Eeuwig jong
Een vrouw vertelde hoe haar zoon op een Sylvesteravond,Als laatste ontspanning voor de blok,Een nieuw begin ging vieren.
Weloverwogen verstopte hij zijn huissleutelsAchter de bloembak op de vensterbank,Bang ze te verliezen.
Zijn vrienden vertelden achteraf dat haar zoonDie avond zichzelf was.Dat hij vrolijk danste, lachte,En zelfs een beetje gedronken had.
Ongeveer een uur na de jaarwisselingGing hij buiten een luchtje scheppen.Er was mist, en de berm van het kanaal was nat.
In de lente moesten er, ondanks alles, bloemen voor het venster komen.Toen kwamen de sleutels tevoorschijn,Die men in de zakken van zijn broek,Noch op de bodem teruggevonden had.