naar muziek luistert. Zij vloekt als de soep te heet is, is onhandig met messen en danst door de kamer als zij zich onbespied waant. Ze is allergisch voor wortels. En ik voel het soort liefde opborrelen dat we voor de werkelijk speciale personen in ons leven bewaren, het soort liefde dat vraag en antwoord tegelijk is en dat zijn gelijke in deze wereld niet kent. Wat zou het als zij de liefde is vergeten!.. Ik heb genoeg liefde voor ons beiden, genoeg tot aan het einde, genoeg om een universum van liefde te bouwen dat pas stopt met uitdijen als de laatste atoom uiteen is gereten!.. En mijn bestemming flitst door me heen: ik ga naar binnen en vertel haar alles, zeg dat ik van haar houd, neem haar vast, kijk haar aan, kus haar op-   Ik schrik, achter mij wordt de deur geopend. ‘Zeg, zullen wij elkaars vingers nog eens afbijten?’ En gedwee, gehoorzaam en een tikje beschaamd volg ik haar naar binnen.  

Bardamu
0 1

De stofzuigerzak

Lieve lezer, Wat zou u doen als u rijk was? Wat zou u doen als uw vermogen wanstaltige vormen had aangenomen? Wat zou u doen als uw geld zodanig tegen de plinten klotste dat een mensenleven niet genoeg zou zijn om de helft op te maken? Grote huizen of auto’s kopen misschien? Uw geld aan een goed doel schenken? Permanent vakantie vieren? U omringen met veel te dure en potsierlijke kunst om zo uw eigen gebrek aan creativiteit te verdringen? Ik vrees dat ik met die opsomming akelig dicht in de buurt kom. De verdrietige waarheid is dat de meeste mensen onoriginele verlangens koesteren, en niet eens moeite doen om aan hun eigen saaiheid te ontsnappen. Er valt zoveel te willen, zoveel te doen in uw leven, maar u kiest voor de kudde en omarmt de illusie dat uw wol net wat mooier is dan die van de andere schapen. Die gedachte is niet erg aardig en u vraagt zich nu waarschijnlijk af: wie denkt die schrijver eigenlijk wel dat hij is? Is hij dan zo origineel met zijn saaie analyses? Wat zou hij eigenlijk doen met al dat geld, die nietsnut? Het antwoord is heel simpel: ik zou alle stofzuigerzakken opkopen.   Wie wel eens in een huis heeft gewoond weet dat onze wereld de eigenschap heeft om vanzelf smerig te worden, en een stofzuiger is daarom geen overbodige luxe. De stofzuigerzak is daarbij een vaak over het hoofd geziene vriend: zonder stofzuigerzak kan er immers niet worden gestofzuigd. Een sadistische geest zou zich een wereld kunnen voorstellen waarin de mens het zonder dit onmisbare huishoudartikel zou moeten doen, en zich verkneukelen om de handenwringende moeders, de knarsetandende vaders en de juichende kinderen die van het saaie klusje om het tapijt nog eens een beurt te geven verlost zijn.   Welnu, dat is de wereld die ik met mijn rijkdom tot stand zou brengen. ’s Ochtends vroeg als de winkels opengaan (waar koop je die dingen eigenlijk?) staan mijn huursoldaten overal op scherp om zo snel mogelijk naar binnen te stormen en de laatste stofzuigerzak voor als het moet duizend euro per stuk op te kopen. Men kan de schouders ophalen en lachen om zoveel dwaasheid, maar de volgende dag staan ze er weer, en vergis u niet, na drie weken beginnen de huizen stoffig te worden en na twee maanden bent u het zat om stof in te ademen als u zich omdraait in bed. De stofzuigerzak wordt een schaars goed, duur en gewild, maar denk maar niet dat iemand tegen mij op kan bieden: ik ben immers schatrijk en zo gek als een deur, en zal eerder sterven van de honger dan toestaan dat er ook maar een stofkorrel van de aardbodem verdwijnt.   Wellicht bent u op dit moment wat teleurgesteld: is dat nu werkelijk zo grappig, mijn geld gebruiken om de mensheid dwars te zitten en als een klein kind al het speelgoed voor mezelf te houden? Een voor de hand liggende vraag, die opnieuw blijk geeft van een gebrek aan fantasie: dacht u soms dat ik geen plannen had met mijn gekochte waar, dat ik niets zou weten aan te vangen met mijn prachtig glanzende zakken? Dacht u soms dat de stofzuigerzak enkel goed is om stof in op te vangen?   Aanschouw het meest huiveringwekkende bouwwerk dat ooit aan een bewustzijn is ontsproten: mijn berg, mijn kathedraal, mijn toren van Babel, een wereldwonder gemaakt van de grootste verzameling stofzuigerzakken die ooit door een mensenbrein bij elkaar is gedacht. Onvoorstelbaar, verbijsterend, een monstruositeit reikend tot aan de hemelpoort, als een obsceen gebaar naar de God die een wereld schiep uit stof en die haar daarmee verdoemde om in het uur der droefenis tot stof te vergaan. Boven de stofwolken zal ik uitrijzen en als een vorst over de wereld heersen; een wereld zo stoffig dat de zon nooit schijnt en de haan nooit kraait, waar de mensen hun nutteloos geworden ogen uitkrabben om aan voedsel te komen en de meisjes hun vermogen tot spreken verloren hebben. Levend van mijn eenzaamheid zal ik de laatste mens zijn die nog schone lucht inademt, mijn geest helder als de gestofzuigde huizen van weleer, mijn hart gekliefd door het bloedend gekrijs dat steeds onregelmatiger opstijgt uit de stoffige diepte. En ik zal wenen, duizend jaar wenen, een huilende Satan op zijn stofzuigerzakkentroon, wenend om een tot stof verworden mensheid die in de zoektocht verdwaalde en het antwoord nooit gevonden heeft.   Zoals u ziet is het niet moeilijk een absurd universum te scheppen: ieder universum is immers even absurd. Als u die waarheid omarmt zult u zien dat  de mogelijkheden eindeloos zijn. Verschrikkelijk? Zorgwekkend? Gaat het wel goed met me? Maakt u zich maar niet ongerust: in het dagelijks leven ben ik de vleesgeworden saaiheid, en filosofen worden tenslotte toch nooit rijk.

Bardamu
0 1