Luc Vanhelmont

Gebruikersnaam Luc Vanhelmont

Teksten

Erven

Op de middagradio leest iemand haar dagboekschrijfsel voor. Dat ze ’s nachts erg bezig is geweest met wat ze van de mensen die ze kent, zou willen erven. Een bekentenis die in een dagboek thuishoort, dus. Ik zou woorden willen erven, zegt ze en capteert daarmee mijn aandacht die tot nu naar het zo snel mogelijk vullen van de drie bordjes voor mij ging. “Heel veel honger”, had Sien gezegd.“Verstaat ge?”, zei de opa van de mij sympathieker geworden radiostem na bijna iedere zin en dat had haar zo getroffen dat ze het zinnetje in haar bezit wou. Er kwam ook nog een verklaring waarom.“Weten jullie wat ‘erven’ betekent?” Ik versta de kunst van overbodige vragen stellen. “Beuh”, zei Basten schouderophalend, een populair geworden manier om “ik weet niet en het interesseert me niet” te zeggen.Sien keek vragend. Meer heb ik niet nodig.“Als iemand sterft, dan gaan zijn geld, zijn huis, zijn kleren naar zijn kinderen. Die ‘erven’ die spullen dan. De mevrouw op de radio wou een zinnetje erven van haar opa.”Gelach achter de bordjes met soep.“Wat zouden jullie willen erven als ik sterf?”Sien kijkt mij ernstig aan.“Je bril, opa”, zegt ze tenslotte. “Die leg ik dan in een glazen kistje. Als ik er dan naar kijk, zal ik aan jou denken.”“Zo”, zeg ik en doe alsof ze gezegd heeft dat de soep lekker is.“En jij, Basten?”“Oh, je geld, opa, en je ring.”Brede glimlach. Ondertussen blijft Sien onverstoord naar mijn bril kijken.“Dat was een grapje, opa. Ik wil niet rijk worden.”En dan op andere toon:“Ik wil niet dat je doodgaat en oma niet en mama ook niet en papa. En Sien niet, want dan heb ik niemand om mee te spelen.”Op de radio kondigt de presentator de dagboekschrijfster af. Ik ruim de tafel. Dat is gewoonlijk hun taak. Uren later in de auto. We staan net op het punt uit te stappen, wanneer Basten:“Opa, als jij sterft en het is woensdag, wie komt ons dan van school halen?”Ik doe de deur van de auto weer dicht.“Weet je wat”, zeg ik, “als ik sterf en het is woensdag, dan zal ik eerst iemand bellen die jullie kan komen halen. Ok?”“Ok dan.”Opgeruimd stappen we binnen bij de slager. De blijheid kent geen grenzen als die hen meteen twee zweetbandjes in de nationale kleuren cadeau doet en twee tricolore lekstokken.“Zo goed als een erfenis”, lach ik naar de slager.

Luc Vanhelmont
13 0