Daags na hoogtij
Bij het rotten van het zoete
Brak doorheen je wanden
Bij het natten van je randen
Je inhoud uit
In die afwijkende getijde
Van onontkoombaar verkwijnen
Verraste in de stond
Doodmoe bij mijn mond
Jouw weerloosheid
Jouw blik veraadde:
Sterven baart sterven