De lege kapstok
een bijna lege kapstoktwee jassenéén voor de koude andere voor als het warmer isze zijn allebei van haar ooit was de kapstokvol, barstensvolkinderjasjes, mutsensjaals, later tienerjassenjassen van haarvan haar maner kon bijna niets meer bij langzaam verdwenen er jassenkinderen het huis uithaar man overleden toch nog vaak een volle kapstokze kreeg veel bezoek nu is dat minder gewordenhaar familie, vriendinnenoverleden, verhuisdziek, slecht ter been de telefoon wordt haarkapstok zonder jassenvoor zomaar een praatje tot ook dat minder wordt dan besluit ze om haar klachtenen haar problemenaan de kapstok te hangen zo heeft ze toch weereen volle kapstok