Judith

Gebruikersnaam Judith

Teksten

Verstrikt in je eigen gewoontes

Ik word wakker van de deurbel die een hard en eentonig geluid maakt. Met een bonzende kop schuif ik heimelijk het gordijn een stukje open zodat, ik kan zien wie voor de deur staat. Sanne. Met moeite doe ik de deur open omdat, ik de laatste tijd geen zin heb om mensen te ontvangen in mijn flatje. Ik heb haar al zeker 2 maand niet gesproken. Als ze binnenkomt blijft ze ontmoedigd staan. Wat is hier gebeurd? Ik heb geen zin om antwoord te geven of te gaan liegen. Wat kom je doen? Ik wilde zien hoe het met mijn broertje gaat. Ze draait zich om en kijkt me teleurgesteld aan. Je bent nog steeds niet gestopt hè. Ik heb geen zin in zo’n gesprek dus loop naar de keuken om koffie te maken. Als ik mijn handen was kijk ik in het kleine spiegeltje tegen de witte tegelmuur. Shit. Ik heb een dik blauw oog en er zit opgedroogd bloed onder mijn neus. Ik haal met de theedoek het bloed onder mijn neus vandaan en zet twee kopjes koffie. Sanne is aan de keukentafel komen zitten en bekijkt mijn post. Ik pak een pakje Marlboro en een aansteker uit de keukenla. Ik bied haar ook een sigaret aan maar, ze wijst af. Ze leest zorgvuldig een aantal brieven van de belastingsdienst en een van de deurwaarder die ongeopend op de keukentafel liggen verspreid. Waar ga je heen als je uit je huis moet? Ik ga schuin tegenover haar zitten en schuif de asbak naar me toe. Ik weet er geen antwoord op te geven dus haal mijn schouders op. Sanne kijkt me geïrriteerd aan. Hoeveel schulden heb je in totaal? Ook daarop weet ik geen antwoord te geven. Ik neem een trekje van mijn sigaret en zet de twee kopjes koffie op tafel. Kijk is naar jezelf man je bent bleek en mager. Toen ik hier voor het laatst was had je nog een tv en een elektrische gitaar in de woonkamer staan. Hoe is het op je werk vraag ik haar om zo op een ander onderwerp te komen maar, het mislukt. Ik druk de sigaret uit in de asbak. Ze zijn hier gister geweest hé? Ik probeer het nog te ontkennen. Wie? Hoeveel schulden heb je bij die mensen. Ik merk dat ze steeds bozer wordt. Hoeveel schulden heb je bij hun! Ik zit met mijn handen in mijn haar. Vijfduizend euro of zoiets . Jezus. Sanne is gaan staan. Dit is dus de reden waarom Kelly en Jari bij je weg zijn.   Verdomme Roy je eigen zoon! Je maakt jezelf kapot, gevangen in jezelf en je wil het alleen doen maar, dat gaat je niet lukken zonder hulp. Ik kijk naar de scheefhangende foto op het keukenkastje. Kelly aan de linkerkant, ik aan de rechterkant en Jari in het midden. Toen nog een gezellig gezin. Hij is nu vijf jaar oud en hij begint te begrijpen dat papa er niet kan zijn. Sanne begint nu harder te schreeuwen. Je moet er voor Jari en Kelly zijn. Ze legt een aantal papieren voor mijn neus. Ik kijk haar aan. Een kliniek. Sanne gaat naast me zitten. Wil jij niet gewoon weer het normale leventje wat je hiervoor had? Je bent 25 je hebt nog een heel leven voor je. Ik weet wel dat ze gelijk heeft maar, ik vind het lastig iets tegen haar te zeggen. Ze stopt de blauwe brieven en de brief van de deurwaarder in haar tas. Ik zet het op een rijtje voor je. Sanne kijkt streng naar het papier van de kliniek. Denk er over na voordat je steeds dieper wegglijd. Ik knik als een klein kind die net iets gedaan heeft wat niet mag. Ze loopt naar de deur en ik loop achter haar aan. Als ze zich omdraait geeft ze me een kus op mijn wang. Dit had mama toch ook nooit zo