Larissa Wickx

Gebruikersnaam Larissa Wickx

Teksten

Het belang van de reis

Vlucht AC833 naar Montreal staat al aangekondigd. Binnen enkele minuten word ik ingecheckt. Dan moet ik afscheid nemen van mijn eigenaar en sta ik er alleen voor. Mijn wieltjes beginnen spontaan te piepen van angst als ik zo'n lange reis over de oceaan moet maken.   “Ik wil niet, ik wil niet!” tracht ik uit te schreeuwen, maar als bagagewagentje ben je natuurlijk niet uitgerust met stembanden. Ik laat mijn wieltjes steeds schriller piepen, maar het mag niet baten. Met een harde, pijnlijke plof kom ik terecht op de transportband die me brengt naar een kar met andere koffers en reiszakken.   “Welkom!” roept een nonchalalante backpackerszak vrolijk. “Ready for take-off? Ik kan niet wachten tot dit avontuur begint.” Ik zucht. Hoe kan hij zoveel zelfvertrouwen hebben, hoe kan die het niet vervelend vinden urenlang in een ijskoude bagageruimte opgesloten te zitten? En dan de gedachte dat we duizenden kilometers boven de Atlantische Oceaan hangen. Brrrr. Mijn wieltjes rollen hysterisch met luide piepgeluidjes van achteren naar voren en omgekeerd. Ik krijg een neerbuigende blik toegeworpen van een hautaine Delsey valise. “Ik zou graag van de rust en stilte genieten,” bijt ze me toe. Alsof er rust en stilte is op de luchthaven.   Met een schok word ik enkele meters naar achteren geslingerd want de kar heeft zich in beweging gezet. We zijn op weg naar de X-ray-toestellen waar we grondig worden doorgelicht. Waarom moet ik dit toch ondergaan? Waarom kan mijn eigenaar niet een gewone treinreis maken? Dan zitten we gezellig samen en moet ik deze traumatische momenten niet doorstaan.   Het gebliep van de röntgenmachines doet me verstijven. Nog twee koffers en een rugzak en dan ben ik aan de beurt. Ik kan m'n wieltjes niet meer in bedwang houden. Neen! Die straling, daar heb ik een hekel aan! Aaargh!   Even op adem komen, maar ik besef het dadelijk weer. Het ergste moet nog komen. Het vliegtuig op. Ik word in een busje gegooid en raak bedolven onder een zwaarlijvige koffer die zich maar blijft verontschuldigen maar helaas niets aan mijn hachelijke situatie kan veranderen.   Hoe ver is het nog rijden? Ik zie in de verte enkele toestellen van Air Canada. We naderen hen snel. De toerentallen die mijn wieltjes maken zijn niet meer bij te houden. Bij het eerste vliegtuig stoppen we bruusk. Dadelijk worden we in het vliegtuig gekegeld, dat weet ik. Dan is er geen weg terug, zit ik uren vast en tollen mijn wieltjes onophoudelijk van pure doodsangst.   Maar... de bus maakt rechtsomkeert. We gaan terug naar het luchthavengebouw waar ik opgewacht wordt door mijn eigenaar. Hij trekt me meteen mee en we begeven ons naar de informatiebalie van de luchtvaartmaatschappij.   Door de enorme chaos die er heerst kan ik slechts flarden van de conversatie opvangen, zoals “technische mankementen” en “staking van enkele weken in het vooruitzicht”. Mijn eigenaar maakt zich kwaad en kan uiteindelijk het geld van zijn vliegtuigticket terugkrijgen dat hij op het treinstation meteen omruilt voor een treinkaartje naar het zuiden van Frankrijk. Een heerlijk vooruitzicht. Wat is reizen toch ontspannend!  

Larissa Wickx
0 0

Reisgenoot in eigen stad

Verbazing vermengd met gêne zijn op Brams gezicht te lezen. “Dit pleintje heb ik nog nooit gezien,” roept hij uit. “En ik woon al heel mijn leven in Brussel!” Hij laat de letter r in Brussel gretig rollen, op z'n Frans, zoals zoveel rasechte Brusselaars dat doen.   “Toch ben ik daar al enkele keren naar een receptie geweest,” zegt hij verbouwereerd terwijl hij wijst naar het terras van het Hilton Hotel dat uitkijkt over het Spanje-plein.   Don Quijote en zijn sidekick Sancho Panza staan trots op hun sokkel en lijken enig misprijzen te hebben voor Brams onwetendheid. Het duurt even voor hij de hoofdrolspelers uit de wereldberoemde roman van Miguel de Cervantes herkent.   Hij haalt verontschuldigend de schouders op. “Ik kan je helaas niet vertellen hoe deze boekenpersonages in mijn stad verzeild zijn geraakt.” Hij glimlacht een beetje onzeker, maar hij blijft strijdvaardig. “Ik zoek het straks wel even voor je op!”   De sculpturen blijken een cadeau te zijn geweest van de Spaanse overheid in 1989, toen hun EU-voorzitterschap afliep.   Aan zijn schuchtere blik merk ik dat Bram ontgoocheld is in zichzelf, maar ik bespeur ook een glimp van opwinding die hoort bij een nieuwe ontdekking.   “Zo zie je maar,” zegt hij, alsof hij mijn gedachten kan lezen, “dat je in Brussel elke dag iets nieuws kan bijleren.” Er weerklinkt zelfs enige fierheid in zijn stem.   We maken rechtsomkeer om verder door Brussel te trekken en stuiten op het standbeeld van de Hongaarse componist Béla Bartók. “Euh...,” Bram kijkt beteuterd in mijn richting en wrijft zenuwachtig door z'n haar. “Ook hem had ik nog nooit gezien en veel weet ik er echt niet over te vertellen.”   “Dat geeft niet,” lach ik hem toe, “Brussel zit duidelijk vol verrassingen, ook voor rasechte Brusselaars!”   Opdracht Creatief Schrijven-cursus 'Reisverhalen schrijven'  

Larissa Wickx
0 0