De schrijver van het Hoge Noorden
Hij was een van de eerste uit San Francisco die op weg ging naar Yukon, Canada. Daar was goud gevonden. Hoe hij daar heelhuids is geraakt, hoe hij daar leefde in de winter bij temperaturen van 50 graden onder nul weten we niet. Het verhaal van zijn tocht naar en in Yukon heeft hij nooit verteld. Het verhaal kennen we gedeeltelijk via zijn brieven, zijn dagboeken, zijn fictiewerk en enkele artikels die hij verkocht aan kranten. We weten dat hij onder meer Milton en Darwin bij zich had, want de 21-jarige Jack London (1876-1916) was een fervent lezer.
Zijn carrière als goudzoeker was kort. Net als zovele kreeg hij scheurbuik, na 9 maanden niets anders dan bonen, bacon en brood te hebben gegeten. Het goud dat hij had gevonden was niet veel waard bij aankomst in San Francisco. Maar in Yukon had de avonturier zichzelf gevonden, was hij gelouterd. Echt was de fysieke pijn: de constante pijn in zijn heup en benen. Als hij in de spiegel zag, herinnerde de littekens in zijn gezicht hem aan zijn ontberingen in Canada.
Yukon als keerpunt
Nauwelijks hersteld gooide hij zich op schrijfwerk. Want sinds hij in 1893 een schrijfwedstrijd had gewonnen met een verhaal over een tyfoon voor de kust van Japan, had hij de smaak voor schrijven te pakken gekregen. Het tyfoonverhaal was ongetwijfeld een van de vele waarmee volmatroos en begenadigd verteller London naar huis was gekomen. Voor Yukon waren er nog avonturen geweest. Bovendien kon hij een hele lijst aan jobs, voornamelijk als arbeider, voorleggen. De Londons waren arm en Jack droeg al jong zijn steentje bij. Maar Yukon was een keerpunt. Na Yukon was hij vastbesloten om zijn brood met schrijven te verdienen.
De weg naar commercieel succes was hard. Aanvankelijk had hij weinig succes met het verkopen van zijn werk aan tijdschriften, net zoals hij voor Yukon geen succes had gekend bij uitgeverijen. Maar met vallen en opstaan begreep hij wat uitgevers van tijdschriften zochten: avonturenverhalen. Twee jaar na zijn Canadese ontberingen mocht hij zichzelf de best betaalde schrijver van kortverhalen in de VS noemen. Dit voornamelijk dankzij zijn verhalen over het Hoge Noorden. Want de lezers waren dol op die realistische verhalen over het harde leven in het Hoge Noorden.
De roep van de wildernis
Het idee voor zijn bekendste werk ‘The Call of the Wild’ (De roep van de wildernis) kwam er na een mislukte opdracht als undercoverjournalist in de sloppenwijken van het Londense East End. Voor hij het goed en wel wist had hij een novelle in plaats van een kortverhaal geschreven. Hij stuurde het naar zijn vriend en mentor, George Platt Brett Sr, uitgever bij Macmillan Publishing. Brett besefte dat hij een meesterwerk in handen had en kocht de rechten voor $ 2000. Dat geld kreeg al meteen een bestemming. De schrijver-avonturier kocht er een boot mee.
In het begin van de twintigste eeuw leefde London als een filmster. Zijn verhalen, zijn journalistiek werk en zijn lezingen waren goed voor zo'n $ 10 000 per maand. Rijk was hij niet, want hij gaf altijd meer uit dan dat hij verdiende. Verhalen over zijn echtscheiding, zijn tweede huwelijk, zijn ranch, zijn engagement voor de Socialist Labor Party en zijn boottocht naar Polynesië vonden hun weg naar de kranten. Hij belichaamde immers de Amerikaanse droom en was publiek bezit.
Zijn plotse dood
Na 'The Call of the Wild' (1903) groeide London wereldwijd uit tot een van de meest gelezen schrijvers van zijn tijd. Zijn plotse dood op 22 november 1916 was voer voor de sensatiepers. Was het een natuurlijke dood? Of had hij zelfmoord gepleegd? Dat laatste was alvast een romantischer einde voor het avontuurlijke leven dat hij had geleid. De waarheid was allesbehalve romantisch: door overmatig alcoholgebruik hadden zijn nieren het laten afweten. Zijn laatste levensjaren werden gekenmerkt door kwalen als dysenterie en reuma. Dit naast de pijn die hij had overgehouden van zijn tijd in Yukon.
Zijn alcoholverslaving heeft nooit een invloed gehad op zijn productie als schrijver. Jack London schreef in zijn korte carrière 50 boeken, ontelbare kortverhalen en artikels over economie, sociale vraagstukken en Polynesië.
Zijn erfenis
Na zijn dood deed de Amerikaanse literaire elite hem af als een prutser, die enkel eenvoudige verhalen over het Hoge Noorden en over honden kon schrijven. Hoewel 70% van zijn werk inderdaad gaat over die korte tijd die hij in Yukon doorbracht, schreef hij evengoed over filosofie, politiek en vele andere onderwerpen. Volgens hedendaagse literatoren was zijn stijl simpel, maar verre van oppervlakkig. Zijn invloed op de literatuur was groot. Zo beïnvloedde hij schrijvers als Ernest Hemingway en Jack Kerouac. De klassieker '1984' van George Orwell hebben we te danken aan 'The Iron Heel' (1908) van Jack London. Naast Orwell was ook Jorge Luis Borges een bewonderaar van London.