gewild. Ik voel mijn tranen branden maar, ik hou me groot. Als Sanne de deur achter haar dicht trekt val ik machteloos met mijn knieën op de grond. Meer dan een kwartier zit ik daar op mijn knieën alleen maar na te denken hoe ik nou verder moet. Ik denk aan mijn moeder die nou bijna vier jaar geleden is overleden aan een hartstilstand. Ik besluit te gaan douchen om alle nare dingen van me af te spoelen. Als ik me uitkleed zie ik overal blauwe plekken en schaafwonden. Ja ze waren hier gisteren geweest. Ze wilden geld zien. Mijn dealers wilden hun geld zien. Wat ik niet had. Ik besef nu dat ik alles verloren ben. Mijn gezin, mijn baan en geld. Ik begin te beseffen dat ik eigenlijk alles heb verloren. Ik word zo boos. Zo boos op mezelf dat ik mijn hand tegen de muur kapot sla. Als ik tot rust ben gekomen doe ik de douche aan. Kleine warme straaltjes gaan langs mijn hoofd. Sanne, Kelly en zelfs mijn vader zijn hier wel vaker langs geweest om te zeggen dat ik hulp nodig heb. Het kan zijn dat ik toen gewoon niet luisterde of dat ik agressief werd maar, dat weet ik al niet meer. Ik was onder invloed op die momenten. Nu Sanne het vertelde kwam het aan en hard ook. Ik zet de douche uit en droog me af. Het is half twaalf. Ik zet nog een kopje koffie en kijk nog eens rustig naar de papieren van de kliniek in Drenthe. Wat moet ik nou in Drenthe. Ook kijk ik naar de foto. Een van de weinige foto’s die ik heb van mijn gezin. Het gezin waar ik weer al wil deelnemen. Ik wil mijn zoon weer kunnen omarmen, hem het goede leren en ik wil ze beiden weer kunnen beschermen. Dat is de enige reden waarom ik zo’n kliniek in zou willen. ik steek nog een sigaret op. Terwijl ik dat doe zie ik in het bakje op het aanrecht tussen de sleutels en papieren een zakje liggen. Ik kan de verleiding niet weerstaan ik moet even ontspannen. Mijn handen trillen. Het is een gewoonte geworden om elke dag te gebruiken. Misschien is dit niet het goede maar voor nu kan ik nog geen nee zeggen tegen mezelf. Ik ga vroeg slapen om de volgende ochtend naar Kelly en Jari te gaan.   De volgende ochtend sta ik voor het huis. Er wordt er snel open gedaan. Kelly staat voor me. Ze kijkt een beetje geschrokken naar mijn gezicht die nog vol blauwe plekken en schaafwonden zit. Ze omhelsde me, maar zei niets. Ze begrijpt wat ik kom doen en ik zie dat ze opgelucht ademhaalt . Ze laat me binnen zodat ik Jari nog even kan zien voordat ik vertrek naar de kliniek. Hij speelt met zijn lego die hij voor zijn verjaardag gekregen heeft van Kelly. Ik kom gehurkt naast hem zitten. Ik wil heel veel tegen hem zeggen, maar het komt niet zonder stotteren mijn mond uit. Hij wijst naar een paar blauwe blokjes. Ik duw ze voorzichtig op elkaar en besef dat het een hele tijd geleden is dat ik met hem gespeeld heb. De tijd is zo snel gegaan. Ik ga met mijn hand door zijn lichtblonde haar en geef hem een kus op zijn wang. Ik ga staat en kijk naar Kelly. Ik geef haar een knuffel. Het gaat je lukken zegt ze. Het doet me goed dat ze dat zegt. We kijken met z’n tweeën naar Jari die nog druk met zijn lego bezig is. Doei Jari zeg ik. Hij draait zich om doei papa. Het raakt me op de manier hoe hij doei zegt. Ik ben klaar om te gaan. Kelly kijkt me nog één keer aan dan draai ik me om en doe ik de deur achter me dicht. Ik trek mijn petje wat verder voor mijn ogen en doe mijn capuchon over het petje. Er rolt een traan over mijn wang. Zenuwachtig ga ik weg het goede pad op.

