cristin van ooyen

Gebruikersnaam cristin van ooyen

Teksten

Anansi

Anansi   In het begin was er niets. En uit het niets kwam een eerste gedachte. Uit dat eerste gedacht kwam het initiële design. Die verschijning had moeite om te blijven hangen en creëerde een paar poten met weerhaken om zich te verankeren aan die eerste gedachte. En nog een paar, en nog een paar. Ten slotte had het vier paar poten, dat moest volstaan. De eerste grafische interface op het allereerste frame was klaar. De nieuwe wereld was online.   Het design met acht poten nam de vorm van een spin aan. Het gaf zichzelf een naam. ‘Anansi heet ik in deze dimensie’. Het keek rond in de doodse ruimte. ‘Ik moet een platform creëren’, dacht die eerste verschijning, anders moet ik hier heel de tijd doodstil blijven hangen in het oneindige niets’. En uit de eerste gedachte werd een tweede geboren.  ‘Ik maak mijn eigen wereld, ik spin draden en verbindt ze zodat ik zelf mijn terrein kan bepalen, zonder hulp van degene die het in oorsprong heeft bedacht’. De spin begon zich heel erg op haar kont te concentreren, omdat zij dacht dat zij haar kop moest gebruiken om na te denken en haar achterwerk om te werken. Anansi spon een web zo groot, dat zij in alle uithoeken van de denkbare wereld kon komen, zonder veel moeite. Zonder in een zwart gat te vallen. Terwijl ze bezig was, met spinnen en te bedenken hoe het web er moest uitzien, zag ze al haar ideeën en gedachten als donkereballonnen opstijgen; ze vormden een grijzig wolkje in het purperen heel-al.  Hoe langer ze werkte, des te groter en donkerder werd de wolk. Tot er een gigantische zwarte cloud was ontstaan. Anansi was heel tevreden met zichzelf, maar vond het jammer dat zij haar design en content niet kon delen met andere graphics. ‘Ik moet een script schrijven en interactie brengen, of ik verveel me hier dood’, dacht zij. Tenslotte bestaat niemand echt totdat de andere je ervaart. Anansi ging in het midden van het web zitten en dacht lang en diep na. In de cloud begon het te rommelen. Maar verder gebeurde er niets. De spin werd gestoord door haar eigen maag die mee begon te rommelen met de cloud boven haar kop. ‘Als ik niets te eten heb, kan ik op den duur niet meer denken, mijn lijf en brein heeft voedsel nodig’. Vanuit de cloud viel een nieuw idee naar beneden, vlak voor haar voeten. ‘Aha’, dacht Anansi, ‘zo werkt het dus.  Dat ding daarboven verzamelt ideeën en bedenksels. Die wolk is met mij verbonden, daar groeien mijn gedachten en als ze rijp zijn vallen ze neer in de realiteit van mijn web.’ Het idee dat zij moest eten viel vlak voor haar poten: het werd geboren uit een diep verlangen te overleven in haar zelfgecreëerde wereld. Het vertelde haar dat het voedsel in haar web zou vallen zodat zij het moeiteloos kon opvangen.  Makkelijk zat, de spin moest er maar aan denken en het gebeurde, zo ging dat.    En de gedachte ontvouwde zich steeds verder.  Anansi sprak tot zichzelf, ‘waarom het niet een beetje spannend maken?  Het leven moet niet te makkelijk zijn, anders is er niks aan. Als dat eten nu eens poten heeft, zodat het wat kan tegenstribbelen, en ik wat moeite heb om het te vangen.  Als mijn voedsel, net als ik, ook kan denken, zodat het plannetjes kan verzinnen om me om de tuin te leiden, dan wordt het pas spannend!  Ik wil niet enkel dat het mijn bestaan erkend, neen, zowaar,  ik verlang dat het mij vreest. Zo voel ik me niet langer alleen.’ In een oogwenk voelde zij zich oppermachtig. Aha, macht en angst. Het vooruitzicht deed haar watertanden. Zij zag zichzelf als genadeloze jager, gevreesd door de andere characters, ontsproten uit haar gedachten. Weliswaar ondergeschikt aan haar, minderwaardig in geest en leden. Het prototype dat ze voor haar geestesogen zag, had een klein hoofd, twee poten om zich vast te klampen aan het web, en twee poten om zich te verplaatsen. De poten hadden geen weerhaken, zodat het voedsel voorzichtig moest zijn om niet uit het web  te vallen. Zij noemde het prototype ‘man’. Dat vond zij wel mooi klinken. Daar kwamen de eersten al uit de cloud gevallen. Enkelen vielen direct door de mazen van het web, anderen klampten zich stevig vast met hun armen en probeerden met hun benen zo ver mogelijk van de reusachtige spin weg te geraken. Ze schreeuwden en gilden. Anansi snoof diep en hoog: ze kon hun angst ruiken. Een heerlijke geur waar ze beslist aan kon wennen.   Maar net als de spin waren de figuren behept met een enorm grote goesting om in leven te blijven. De eersten, nog onwennig in de neiuwe omgeving, vormden een makkelijke prooi.  