Ja
Hoeveel keer zeg jij ja? Ja tegen pijn, ja tegen lijden. Ja tegen winter in je hart, ja tegen zoeken naar wat je niet vinden kan. Ja tegen dwalen in de stormen van de leegte, ja tegen zeilen met een roeibootje en kapseizen, kapseizen, kapseizen. Ja tegen smachten naar de dood, ja tegen vluchten maar nooit bereiken, alsof je het einde van de regenboog najaagt. Hoeveel keer zeg jij ja? Een keer? Twee keer? Misschien wel nooit? Ik zeg ja. Ja. Ja. Ja. Ja. Want een keuze heb ik niet.