Judith
0 0

Breekbaar geluk

IJsberend loop ik door mijn bescheiden woonkamer. De tv staat aan. Ze praten weer over de vluchtelingen in Nederland. Vaak lopen de discussies hoog op en dan vooral als Geert Wilders aan het woord komt. Ik kijk naar mijn zes jarige zoontje die geconcentreerd naar zijn lego kijkt. Als ik naar hem kijk dan denk ik was het nou maar anders gelopen. Tien jaar geleden heb ik een reis gemaakt om nieuwe dingen te ontdekken. Toen ontmoette ik hem. Ik ontmoette de vader van mijn zoon. Ik geloofde daar eigenlijk nooit in. Liefde op het eerste gezicht. Toch was het wel zo. Ik was verliefd op zijn mooie bruine ogen en zijn brede glimlach. Ik weet het nog precies de eerste keer dat we afspraken. We gingen samen koffie drinken. Ik voelde me op mijn gemak bij hem en dat heb ik niet snel bij mensen. Me echt op mijn gemak voelen. Hij stelde me voor aan zijn familie. Ik werd hartelijk ontvangen maar, stiekem vond ik het toch een beetje eng een hele andere cultuur. De kennismaking tussen mijn ouders en hem liep echter minder goed. Hij is buitenlands had mijn moeder gezegd. Mijn vaders gezichtsuitdrukking zei voor mij al genoeg. Ik was boos weggegaan en had nog geschreeuwd. Ik snapte mijn ouders niet. Waarom vinden ze hem geen goede jongen? Vier maanden heb ik geen contact gehad met mijn moeder terwijl onze huizen maar 10 minuten van elkaar verwijderd zijn. Ze belde me op een donderdag middag dat ze me mistte en of ze een keer langs kon komen. Mijn vader wilde er toen nog steeds niets van weten. Gelukkig veranderde dat snel. Hij werd toch wel een beetje nieuwsgierig zei mijn moeder. Amir had in die tijd een visum aangevraagd. We gingen trouwen en kochten samen een huisje. Hij had een baan gevonden als automonteur. Ons geluk kon niet meer stuk. Een paar jaar later werd ik zwanger van Jamal. Amir en ik waren de gelukkigste mensen op aarde. Zo voelde we ons althans. Ik had een camera gekocht om alles vast te kunnen leggen. Op vrijdagavond gingen we dan foto’s plakken in een album die we hadden gekregen van mijn ouders. De ouders van Amir en zijn twee broers en zussen waren naar Nederland gekomen om onze kleine Jamal te kunnen bewonderen. Ook wij gingen af en toe naar Amir’s ouders dan kwam de hele familie bij elkaar en was het één groot feest. Ik had gehoopt dat we nu nog met z’n drieën op de bank konden zitten. Jamal was twee jaar toen de moeder van Amir in paniek had gebeld. Ik verstond enkele woorden maar kon niet goed plaatsen waar het gesprek precies over ging. Ik moet naar mijn ouders zei hij. Ze zijn niet veilig daar. Op het nieuws werd toen al gezegd dat het onrustig was. Dezelfde dag is Amir vertrokken om iedereen, samen met zijn broers, op een veilige plek te krijgen. Hij gaf Jamal en mij een kus en ging. Ik zat weken in onzekerheid. Mijn ouders kwamen vaak langs en bleven dan ook slapen om me te helpen mat Jamal. De hele dag keek ik naar het nieuws om een beetje op de hoogte te blijven. Het nieuws dat binnen kwam was geen goed nieuws. Een maand later belde de broer van Amir. Ik voelde dat het niet goed zat en ik had gelijk. Amir en zijn oudste broer waren neergeschoten. Ik zakte in elkaar. Mijn vader nam de telefoon over en mijn moeder kwam naast me zitten. Amir’s ouders, zijn twee zussen en zijn jongste broertje zijn naar Nederland gevlucht. Ik was voor een tijdje weer bij mijn ouders gaan wonen samen met Jamal. Een jaar lang hebben ze in een azc gewoond, daarna kregen ze allen een verblijfsvergunning. De familie is erg hecht geworden en komt bijna elke dag even langs. Mijn moeders komen vaak op Jamal oppassen omdat ik weer begonnen ben met werken. Als ik Jamal nu in zijn bruine ogen kijk denk ik nog vaak terug aan de tijd dat Amir en ik voor het eerst samen koffie gingen drinken, hoe verliefd ik op hem was en eigenlijk nog steeds ben. Mensen zoals Wilders zouden dezelfde route af moeten leggen als Amir, misschien hebben ze dan meer begrip voor de vluchtelingen.

Judith
0 0