Anansi had grote honger en was blij dat zij weinig weerstand boden. Haar grote honger was snel over en al gauw was zij het jagen beu Zittend in het midden van het web, dacht ze na.  Er viel weer een idee, deze keer recht op haar kop. Met één van haar poten krabte ze over haar kopharen en lachte om haar eigen sluwheid. ‘Ik zorg voor een upgrade want dit is al te makkelijk. Weet je: ik geef ze een beetje meer verstand. Ik noem ze man 2.0.’  En inderdaad, na een korte update en een vervelende reboot werden de eerste prototypes vervangen door nieuwe. Uiterlijk was er weinig verschil, maar deze verbetering bood al iets meer weerstand: ze probeerden zich te verdedigen wanneer de spin ze eindelijk te pakken kreeg. Het kostte haar inderdaad meer moeite want de dingen waren ook iets sneller geworden. Zo volgden nog een paar upgrades. Telkens voegde zij een aantal nieuwe features toe, zodat de mannetjes tenslotte min of meer waardige tegenstanders waren geworden.  En hoewel ze nog steeds veel kleiner waren en eerlijk gezegd, niet half zo sluw als zij, voldeden ze aan haar wensen.   In het begin was het spel leuk: Anansi kreeg geen genoeg van de jacht op de mannen.  Dag en nacht was zij er mee bezig: overdag jaagde zij en s 'nachts stond zij in verbinding met de cloud en bedacht zij strategieën om meer levels in het spel in te bouwen. Extra apps en features werden voordurend toegevoegd. Ze lette er wel goed op dat haar prooien niet te slim werden, inferieur bleven aan haar, in elk opzicht. Honger had zij al lang niet meer, daarvoor moest zij het niet meer doen.  Maar zij genoot zo van de macht, de erkenning als jager dat zij het niet kon nalaten om steeds nieuwe ideeën uit de cloud te halen. Na een tijd hingen in het web overal cocons met halfverteerde mannen, dood of amper levend, als bewijs van haar oppermachtigheid. Het web werd een spookachtige schemerzone vol dood en verderf. En niet alleen de sfeer was duister en zwaar. Door het gewicht van de ontelbare cocons begon het web stilaan door te wegen.  Hier en daar bemerkte Anansi een scheur, een losse draad. Trots op haar creatie, repareerde ze in het begin elke scheur die ze tegenkwam. Maar de hardware maintenance eiste veel van haar energie. Bovendien werd ze vet en log van het vele eten en had ze minder en minder interesse in het onderhoud van haar omgeving. Ondertussen was zij toe aan de zevende upgrade van de mens. De mannen konden haar niet meer boeien. Met ogen gesloten droomde ze van een tweede character, complementair aan de mannetjes, zodat ze konden samenwerken.  Toen zij haar vele ogen opende, zag zij dat haar droom werkelijkheid was geworden. Ja, voor haar stond een tweede personage, met  een paar andere features dan de eerste. Het ding miste een paar dingen maar maakte dit goed door andere extra’s. Ze liet het gaan naar de mannen en observeerde hoe de mannen reageerden op haar nieuwe bedenksel. Man upgrade 7.0 was alvast bijzonder geïnteresseerd in de extra features, dat kon zij zo wel merken. En tevreden schiep zij evenzoveel nieuwe characters, die zij makkelijkheidshalve vrouw noemde, om zo het onderscheid te maken.  Zo kreeg ze terug belangstelling in haar verzinsels. En zie, zij genoot weer even van haar zo geliefde spel, de jacht op alle levels.   Niet voor lang. Al snel bemerkte zij een grote vermoeidheid: maintenance van hard en software waren een slopende bezigheid. Zij vond dat zij na dit hard labeur wel een paar dagen mocht rusten. Vol vertrouwen en goede moed, maakte zij zich een warm nestje in het midden van het web.  Zoals elke avond trad zij in contact met de duistere wolk boven haar, die ondertussen enorme proporties had aangenomen.  Net voor zij in slaap viel, werd zij een beetje weemoedig en kreeg in die stemming een flinterdun gedacht: ‘deze mannen lijken een complementaire versie wel op prijs te stellen. Misschien moet ik voor mezelf ook gezelschap verzinnen? Geen gelijke maar kleinere versies van mezelf.’ Dat laatste idee vond zijn weg naar de cloud erboven en zie, zij viel in een diepe, droomloze slaap.  Na die lange tijd van nadenken en jagen gunde Anansi zich een rustgevende, deugddoende slaap die dagen, maanden, jaren duurde.   Na vele jaren werd de spin wakker. In haar nest lag iets wat zij nooit eerder zag: lege schelpen met scherpe randen, en dit met duizenden tegelijk.  Verwonderd, slaapdronken keek Anansi rond. Het enige wat haar op dat moment bezighield, was het lege gevoel in haar lijf. Wat had zij een honger! Geen idee van de tijd die verstreken was en met een voze kop van het lange slapen en stramme poten van het stilliggen, begonnen haar ogen vol slaap terug vormen te onderscheiden. Langzaam klaarde de mist op in haar zicht. Wat zij toen zag, verlamde haar van verbazing. Rond haar nest stond een kring van mensen, beide versies, die elkaar bij de hand hadden, de armen in elkaar gekruist.  Het was alsof ze met hun armen zelf een web gesponnen hadden, Ondanks al haar spinnenogen wist Anansi niet waar eerst te kijken, met zoveel waren ze. Met veel meer dan zij zich had kunnen herinneren. Er waren niet alleen de mannen en vrouwen maar ook andere, kleinere wezens te bemerken.  Eens van de eerste schok bekomen, herpakte de spin zich. Haar achterlijf vulde met venijn. Zij gromde luid, en sprak: ‘houd u vast, want ik ga jullie vangen, één voor één, en dan eet ik jullie allemaal op.  En die kleintjes, bewaar ik voor laatst! Maar tot haar grote verrassing weken ze niet uit elkaar. En ze spraken, al die inferieure wezentjes, veel kleiner, dom en hulpeloos, als met één stem. ‘Jij mag dan groot en sterk zijn, en veel slimmer dan elk van ons afzonderlijk.  Maar wij zijn met velen, en verbonden door een eigen web, dat wij met ons lichaam en geest hebben gesponnen. Door de verbinding met elkaar zijn we veel machtiger dan dat u ooit had durven dromen. Tijdens jouw slaap hebben we de feedback van jouw laatste gedacht opgevangen vanuit de cloud.  Dit gedacht heeft zich vertaald in nieuwe hardware : honderdduizend eieren, met elk een piepkleine versie van uzelf lagen in jouw nest. Daaraan hebben wij ons gevoed en zo hebben wij uw sluwheid en het besef van de kracht van het gedacht en access tot de cloud overgenomen.  Met die nieuwe wijsheid en het voordeel van de massa, want ja zoals u ziet zijn wij met velen, zullen wij u nu doen verdwijnen. Niet langer leven wij in constante angst voor ons leven, samen hebben wij ons eigen web gespannen waarin u, Anansi, niet langer past.   Vanaf nu, kunnen wij, zonder u,  in alle rust verder leven.’ En door de kracht van het gezamenlijk bewustzijn, door de armen stevig te kruisen, een geen moment te twijfelen, zoals Anasi ook nooit getwijfeld had, viel de spin door een scheur in het web, dat zij lang geleden, in haar luiheid en zelfgenoegzaamheid, niet had willen maken.  Zij viel in het zwarte gat, heel ver in de diepte, in de vergetelheid der tijden. Wat waren ze opgelucht, beide versies, mannen en vrouwen. Op dat moment spraken zij als één, nog steeds verbonden in een mensenweb. ‘Nooit zullen wij vergeten dat wij met elkaar verbonden zijn door deze overwinning op de sluwe spin, zij die door eigen gulzigheid en hoogmoed ten val is gekomen.  Laat ons voor altijd het pact tot overleven blijven eren, nooit vergeten dat onze levens onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dat de daad van één een weerslag heeft op het grote Geheel.’   En tesamen dachten zij zich een betere wereld, een wereld waar zij samen in vrede zouden leven. Zij maakten zich los van de grote cloud daarboven en daar verscheen het licht en de blauwe hemel. Zij dachten voorgoed verlost te zijn van de duisternis en de spin. Nooit meer moesten ze vluchten voor hun leven, gedaan met angst voor wat de volgende dag zou brengen. Leven in vertrouwen en vrijheid.   Is dit het einde van het verhaal, een happy end zoals in de meeste sprookjes? Neen, ze leefden nog lang en ongelukkig. Dat wel.   Het mensenvolk, onbedreigd tijdens de diepe slaap van spin, had de kinderen van de spin tot zich genomen. Uit wraak hadden ze de eieren gebroken en de inhoud verorberd om hun grote honger te stillen. Nu er niet langer op hen werd gejaagd en ze in leven bleven, hadden ze voedsel nodig en de eieren waren het enige dat voorhanden was. Zo is Anansi in ieder van hen stilaan beginnen groeien. Haar sluwheid, gulzigheid, luiheid en de wil te overheersen: dat alles dragen zij mee in hun zelfgecreëerde wereld. Anansi is voorgoed geprogrammeerd op hun interne harde schijf. De spin was dood, haar geest bleef leven. Zolang er mensen zijn, is haar nalatenschap gegarandeerd. In de donkerste krochten van de menselijke geest sluimert ze. In duistere uren wordt ze wakker, kruipt ze uit haar nest en is de jacht weer open. De mensen zijn het spinnenweb allang vergeten, samen met het besef van de kracht van het menselijk verbond. En met het inzicht dat alles begint met een gedacht.   EINDE

cristin van ooyen
0 0